Wie de koers het voorbije jaar een beetje gevolgd heeft, zag ook opnieuw de naam van Jesse Vandenbulcke opduiken. De voormalig Lotto-renster zette haar carrière in 2016 on hold wegens een blessure en een daaropvolgende zwangerschap. Maar de 22-jarige Gentbrugse heeft haar wielerdromen geheractiveerd.
Sinds de zomer van 2018 zien we Jesse Vandenbulcke opnieuw koersen. Zo reed ze onder meer de Tour de Feminin, de BeNe Ladies Tour en de Lotto Belgium Tour. “Het is mooi geweest, ik ben content”, opent Vandenbulcke. “Tenslotte kom ik van heel ver terug en heb ik in relatief korte tijd toch opnieuw een bepaald niveau bereikt. Maar er is natuurlijk nog behoorlijk wat werk aan de winkel. Dat maakt dat ik met veel enthousiasme uitkijk naar het komende seizoen.”
Comeback
Vandenbulcke was er 2 jaar tussenuit vanwege haar zwangerschap. Die tijd was nodig. “Voor mijn zwangerschap had ik erg veel last van mijn rug, zowel op als naast de fiets. Ik had een opkomende hernia, een probleem waar wel meer rensters mee kampen. Ik ben dan voor 2 maanden in Egypte gaan werken als kinderanimator in een hotel, omdat ik die kans kreeg en de warmte goed was voor mijn gestel. Daarna was ik zwanger van ons zoontje. Gepland was het niet, maar we keken met volle teugen uit naar de komst van Fabian, die ondertussen 17 maanden oud is. Ik heb er zeker geen spijt van, want als jonge ouders is er voor ons een heel nieuwe wereld opengegaan. Ik heb nu tijd en ruimte voor mijn topjaren in het wielrennen, aangezien ik niet vroegtijdig zal moeten stoppen of mijn carrière onderbreken voor een kinderwens.”
Haar comeback bij Doltcini-Van Eyck is geen verrassing. “Ik heb het contact met Marc Bracke nooit verloren”, zegt ze. “Marc heeft me altijd gesteund, ook toen ik zwanger was. In die periode kreeg ik van hem zelfs de kans om samen met mijn beste vriend Brent Van Ballenberghe ploegleider te zijn bij het Development Team van Doltcini. Ik ben heel blij met de kansen die ik krijg van de ploeg. Nu is het aan mij om te bewijzen dat alle inzet en steun niet voor niets is geweest.”
Parijs 2024?
Aan de Belgische top reikt Vandenbulcke nog verre van, geeft ze zelf aan. “Daar kom je niet zomaar. Ik heb nog veel werk te doen. Langs de andere kant laat ik het niet na om mijn dromen na te jagen. Ik ben nu ook weer op de piste beginnen koersen, dat klopt, maar voorlopig ligt de focus wel op de weg. Het is dus nog niet concreet om weer deel te gaan uitmaken van de Belgische achtervolgingsploeg voor de Olympische Spelen. Maar uitsluiten doe ik het ook niet. Ik ga komende vrijdag trouwens samen met Saartje Vandenbroucke de Ploegkoers rijden in Roubaix, een internationale UCI-meeting. Ik sta dus zeker open voor nieuwe avonturen.”
Geen Tokio 2020, wel Parijs 2024? “Tokio komt sowieso te vroeg, denk ik. Ik studeer nu verder voor opvoedster en wil die studie graag afmaken. Ik heb nog 2 jaar te gaan en een diploma is toch niet onbelangrijk. Wat de toekomst brengt, weet niemand. Ik laat het allemaal een beetje op me afkomen. Ik zet me wel voor de volle 100% in, maar wil vooral genieten en plezier hebben in alles wat ik doe.”