Op uitzondering van een mirakel maakt geen enkele van alle Belgen aan de start kans op de eindzege in de Ronde van Spanje. Goed 80 jaar geleden lagen de kaarten enigszins anders. Toen overklaste onze landgenoot Gustaaf Deloor het Spaanse pak en reed zich in de geschiedenisboeken als eerste eindwinnaar van de Vuelta a España. Ondanks nog een 2e eindzege doet zijn naam vandaag amper een belletje rinkelen.
Toegegeven: Gustaaf Deloor is inderdaad niet de meest tot de verbeelding sprekende renner uit de wielergeschiedenis. Dat zijn naam anno 2016 meer gebruikt (of misbruikt) wordt als antwoord op een lastige strikvraag op een of andere jaarquiz mag niet verwonderen. Zijn erelijst is dan ook niet zo rijk gevuld met de grote triomfen zoals die van zijn voornaamste generatiegenoten Antonin Magne, Andre Leducq of Sylvère Maes. Of moet u eveneens al achter de oren krabben als we u deze 3 namen voorleggen? Geen erg. De tand des tijds kent immers geen genade. Ook niet voor de pioniers van onze hedendaagse wielersport.
Goedbewaarde foto’s, krantenartikels en een schaars radiofragment moeten de helden van het vooroorlogse wielrennen redden van de vergeetdoos. Beelden van zwoegende renners op vaak slechte wegen bestonden in de jaren ’30 nog niet. Het geschreven verhaal en het radiotoestel waren toen het enige redmiddel voor de wielerfan. Met 10-tallen zaten ze vaak voor de radio gekluisterd om toch maar iets op te nemen van wat er in de koers gebeurde. Zo ook op 1 mei 1935, toen Gustaaf Deloor in Bilbao de ritoverwinning en de leiding pakte in de 1e Ronde van Spanje. De Wase matador zou die Vuelta nog veel Spaanse ciclistas temmen, maar is 80 jaar later een vergeten wielerheld.
Spaans Kwartier
De Klinge, een deelgemeente van het Oost-Vlaamse Sint-Gillis-Waas, gelegen in het rustige Waasland. Ruim vierhonderd jaar geleden palmden 1.000’en Spaanse soldaten het dorp in tijdens de Tachtigjarige Oorlog en bouwden ze De Klinge om tot Fort Bedmar. Vanuit deze vesting trokken de Spanjaarden ten strijde in de nabijgelegen polders van het huidige Zeeuws-Vlaanderen. Tegenwoordig doet enkel de wijk Spaans Kwartier nog terugdenken aan de zuiderse overheersing.
Op 24 juni 1913 zag Gustaaf Deloor op deze plaats voor het eerst het levenslicht. Als jongste telg uit een landbouwfamilie had Gustaaf zeker geen lui leventje. Samen met zijn 3 jaar oudere broer, Alfons, had hij echter een grote droom: wielrenner worden. In de periode net na de Eerste Wereldoorlog waren de Deloors zeker niet alleen. Door de vele, Belgische eindzeges in de bekende Tour de France had de wielersport erg aan populariteit gewonnen. Vooral Philippe Thys liet met zijn 3 triomfen veel jongeren dromen van een grote wielercarrière.
De broers Deloor laten voor het eerst van zich spreken in de Ronde van Vlaanderen van 1932. Gustaaf – ‘Staf’ in de volksmond – pakt op 18-jarige leeftijd de overwinning bij de Onafhankelijken, terwijl grote broer Alfons op een 2e plaats eindigt tussen de grote jongens. Hun wielercarrière lijkt verzekerd. In de zomer van 1933 kijkt Gustaaf vol bewondering naar zijn 23-jarige broer wanneer die vertrekt naar zijn 1e Ronde van Frankrijk. Tussen alle groten namen van het wielrennen zou Alfons geen rol van betekenis spelen. Intussen timmert de jongste gestaag aan zijn weg naar de wielertop. In 1933 betaalt hij het leergeld van de onbezonnen neoprof. Een jaar later mag hij 2 keer het zegegebaar maken. Deloor tast vooral zijn grenzen af en ervaart vrij snel dat hij voor de Vlaamse eendagswedstrijden niet over de juiste kwaliteiten beschikt. Zijn hart ligt meer bij etappewedstrijden. En dat leidt hem in de lente van 1935 richting Spanje, waar een nieuwe en nobel onbekende wielerwedstrijd wordt georganiseerd: de Vuelta a España.
Dominantie
De Ronde van Catalonië en Ronde van het Baskenland zijn de 1e grote rittenwedstrijden met enige internationale allure in Spanje. Met grote ogen kijkt men op het Iberisch schiereiland naar Frankrijk en Italië, die elk met hun eigen grote ronde de populariteit van het wielrennen een flinke boost geven. Zo’n grote ronde die meerdere provincies van het land aandoet, heeft Spanje niet. Een gemis vinden sommigen. Zeker voor een land dat in het begin van de 20e eeuw al een heuse wielertraditie had opgebouwd. Al bleef die eerder beperkt tot de noordelijke provincies Catalonië en Baskenland. Een Ronde van Spanje moet daar verandering in brengen en de wielersport in heel Spanje bekend maken. Naar het voorbeeld van de prestigieuze Rondes van Frankrijk en Italië. Toch kan de jonge Vuelta niet de internationale vedetten strikken die in de Tour en de Giro maar al te graag aantreden. Probleem is de plaats van de nieuwe, grote ronde op de kalender. Met een finish drie dagen voor de start van de Ronde van Italië laten wielersterren Andre Leducq, René Vietto en de jonge Gino Bartali een Spaans avontuur liever links liggen.
Niettemin staan alle Spaanse toppers van het moment op 29 april 1935 aan de start in Madrid. Naast de tweeëndertig Spanjaarden maken ook achttien buitenlanders deel uit van het peloton, met daarbij de gebroeders Deloor en 4 andere landgenoten. Voor Gustaaf Deloor is de Vuelta zijn eerste wedstrijd op Spaans grondgebied, maar al snel voelt hij zich samen met de andere Belgen volledig in z’n sas. In de openingsrit van de 1e Ronde van Spanje kaapt Antoon Dignef in Valladolid een prestigieuze zege weg voor de ogen van alle Spanjaarden.
2 ritten later beleeft Gustaaf Deloor zijn grote moment de gloire. In de koninginnenrit van Santander over het Cantabrisch gebergte naar Bilbao rijdt de Waaslander samen met de Spaanse topfavoriet Mariano Cañardo richting de Baskische hoofdplaats. De tegenstand is al ver teruggeslagen in het Spaanse hinterland. De twee zouden strijden om de overwinning. Cañardo waant zich oppermachtig en plaatst een indrukwekkende demarrage. De naar Catalonië verhuisde herder uit Navarra lijkt zegezeker, tot hij aan de finish komt en blijkt dat hij nog een plaatselijke ronde moet afleggen.
Gustavo
Deloor ruikt zijn kans, haalt een leeggereden Cañardo bij en laat hem meteen achter. Een ontketende Belg kijkt niet meer achterom, stoomt door en zet met een majestueuze dubbelslag de Ronde van Spanje op z’n kop. Deloor heeft de tegenstand tot simpele meelopers gedegradeerd. Een impressie: Cañardo moet zijn dichtste belager voorstellen, maar volgt na rit 3 al op meer dan 8 minuten van de Belg in het algemene klassement.
Gustavo, zoals de Spanjaarden Deloor liefkozend noemen, heeft de Vuelta stevig in zijn greep. De slechte weersomstandigheden spelen daarin een belangrijke rol. De hevige regen en ijzige temperaturen vergen veel energie van de frêle Spanjaarden, die 1 voor 1 vroegtijdig afstapen. De Belgische ploeg daarentegen weet wel raad met guur weer en legt het peloton zijn wetten op. Alleen Mariano Cañardo blijft Deloor nog lange tijd bestoken met zijn onstuitbare aanvalsdrift. Maar ook de Catalaanse wielerheld plooit nadat hij zich op de rustdag volpropte met fruit en dat de dag erna moet bekopen. Op een volgepakte wielerbaan van Casa de Campo in Madrid bevestigt Gustaaf Deloor in de slotrit zijn dominantie met een 3e ritoverwinning (eerder heeft hij ook nog de rit naar Sevilla gewonnen). De naam van Gustaaf Deloor wordt als eerste op de nog blanco erelijst van de roemrijke Vuelta a España geschreven. Neen, geen Spanjaard, meneer. Wel een oer-Vlaamse boerenjongen uit het Spaans Kwartier in De Klinge. Een wijknaam kan haast niet symbolischer.
Uniek podium
Een jaar later keert Deloor met de favorietenstatus terug naar de Vuelta. De Ronde van Spanje heeft net een lichte gedaanteverandering ondergaan. Tijdens de Ronde van ’35 had de Oostenrijker Max Bulla zijn beklag gedaan bij de organisatie. “Doe iets aan het rittenschema”, adviseerde Bulla, “anders halen enkel de Belgen de eindmeet”. De 2-weekse wielerronde krijgt er een 3e week bij waardoor de renners niet 14, maar 21 etappes moeten betwisten. De poging om het Belgische blok te ontwrichten mislukt. Al na de 2e etappe grijpt Gustaaf Deloor de oranje leiderstrui, die hij niet meer zou afstaan tot in Madrid. Daarnaast kaapt de Waaslander net als vorig jaar 3 ritten weg. Op het einde zouden de 4 Belgen aan de start Spanje verlaten met niet minder dan 8 dagzeges.
Ook Alfons Deloor heeft zijn rit gewonnen, maar de oudere broer van leider Gustaaf heeft ook nog zicht op een goed eindklassement. Met de volle steun van de oranje trui kan Alfons in de voorlaatste rit de 2e plaats grijpen. Zo flankeert Alfons eindwinnaar Gustaaf Deloor op het eindpodium in Madrid. Een unicum in de wielergeschiedenis. Zelfs tot op de dag van vandaag zijn er geen fietsende broers in geslaagd om samen op het podium van een grote ronde te staan. Een jaar later zouden de broers hun kunstje van de Vuelta in Luik-Bastenaken-Luik nog eens overdoen. Dan staat echter Alfons op het hoogste schavotje.
Uiteindelijk zal het voor Gustaaf Deloor bij twee eindzeges in de Ronde van Spanje blijven. Een maand na de Vuelta van 1936 breekt de Spaanse burgeroorlog uit, die Spanje 3 jaar in de ban houdt. Deloor moet noodgedwongen op zoek naar nieuwe uitdagingen. In 1937 start hij voor het eerst in de tot de verbeelding sprekende Tour de France. De Oost-Vlaming ondervindt al snel dat het niveau in de Franse rittenkoers een pak hoger ligt dan op de Spaanse wegen. Toch weet hij tussen alle toppers de 6e etappe met aankomst in Aix-les-Bains te winnen. Later in die Ronde van Frankrijk zou hij nog 2 keer 2e eindigen en uiteindelijk als 16e in het eindklassement terugkeren naar De Klinge.
Bijna wereldkampioen
De ultieme bekroning van een wervelend jaar 1936 moet er voor Deloor komen op het wereldkampioenschap in Bern. In de finale rijdt onze landgenoot samen met de tweevoudige Tourwinnaar Antonin Magne en de Deen Werner Grundahl Hansen op kop. De snelle Deloor ruikt al de regenboogtrui, wanneer het noodlot hem een halt toeriep. Een lekke band. Weg regenboogdroom. Onze landgenoot zou zelfs de finish niet halen. De vrijwel zekere wereldkampioenentrui voor Deloor krijgt een plek rond de schouders van de Fransman Antonin Magne.
In 1939 betekent het begin van de Tweede Wereldoorlog het einde van Deloors wielercarrière. Na een leven in de schaduw overlijdt hij anno 2002 op 88-jarige leeftijd. De hoogste wielerregionen waren voor Gustaaf Deloor net te hoog gegrepen, maar net daaronder was hij een wielerheld. Met twee triomfen in de Vuelta als absolute uitschieters, verworven als een echte matador van de Spaanse ciclistas.
Vijf jaar geleden werd een pleintje naar de broers Deloor genoemd. Eentje op het Spaanse Kwartier uiteraard, waar Gustaaf en Alfons droomden van een grote wielercarrière en waar de Vuelta door hen een speciale betekenis heeft gekregen. Wie wil, kan een gebedje doen in de kapel op het Gebroeder Deloor-plein. Voor een voorspoedige Belgische winnaar van de Ronde van Spanje, bijvoorbeeld.
3 comments