In mijn agenda stond voor zondag 5 april 2020 al 365 dagen een groot kruis. Zou Greg Van Avermaet dan eindelijk toch de Ronde van Vlaanderen winnen? Zou Alberto Bettiol laten zien dat het vorig jaar geen toevalstreffer was? Het bleef echter bij de formule ‘(indien X als) + zou’ want het wordt een lente zonder grote klassiekers. Alsof het allemaal nog niet erg genoeg is, bleven zelfs de chrono’s in hun doosje zitten, want met het overlijden van meesterfixer André Meganck werd de wielerwereld nog dieper ondergedompeld.
In godsnaam, in wat een tranendal zijn we toch terechtgekomen? Maar hoe pretentieus kunnen we zijn om, net nu de gehele wereld in een strijd is verwikkeld met een onzichtbare vijand maar waarvan de gevolgen desastreus zijn, te mekkeren over de afgelasting van, ocharme, een wielerwedstrijd? De virtuele versie van Vlaanderens Mooiste is een verdienstelijke poging, maar niet meer dan een minidoekje voor het overvloedige bloeden. We moeten ons echter vastklampen aan elke strohalm, hoe klein die ook is.
Geen weer
Ik vertrek op zondagmorgen dan maar zelf voor mijn persoonlijke, maar eigenzinnige Ronde langs mijn favoriete plekjes van de Rondeparcoursen. Mijn compagnon Jonas volgt gedwee. In volle zon, want zelfs echt Ronde van Vlaanderenweer is er dit jaar niet bij op de 1e zondag van april. Al vind ik dat nu ook niet zó erg, want dat weer is er één van windvlagen en plensbuien. Die weersomstandigheden lijken uitgevonden voor edities zoals die legendarische van 1985, toen Eric Vanderaerden iedereen uit het wiel reed en solo aankwam in Meerbeke. Slechts 24 renners haalden toen de eindmeet.
Van bij me thuis is het hoop en al 5 km bollen tot mijn 1e favoriete Rondeplek, de Grote Markt van ballonstad Sint-Niklaas. Toen er in 2017 in Brugge moord en brand werd geschreeuwd wegens de verhuis van de start naar Antwerpen kon ik amper mijn lach onderdrukken, want diezelfde Bruggelingen, de snoodaards, gingen in 1998 tot mijn ontsteltenis met de Rondestart aan de haal, ten nadele van de Wase hoofdplaats. Toen de coureurs daar nog verzamelden voor de start ging de rode vlag voor de officiële start pas de hoogte in ter hoogte van de Sint-Pauluskerk in mijn dorp Sint-Pauwels, dus met een verhuis naar ‘Brugge, die scone’ was ik niet content.
Cecilie
In gestrekte draf rijden we deze ochtend Wetteren voorbij, waar van 1928 tot en met 1961 de finishlijn van de Ronde was getrokken. Eens daar voorbij beginnen de wegen onder onze wielen te golven en komen we via Oosterzele, de kasseien van de Lange Munte en een stuk langs de Schelde aan in Oudenaarde, de huidige aankomstplaats van de Ronde maar tevens startplaats voor de Ronde van de vrouwen. Want laat ons niet vergeten, ook van de Vlaamse wielerhoogdag voor vrouwen is er deze lente geen sprake.
Trouwens, het meest passievolle interview ooit na een Ronde van Vlaanderen komt wat mezelf betreft op naam van een vrouw. Google maar eens ‘Cecilie Uttrup Ludwig Flanders’ en bekijk het filmpje. Hoe de Deense Cecilie, 3e in 2019, haar beleving van de Ronde beschrijft, daar kan niemand onbewogen bij blijven. Via een oude spoorwegbedding zetten we onze tocht verder richting Kwaremont en ik zie in mijn linker ooghoek de Koppenberg opdoemen, maar net dan kijk ik, niet geheel per abuis, rechts en doe alsof ik de puist van Melden niet zie. Stilzwijgend rijden we verder, want zwijgen is toestemmen!
Berg Ten Houte
We klimmen via de Ronse Baan tot aan de Ronde Van Vlaanderenstraat. Daar staat het monument ter ere van Karel Van Wijnendaele, de stichter van de Ronde van Vlaanderen. Enfin, het werd altijd aangenomen dat ‘Koarle’ de grondlegger was. In 2013 bleek na onderzoek van de KU Leuven echter dat eigenlijk Léon Van den Haute aan de bron stond van wat nu de mooiste koers ter wereld is. Het was hij die in 1913 de nieuwe sportkrant Sportwereld met de Ronde wilde promoten. Nu is het een andere Vandenhaute, Wouter, en oprichter van Flanders Classics, die de plak zwaait bij de organisatie. Misschien daarom toch maar opnieuw Berg Ten Houte, in de buurt van Ronse, opnemen in het traject?
We dalen af in de richting van de Hotondmolen, waar Niki Terpstra in 2018 in tegengestelde richting Vincenzo Nibali koudweg uit het wiel ranselde. Dik 10 km verder draaien we net voor de kerk van Schorisse rechts de Essestraat in. Die vormt de aanloop naar één van m’n favoriete hellingen in de Vlaamse Ardennen, ‘Het Foreest’. Deze beklimming werd slechts van 2003 tot en met 2006 opgenomen in het Rondeparcours en loopt dwars door een stiltegebied, wat dan weer de reden was om deze passage vanaf 2007 te schrappen. Eens boven opteren we om links af te slaan en af te dalen via de Ganzenberg.
Verkoudheid door Museeuw
Een afdaling met enkele blinde bochten en passages onder het groen zorgen ervoor dat voorzichtigheid is geboden, maar voor een geoefend fietser kan dit geen probleem vormen. Eens beneden kom je aan de ‘Kapel van de Ronde van Vlaanderen’. Deze kapel werd in 2011 volledig gerestaureerd en toen werden de namen van alle winnaars aangebracht. Al eindigde dat eerbetoon in 2010, van Peter Sagen of Alexander Kristoff geen sprake op de erelijst, toch een beetje zonde voor dit kleine Heiligdom.
Onze kilometerteller tikt alsmaar verder en we willen nog doorfietsen tot in Geraardsbergen. Daarom zoeven we de Kleiberg af richting Brakel en proberen daar Tenbosse op te knallen, al blijft het bij een fletse poging. Het was op dat stuk bergop dat Johan Museeuw in 1998 op het grote mes iedereen en alles achter liet en de eenzame vluchter Hendrik Van Dyck door zijn sprong een verkoudheid bezorgde. Wij zetten naarstig onze weg verder en bereiken via Parikeberg de Oudenbergstad waar we over de Muur klauteren, Heilige Rondegrond.
De nek om
Normaal gezien zouden we nu voor koffie en mattentaart binnen vallen in Bar Gidon, op de Markt van wat in het plaatselijke dialect ‘Giesbaargen’ wordt genoemd. Cafébaas Frederik Penne en vrouw aan zijn zijde, Els Ritserveldt, hebben op korte tijd van hun zaak een begrip gemaakt in wielermiddens. Het is dan ook niet voor niks dat er een officiële supportersclub van wielerfenomeen Remco Evenepoel is gevestigd. Fredje was zelf heel wat jaren profwielrenner, in 2003 werd hij nog 9e in Kuurne-Brussel-Kuurne. Ook Els kreeg koers met de paplepel ingegeven. Vader Jean-Marie was coureur en opa Albert Ritserveldt wist in 1939 zelfs Luik-Bastenaken-Luik te winnen bij de profs. Bij elke koers die er bij hen passeert, is het daar vollebak ambiance. Maar vandaag niks daarvan, je kan er een muis horen voorbij trippelen.
Onze Ronde zit er op, al dienen we wel nog dik 60 km terug te rijden, naar huis bij ‘moeder de vrouw’. Met de wind in de rug kan dat geen probleem vormen en het is nu bang afwachten wanneer de eerste échte Ronde zal plaats vinden. Aangezien de gehele wielerkalender overhoop ligt, kan Vlaanderens mooiste koers misschien gereden worden op 11 juli. Dan krijgen we 2 Vlaamse feestdagen voor de prijs van 1. Dat zou een mooi geschenk zijn om het coronamonster definitief de nek om te wringen. Daar kan niemand tegen zijn, toch?
5 comments
uw verhalen zijn interessant en kwalitatief, doe zo voort !!!!
Knap man zolang je het op deze manier kan, VERDER DOEN
Stefan : graag nog veel van deze exploten .herman Brusselmans kan van u nog veel leren??
Mooi verwoord Stefaan.
Echt het lezen waard, alsof men er bij is.
Iedereen bedankt voor de mooie reacties.