Normaal fiets ik mijn kilometers met trainingsgroep ‘De Blokhut’. Die blokhut waar de groep naar werd vernoemd, is niet meer dan mijn houten veranda met een tafel en wat stoelen. Over waarom de groep deze naam draagt, is geen mooi verhaal. Het heeft iets te maken met een handvol fietsers die na een rit bij me thuis té diep en té lang in het Trappistenglas keken.
Deze uitspatting eindigde met niet zo fraaie taferelen. In het donker, zonder licht, met de verkeerde vélo, slalommend naar huis fietsen, als dat al lukte, is niet iets om fier over te zijn, maar stoerdoenderij kan soms uitmonden in onverantwoord gedrag.
Dit alles verbleekt echter bij hoe het er nu aan toegaat. Dit is een reportage waarvan ik nooit had gedacht ze te schrijven, en gewenst is ze nog minder. Maar de situatie is nu dat het coronamonster octopusgewijs met zijn tentakels zo wild om zich heen slaat dat niemand nog veilig is. Dat heeft zijn invloed op het gehele dagelijkse leven van iedereen, dus ook op een vrijetijdsbesteding zoals fietsen.
Spoorzates
Bij alles wat we nu nog doen, moeten we denken, ‘magda nog?’ De hoogdringende maatregelen zorgen ervoor dat de trainingsritten met onze groep nu worden herleid tot individuele ritten, een ‘Trofeo Baracchi’ kan nog net. Deze Trofee was een wedstrijd die als koppeltijdrit in het Italiaanse Bergamo werd betwist met op de erelijst kampioenen als Laurent Fignon, Francesco Moser, Felice Gimondi of ex-werelduurrecordhouders Eddy Merckx en Ferdinand Bracke. Deze duotijdrit zou een stille dood sterven, 1990 was de laatste editie. Maar nu spreken over een stille dood sterven in combinatie met het Italiaanse Bergamo heeft een lugubere bijsmaak.
Ik dus de baan op met mijn fietsmaat Marc, net zoals we vroeger deden toen we beiden nog koersten. Hij was in de jaren ’90 een meer dan verdienstelijk amateurwielrenner. In zijn beste jaar was hij goed voor een dozijn zeges en toonde hij kleppers zoals Nico Eeckhout, Fred Rodriguez of sterke Ludo zijn achterwiel. Wat zou je willen, met dijen als boomstronken en kuiten van graniet. Nu, dik 20 jaar en wat kilo’s later, is de scherpte er wat af, maar bollen doen we nog steeds samen. We rijden wat doelloos rond, naast elkaar waar het kan maar toch met iets meer afstand tussen ons dan gewoonlijk.
Kapel
Kriskras doorkruisen we het Waasland en kiezen zoveel als mogelijk verkeersvrije trajecten en via oude spoorzates passeren we Stekene, Moerbeke en Wachtebeke. We babbelen over de huidige crisissituatie en troosten onszelf dat het hier momenteel helemaal nog niet zo erg is als in Italië of Spanje. Maar voor hoelang nog? Het zal wel toeval zijn dat we net dan in Sint-Kruis-Winkel passeren aan de Kapel Onze Lieve Vrouw van Troost.
We komen met dit mooie weer en ondanks alle onheilspellende berichten toch heel wat wandelende, joggende en fietsende medemensen tegen. En eerlijk is eerlijk, ik moet zeggen dat het bijna allemaal enkelingen of duo’s zijn. Dat geeft me moed dat de solidariteit en het verantwoordelijkheidsbesef bij de bevolking voldoende groot is om deze bizarre periode zo snel als mogelijk achter ons te laten. We moeten erdoor, er is geen enkele andere optie. Samen staan we sterk.
Manuvèl
Marc en ik zijn geen van beiden cijferfreaks die bezig zijn met het meten, weten en registreren van segmenten, wattages of hartslagen. We ronden onze 3 uur fietsen af met een gemiddelde dat heel wat lager ligt dan wat we gewoon zijn met de Blokhutgroep. We sussen onszelf met de gedachte dat het met 2 heel wat lastiger stoempen is en dat we al bij al toch goed bezig zijn. Met de wind in de rug bollen we richting de Wase hoofdstad Sint-Niklaas, maar het voelt toch allemaal een beetje irreëel aan. Zou dit nu onze voorlopig laatste rit zijn? Langs het grootste marktplein van Europa fietsen we de Stationsstraat in, maar zelfs napraten in koffiebar annex wielercafé ‘Manuvèl’ zit er niet in.
Glenn en Tineke zijn nog net geen jaar bezig maar mochten in hun zaak met koersuitstraling toch al Greg Van Avermaet en Sep Vanmarcke ontvangen. Hun noeste arbeid resulteerde al in een bekroning van ‘Starter van het jaar’, maar ze staan nu echter aan de kant voor een ongewenste maar verplichte pauze. Hun 2e start na de coronahorror zal hopelijk even succesvol zijn. Ik zal alvast met veel plezier enkele uren fietsen inruilen voor koffie met gebak.
Contact
Ik neem voor vandaag afscheid van Marc en fiets langs de oude spoorzate tussen Hulst en Sint-Nikaas terug naar huis. De koffie na de rit in Manuvèl wordt vervangen door een biertje op m’n eentje in de blokhut. De vraag ‘magda nog’ wordt simpelweg vervangen door de slagzin ‘nog Magma’. Magma, dat is vloeibaar goud in een mooi glas. Ik kom deze periode wel door en wens voor jullie hetzelfde. Hou genoeg fysieke afstand van elkaar, ook op de fiets, maar dat betekent niet dat je geen contact mag houden. Dus fietsmakkers aller landen, laat je horen via mail, telefoon of stuur een foto door van tijdens je individuele fietsexploten of andere sportinspanningen. Hou de moed erin en tot binnenkort, op de fiets!
5 comments
Stefaan, weer een mooi verhaal. Als je het leest is het je zelf meerijd.Het wachten is nu op het volgende verhaal. André
Merci André, ik doe m’n best.
Zoals je nooit zomaar zult stoppen met fietsen, ook niet meer met je hersenspinsels op papier te zetten! Leuk geschreven en leest als een trein!
Grtz Filip, af en toe een Blokhutter 😉
Mmmm… Magma. Leuk artikel.
Groeten,
Tom De Bruyne (Blijf fit)
Dank u, leuk dat jullie kunnen genieten van mijn schrijfsels 😉