Het puur Belgische merk DECCA, leverancier van kwalitatieve fietskledij, is sinds een paar jaar aan een stevige comeback bezig op de markt. CEO Jan Vanpraet legt uit welke nieuwe weg is ingeslagen en op welke manier DECCA het verschil probeert te maken met de concurrentie.
Hoe breed is jullie gamma en hoe hebben jullie dat sinds de overname in de markt gezet, Jan?
Jan Vanpraet: “Ons gamma gaat heel breed, maar het is tegelijkertijd ook zeer verticaal. We coveren proactief 3 belangrijke sportdisciplines: cycling, triatlon en running. Het gamma is opgebouwd rond amateurs, semi-profs en profsporters in de 3 voorgenoemde disciplines. We beschermen de atleet in alle type weersomstandigheden: van -10°C tot +40°C werken we met specifieke materialen. Dit vertaalt zich voor de zomer in ultralichte stoffen die hittebestendig zijn en transpiratievocht afvoeren op een heel snelle manier zonder de lichaamstemperatuur te doen stijgen. We werken hier met stoffen die 70gr/m2 wegen, wat lichter is dan het blad papier in je printer. Met betrekking tot de winter werken we met membraanstoffen die 100% afschermen op een duurzame manier, zonder hitteverschijnselen.”
“Geregeld krijgen we ook een offertevraag uit andere sporten, waaronder voetbal, volleybal, hockey en ijsschaatsen. Gezien DECCA in 2020 50 jaar bezig is met sportkledij – een gegeven waar we echt wel trots op zijn, geven we ook daar graag een positief gevolg aan. Onze database is dan ook bijzonder rijk aan patronen. We zetten het hele gamma in de markt naar sportclubs en bedrijven, en sinds kort kunnen ook consumenten rechtsreeks een bestelling plaatsen via onze webshop.”
Op welke manier kan DECCA zich differentiëren van zijn concurrenten?
Jan Vanpraet: “Ik denk dat elk bedrijf en elk merk wil differentiëren, maar het effectief ook doen, dat is niet zo evident. Het gaat niet meer alleen over het product, over het snelste of het goedkoopste pakje te hebben. Het gaat ook over hoe je met klanten omgaat. Bij DECCA proberen we ons op alle vlakken te onderscheiden. De klant staat hierbij steeds centraal, of het nu een kleine wielertoeristenclub is of een groot bedrijf. Van de offerte tot en met de uitlevering en afhandeling verliezen we het zicht niet op waar we goed in zijn.”
Kan je iets vertellen over het productieproces van jullie verschillende outfits en over de stoffen die worden gebruikt?
Jan Vanpraet: “Ons productieproces start eigenlijk bij de R&D. Door onze materiaalkeuze maken we al direct een onderscheid. Van de stoffen, zemen, garen, ritsen tot de naalden: alles wordt nauwkeurig gekozen. Met betrekking tot de productie zelf kunnen onze klanten zelf kiezen waar hun stukken worden gemaakt in functie van hun tijdslijn en budget. Zo hebben we een productie in België, waardoor we binnen de 3 weken een pakket fietskleding kunnen afleveren. De productie in het buitenland, die zich trouwens wel binnen de Europese Unie bevindt, levert op 6 weken. We gaan heel ver met stoffen. Zo zijn we eigenlijk ook de enige custom wear specialist die met geweven stoffen werkt en stoffen met ISO-certificering. Geweven stoffen hebben de eigenschap dat ze heel comfortabel zitten omdat ze aanvoelen als een 2e huid. Tezelfdertijd zijn ze enorm functioneel, rekening houdende met compressie. Het is belangrijk dat er druk wordt gezet op de juiste plaats, dus pasvorm en keuze van materialen zijn hier bepalend in.”
“We werken ook graag met technische stoffen voor slechte weersomstandigheden. Daarvoor gebruiken we, zoals gezegd, gemembraniseerde stoffen die 10.000 mm water tegenhouden en toch een hoog ademend vermogen hebben. Momenteel evalueren we nu zelf een stof die 100% sublimeerbaar is en langs de binnenkant 30% merinowol bezit. Die stoffen zijn heel breed inzetbaar en hebben dus zeer hoge isothermische eigenschappen. Er is trouwens altijd de mogelijkheid om je outfit te personaliseren.”