22 jaar, 9 maanden en 15 dagen was Felice Gimondi toen hij als jongste naoorlogse Tourwinnaar in 1965 met het geel in Parijs stond te pronken. Egan Bernal is nu 22 jaar en 6 maanden oud, hij kan dus overnemen van de Italiaan. Hoe dan ook, bij afwezigheid van Froome en Thomas en met een Nibali zonder grote klassementsambities, zal een nieuwe Tourwinnaar opstaan. Maar wie, o wie?
Tom Dumoulin is het logische antwoord op onze vraag van 10 miljoen. Alleen heeft de Vlinder van Maastricht niet bepaalde de ideale voorbereiding op de Tour achter de rug. Bovendien is het parcours zonder veel tijdritkilometers niet op zijn lange lijf geschreven. Zijn ploeg wordt al een heel jaar achtervolgd door pech, het is maar de vraag of Dumoulin in het hooggebergte zal kunnen beschikken over helpers die naam waardig.
Dan toch Quintana?
Nairo Quintana leek voorbestemd om ooit de Ronde van Frankrijk te winnen. Plots is niet hij, maar zijn landgenoot Bernal de uitverkoren Colombiaan die de ban voor het continent Zuid-Amerika eindelijk moet breken. Nochtans is Quintana met zijn 29 jaar in principe nu pas op zijn hoogtepunt. Een goede Parijs-Nice (2e) deed het beste verhopen en in Colombia ging hij in de slotrit zijn jonge landgenoot zelfs vooraf. De Dauphiné was dan weer een tegenvaller. Bovendien moet Quintana eerst al eens kopman worden in eigen ploeg. Landa sprak immers ook al zijn ambities uit en aangezien die flirt met Bahrain-Merida, zal hij niet nog eens veranderen in superknecht.
Ook wanneer we naar andere renners kijken, zien we vooral veel vraagtekens. Roglic is niet fit en blijft thuis, Bardet kon het op de Ventoux zelfs niet halen van Jesus Herrada, een renner die nog nooit top 20 reed in een grote ronde. Kruijswijk werd ziek in de Dauphiné, waardoor het moeilijk is om zijn niveau in te schatten en van Tejay Van Garderen gaan we nu toch geen Tourpretendent maken? Een wit konijn dus, of een dark horse, u mag kiezen. Adam Yates? Hij was in elk geval sterk in de Tirreno – 2e op 1 luttele seconde van Roglic – en leek op weg naar het podium in de Dauphiné alvorens hij ziek moest opgeven. Adam lijkt in elk geval beter in vorm dan zijn broer Simon, maar heeft dan weer als nadeel meer een renner van ‘net niet’ te zijn. Zijn palmares staat bol van de 2e plaatsen – zoals in de Ronde van Catalonië dit jaar.
Weg hegemonie?
Jakob Fuglsang, het zou dom zijn hem niet te noemen in 2019. Samen met Alaphilippe domineerde de Deen de heuvelklassiekers en was hij ook succesvol in de kortere rittenkoersen. In de Dauphiné toonde hij dat hij klaar is voor zijn beste Tourresultaat ooit. Verder dan een 7e plaats in 2013 kwam hij echter nog niet. Het lijkt vreemd dat Fuglsang 34 moet geworden zijn om eindelijk het podium in een grote ronde te halen.
Graag laten we nog 2 namen vallen. Thibaut Pinot, de Fransman waar niemand nog aan denkt. De meest recente winnaar van de Ronde van Lombardije heeft zich na zijn 3e plaats in de Tour van 2014 nooit nog bezig gehouden met de ronde van zijn land en probeerde het de voorbije jaren in de Giro. Dit jaar rijdt hij echter in spaarmodus en heeft hij vol toegeleefd naar de Tour. Een 5e plaats in de Dauphiné doet het beste verhopen. En dan is er nog de oude Rigoberto Uran. Dit jaar heeft de Colombiaan amper wedstrijdkilometers gemaakt, maar de runner-up van 2017 weet inmiddels wel hoe je een Tour moet voorbereiden. Ook in 2017 kwam zijn succes een beetje uit het niets.
1 ding is nu al zeker: de Tour 2019 wordt er 1’tje zonder uitgesproken favoriet. En dat doet, na jaren van dominantie van 1 ploeg, nu al deugd bij de liefhebbers. Tenzij de jonge Bernal natuurlijk nu al overneemt en de toon zet voor de komende jaren.