Thibau Nys reed de voorbije weken en maanden van de ene overwinning naar de andere. De 2e jaars junior van het AA Drink Jongerenteam en zoon van legende Sven moest nog maar in 3 crossen zijn meerdere erkennen maar blijft toch met de voetjes stevig in de pedalen. “Als ik dat binnen een paar jaar bij de elite ook kan, zullen we nog eens spreken.”
In de seizoensopener in Eeklo en de Superprestige in Ruddervoorde moest Nys junior tevreden zijn met respectievelijk een 2e en 3e plaats en in de Hamse Flandriencross viel hij zowaar van het podium. De overige 15 crossen die hij reed, was Nys gewoon de beste. Een beetje Merckxiaans, of Nysiaans, zo u wil. “Goh, zo zou ik het nog niet willen noemen”, blijft Thibau met de voeten op de grond. “Het zijn nog altijd maar de juniores, hé. Als ik dit soort reeks kan opzetten bij de elites binnen een paar jaar, dan kan je dat misschien zo noemen, maar vooralsnog blijf ik daar rustig bij.”
Nys had wel zien aankomen dat hij er een sterk seizoen van zou maken. “Als je als 1e jaars vaak in de buurt komt van de top en bij je leeftijdsgenoten altijd voorin eindigt, dan weet je dat je het verschilt kunt maken als je nog dat stapje kunt zetten. Dat wist ik dus wel. Ik ervaar ook geen druk van de buitenwereld. De mensen verwachten misschien wel veel van mij, maar het geeft me net moraal om extra mijn best te doen om te presteren. Het zou ook weinig zin hebben om het als iets negatiefs aan te voelen, dat zou me toch niet beter maken.”
Experimenteren
Kan Nys genieten van die overwinningen, vroegen we ons af? En ligt hij ook wel eens wakker als hij niet wint? “Ik probeer van elke wedstrijd die ik win te genieten, ja. Elke overwinning is mooi op zijn eigen manier. Als ik eens niet win, dan lig ik daar zeker niet wakker van. Dat zijn wel de wedstrijden waar ik achteraf het meeste mee bezig ben. Om te kijken wat ik fout heb gedaan en wat er beter kan. Het is ook niet zo dat ik doelen ga bijstellen in het seizoen. Ik probeer er elke week te staan en dan zien we wel waar me dat eind februari zal brengen.”
Sven Nys gaf na zijn actieve carrière prijs dat hij zich in een wedstrijd eens helemaal had laten inlopen om te kijken hoe ver hij zou geraken als hij iedereen moest remonteren. Ook Thibau probeert tijdens wedstrijden na te gaan waar zijn limieten liggen. “Winnen is wel belangrijk, maar het is ook belangrijk dat je je lichaam leert kennen”, bekent hij. “Zo leer je hoe lang hoe diep je lichaam kan gaan en wanneer je een finale kunt inzetten. Daar experimenteer ik soms wel in. En dat maakt het ook leuk. Al blijft winnen wel prioritair.”
Op de weg?
Nys junior is stilaan een complete crosser aan het worden. “Van mijn vader heb ik het tactisch inzicht en de stuurvaardigheid, denk ik. Hij was tevens redelijk explosief en dat zit ook wel in mij. Ik merk wel dat ik die kwaliteiten kan uitspelen en dat dat vaak succes oplevert. Zelf heb ik nu ook een grotere motor gekregen. Ik kan langere stukken alleen voorop rijden in wedstrijden, dat is wel positief.”
Deze zomer reed Nys op de weg onder meer de Sint-Martinus Prijs in Kontich. Met Wout van Aert en Mathieu van der Poel als hete hangijzers kunnen we dus niet voorbij aan dit onderwerp. “De weg interesseert me zeker wel, maar het is nog iets te vroeg om daar nu al mee bezig te zijn”, bekent Nys. “Ik heb er ook nog geen idee van of dat binnen mijn mogelijkheden ligt. Wellicht zal ik dat binnen een paar jaar wel eens uitproberen. Ik doe het graag en het boeit me wel om die grotere koersen te rijden. In de Omloop der 3 Provincies bijvoorbeeld zitten een paar mooie beklimmingen en dat maakte het aantrekkelijk.”