Tubeless fietsen komt steeds meer op en wordt richting de toekomst wellicht standaard. Er zijn echter veel wielerliefhebbers die nog niet op de hoogte zijn wat het precies inhoudt en hoe je eraan begint. Daarom legden wij ons oor eens te luister bij Bas Leibbrand, de technische man van fietsbandenfabrikant Schwalbe in Hoofddorp. We schoven hem een reeks concrete vragen voor.
Waarom is tubeless rijden de toekomst voor fietsers?
Bas Leibbrand: “De sportieve fietser is altijd op zoek naar meer grip, snelheid, controle en een betere lekbescherming. De beste manier om verbetering aan te brengen in deze rijeigenschappen is tubeless rijden. We zien niet voor niks een sterke opkomst onder sportieve fietsers. Ook fietsfabrikanten, wielfabrikanten en accessoiremerken breiden hun assortiment uit met tubeless artikelen.”
Wat zijn de voordelen van tubeless ten opzichte van fietsen met een binnenband?
Bas Leibbrand: “Je hebt eerst en vooral geen plotselinge luchtverlies meer door een binnenband die klapt of door een ventielafscheuring. Omdat je niet meer met een binnenband rijdt, kun je met een lagere luchtdruk rijden. Dat geeft meer comfort zonder dat de rolweerstand toeneemt. Er is immers geen wrijving meer tussen binnen- en buitenband. Je hoeft je ook geen zorgen meer te maken over de lekbestendigheid, omdat de sealant praktisch bijna alle gaatjes in de band dicht.”
Waarom voelen veel fietsers zich nog wat onwennig als ze het woord ‘tubeless’ horen?
Bas Leibbrand: “Wat bij sommigen veel vragen oproept, is de montage van een tubeless band. Het is belangrijk om na te gaan of je wielen ‘tubeless’ of ‘tubeless ready’ zijn. De velg moet dus luchtdicht zijn of luchtdicht te maken zijn. Samen met bekende wielfabrikanten hebben we de passing van de nieuwe Pro One-band geoptimaliseerd. In combinatie met de speciale afdichtlip bij de hieldraad zorgt dit voor een goede en snelle luchtdichte afdichting. Daarnaast testen wij in ons testcentrum continu de nieuwste en populairste wielsets op compatibiliteit met onze banden. Op de website van Schwalbe is hier een compleet overzicht van te vinden.”
“Veel wielrenners hebben onterecht het idee dat bij een tubeless setup lekrijden einde training/wedstrijd betekent. Dit is echter niet het geval. Als je lek rijdt, wordt het gat opgevuld en gedicht door de sealant. Luchtverlies verloopt bij de tubeless-versie gelijkmatiger en minder snel dan bij het lekrijden van een binnenband. Wanneer de insnijding dusdanig groot is dat het niet meer door de sealant gedicht kan worden, is dit alsnog makkelijk op te lossen met een binnenband.”
Zijn er ook zaken die bij tubeless nog verbeterd kunnen/zullen worden?
Bas Leibbrand: “Er is momenteel geen standaard voor tubeless wielen en banden, de toleranties verschillen per merk. Daarom is het belangrijk dat wij bij de bekende wielfabrikanten testen of alle tubeless en tubeless ready wielen de juiste passing hebben met onze tubeless racebanden. Een duidelijke ontwikkeling is dat we de constructie van de Pro One compleet hebben veranderd. Je kunt eigenlijk niet meer spreken van een doorontwikkeling. Wel van een compleet nieuw ontwerp, gebaseerd op onze jarenlange ervaring met tubeless rijden. Zo heeft de nieuwe Pro One een V-Guard anti-leklaag, gemaakt van hightech polymeervezels. Dit verbetert de lekbescherming aanzienlijk. Tevens is de karkasconstructie veranderd met het oog op meer souplesse. Deze Turn-Up-constructie heeft onder meer 2 weefsellagen onder het loopvlak en 3 weefsellagen in de zijwand met een speciale afdichtlip bij de hieldraad voor een goede en snelle luchtdichte afdichting.”
Hoe begin je eraan om een tubeless band te installeren?
Bas Leibbrand: “Check altijd eerst of je velgen geschikt zijn om tubeless te rijden. Als dit niet het geval is, dan zal je de spaakgaten eerst moeten afdichten met een tubeless velglint. Het liefst zo breed dat het velglint van velgrand tot velgrand reikt. Zorg er voor dat het velglint ongeveer 10 tot 15 cm overlapt. Begin liever niet ter hoogte van het ventielgat, want door een dubbellaagse tape kan het moeilijk zijn om het ventiel door het lint te krijgen. Zorg dat de velgen goed zijn ontvet voordat je hieraan begint. Zodra je je velgen luchtdicht hebt gemaakt, draai je het tubeless ventiel in het ventielgat. Leg vervolgens de tubeless band om het wiel en begin hierbij tegenover het ventiel. Als je het laatste stuk van de band niet om de velg heen krijgt, kan je de zijwanden met Easyfit-montagevloeistof insmeren.”
“Vervolgens kan je de band oppompen. Bij het oppompen van de band hoor je vaak een ploffend geluid. Dit betekent dat de band er goed op zit. Check of de chaferrand – net boven de hieldraad – goed in de velgrand zit en laat wat lucht uit de band. Als het niet lukt, kan je het ventielinzetstuk er uitdraaien met een ventielsleuteltje zodat je door middel van een compressor of tire booster er in 1 keer een stoot lucht in kunt blazen. Voordat je de band vult met sealant, is het raadzaam om voor gebruik de sealant circa een minuut lang te schudden, zodat de kristaldeeltjes goed verdeeld zijn in de sealant. Voor een tubeless raceband gebruik je ongeveer 30 ml per band. Draai het ventielinzetstuk er weer in, pomp de band op en schud deze uitvoerig en stevig zodat de sealant goed door de band wordt verspreid. Pomp de band op tot de gewenste spanning en je bent helemaal klaar voor je tubeless fietsrit. We hebben bij Schwalbe trouwens een tubeless montagevideo beschikbaar. Hier worden alle stappen 1 voor 1 uitgelegd.”
Waar moet je vooral rekening mee houden in vergelijking met de klassieke binnenbanden?
Bas Leibbrand: “De tubeless montage vergt de 1e keer wat geduld. We merken nog wel eens dat bijvoorbeeld het tubeless velglint net niet goed in het velgbed is gelegd of dat de sealant niet goed genoeg is geschud voor verdeling van de kristaldeeltjes. Dat zijn allemaal zaken die bepalend zijn voor een goede tubeless montage. Tegenover deze inspanning staat wel dat je bij je 1e rit direct de snelheid merkt van het tubeless rijden.”