Het was op de valreep dat Mathijs Paasschens eind 2018 een voorstel kreeg van Wallonie-Bruxelles. De Nederlander die al nagenoeg zijn hele leven in België woont, liet zich woensdag opvallen in Brugge-De Panne. Hij reed de hele dag in de aanval, in nota bene zijn 1e WorldTour-koers. Daarmee is de toon gezet.
Paasschens reed in Brugge-De Panne een hele dag in de kopgroep. “Vooraf werden 2 jongens aangeduid die hun kans mochten gaan in de vroege vlucht”, vertelt hij. “Ik dus en ook Franklin Six. Zo’n hele dag voorop, dat was een nieuwe ervaring voor mij. Mooi dat ik dit kon in mijn 1e WorldTour-koers ooit. De vele toeschouwers langs de kant van de weg maakten het extra speciaal. Deze onderneming maakt wel dat mijn seizoensstart geslaagd is, ja.”
De aanvang van het seizoen liep iets minder voor de jonge renner van Wallonie-Bruxelles. “Het was allemaal een beetje net niet, een combinatie van factoren. Er was het niveau, maar ik werd ook wat ziekjes en de vorm liep wat stroef. Ik heb ook veel zware koersen gereden in Frankrijk, misschien waren dat allemaal wat naweeën. Met mijn zwaarder postuur is klimmen immers niet wat ik het best kan. Die samenloop maakte het niet altijd evident. Maar het is straks dat ik er de vruchten van moet plukken.”
Anders koersen
Er zijn wel wat dingen die Paasschens de afgelopen maanden verbaasd hebben. “De manier van koersen is helemaal anders dan bij de beloften”, bevestigt hij. “Daar sta je aan de start en kan iedereen zijn ding doen. Onvoorspelbaar. Bij de profs is het net tegenovergesteld. Daar kan jet het koersverloop vooraf al inschatten. En er is veel meer controle, zeker als er een paar grote blokken aan de start staan. Dan kan je het wel schudden als aanvaller. Teamwork en positionering zijn enorm belangrijk. Als je alleen geraakt, ben je een vogel voor de kat.”
Negatieve ervaringen heeft hij nog niet gehad. “Maar het vele reizen is wel zwaar”, geeft hij toe. “Tot vorig jaar koerste ik vooral in België, maar nu zijn we vaak verder van huis weg en dat maakt dat het soms erg lange dagen zijn. Je traint veel in combinatie met wedstrijden, en dat zorgt dat je genoeg moet kunnen rusten. Maar door de verre verplaatsingen schiet dat er dan soms wat over. Daar moet ik nog steeds wat aan wennen. Ik heb mijn draai snel gevonden binnen de ploeg, ook al kende ik nauwelijks Frans. Maar dat wordt wel een meerwaarde voor de toekomst. Als ik hier ooit vertrek, zal ik vloeiend Frans kunnen, denk ik.”
Vlaanderen
Paaschens wordt een man voor het Vlaamse klassiekerseizoen, zoveel lijkt ons wel duidelijk. “De E3 was puur genieten voor mij, de 1e keer dat ik zo’n grote klassieker kon rijden. Ook de sfeer rond de koers maakte toch wel wat indruk op mij. Nu wil ik me graag nog eens tonen in Dwars door Vlaanderen. Van dan af zal de focus eerder richting de Waalse klassiekers gaan. Bij de beloften hield ik vooral van de zwaardere koersen, vandaar dat ik meer uitkeek naar dat Ardennenluik. Al zal ik bij de profs toch een man voor de Vlaamse koersen worden, dat klopt.”