In de sportieve fietsenbranche zijn gravelbikes aan populariteit aan het winnen. Er zijn een aantal grote verschillen tussen een gravelbike en een gewone racefiets en dat zorgt ervoor dat je best wel baat kunt hebben bij een aanpassing van je frame of de onderdelen. Wat moet je absoluut weten? Fietsbouwer Erwin Van Gucht geeft tekst en uitleg.
1. Geometrie
Erwin Van Gucht: “De geometrie van een gravelbike is meer ‘relax’. De stuurbuis is vaak langer en de stuurhoek is iets schuiner voor meer ontspannen sturen. Laat ons zeggen dat het minder zenuwachtig is dan een racefiets en minder responsief op technische offroad gedeelten dan een ‘crosser’. De trapas bevindt zich over het algemeen iets lager dan bij een cyclocrossfiets. Gravelbikes hebben in het algemeen ook een langere wielbasis, waardoor ze stabieler zijn op de weg en op onvoorspelbare ondergronden zoals gravel. Bovendien zorgt dit voor extra stabiliteit en comfort. Een aflopende bovenbuis biedt een betere standover-hoogte, wat handig is bij het afstappen. De langere stuurbuis garandeert meer comfort en een rechtere zithouding.”
2. Schijfremmen
Erwin Van Gucht: “Alle gravelbikes hebben schijfremmen, meestal hydraulische. Die zijn krachtiger en zorgen dus voor meer vertrouwen bij het offroad rijden en presteren goed onder de meest uiteenlopende omstandigheden. Je zult versteld staan van hun efficiëntie wanneer je in de regen of modder rijdt.”
3. Bredere banden
Erwin Van Gucht: “Gravelframes en -voorvorken worden speciaal ontworpen om bredere banden mogelijk te maken. Deze garanderen niet alleen meer comfort op slechte of onverharde wegen, maar zorgen door hun vormgeving ook voor meer grip op de ondergrond. Meestal kan je er tot 40 mm banden in kwijt op 28″ wielen. Bij sommige modellen kan je tevens rijden met 27,5” wielen en dan met tot 53 mm banden.
En dan nog dit…
Erwin Van Gucht: “Veel producenten voorzien de fietsen van bevestigingspunten voor het monteren van een bagagedrager of spatborden. Dat biedt je de mogelijkheid de perfecte fiets samen te stellen voor woon-werkverkeer of als vakantiefiets. Het is de perfecte allrounder, mag je zeggen. Bij veel gravelbikes worden de banden tubeless gemonteerd, zonder binnenband. Met latex antilekvloeistof erin kan je quasi onmogelijk lek rijden, en dat komt zeker van pas op een offroad tocht.”
“Steekassen zijn nu al op veel racefietsen te zien en uiteraard ook op de meeste gravelbikes. Ze zijn immers steviger, stijver en stabieler. Zeker in combinatie met schijfremmen een aanrader. Een 1×11 of 1×12 goep? De voordelen zijn: je fiets wordt lichter, je kan je meer focussen op het rijden zelf en minder op het schakelen, je loopt geen risico op een haperende voorderailleur, het is goedkoper en gemakkelijker in onderhoud, het afstellen is simpel en het is stiller.”
Tip
Vaak wordt op de gravelbike gekozen voor een iets breder stuur met een grotere flare-out. “Dat geeft je meer controle in alle omstandigheden”, beweert Van Gucht. “Uiteraard zijn er veel verschillen tussen de gravelbikes onderling. Bij Gravelbike.be hebben we bijvoorbeeld de Niner RLT 9, met een een echte ‘gravel’-geometrie, terwijl de J.Guillem Atalaya eerder een competitieve racegeometrie heeft.”
Tot slot heeft Erwin Van Gucht nog een interessante tip. “Koop een gravelbike met 2 wielsets: op 1’tje monteer je 25 of 28 mm racebanden en op de andere 35 of 40 mm gravelbanden. Zo heb je steeds de ideale set voor al je ritten en avonturen.”