De corona-wielerkalender heeft de Giro (03/10 – 25/10) en de Vuelta (20/10 – 08/11) zo geprogrammeerd dat ze elkaar deels overlappen. Tijdens die 6 overlappingsdagen bestaat de kans dat er 2 landgenoten op dezelfde dag een rit winnen in een grote ronde. Maar dat gebeurde ooit nog al eens. En dan nog wel in dezelfde ronde, de Tour van 1987.
De start van die Ronde van Frankrijk werd gegeven op woensdag 1 juli in Berlijn. West-Berlijn om precies te zijn, want deze Duitse stad werd toen nog in 2 verdeeld door de Muur. Niet die van Geraardsbergen of Huy, maar wel door het IJzeren Gordijn. In het Westelijke deel van de stad maakten ze zich op voor de grote Tourstart, in Oost-Berlijn was elke dag als de dag ervoor en waren ze zich amper bewust van wat er in het andere deel van de stad stond te gebeuren.
Nijdam en Verhoeven
De eerste Tourkilometers werden verreden in een proloog, gewonnen door Nederlander en tempobeest Jelle Nijdam. Ook de dag erna bij de 1e échte rit was Nederland aan winst met Nijdams ploegmaat bij de ploeg Superconfex-Kwantum-Yoko, Nico Verhoeven. Diezelfde dag was er nog een ploegentijdrit die werd gewonnen door de Carreraploeg van de latere Tourwinnaar van dat jaar, Stephen Roche. Na een rustdag met een transfer naar zuidelijker Duitsland won de Portugees Acácio Da Silva de rit met aankomst in Stuttgart.
Op zondag 5 juli stonden er 2 ritten gepland op 1 dag, iets wat nu nog amper of niet meer wordt gedaan in grote rondes, want het brengt vooral een grote organisatorische knoop met zich mee. De 1e van 2 ritten die dag liep van Stuttgart naar Pforzheim. Herman Frison, dat jaar aan de slag bij de ploeg Roland – Skala – T-W van Roger Swerts, presteerde de eerste ritten niet zoals hij zou willen en hij nam zich voor om in de korte voormiddagrit er een lap op te geven.
Nationale eer
Zo gedacht zo gedaan, Frison demarreerde bijna onmiddellijk na het startschot. In het peloton lieten ze eerst begaan en als ze goed en wel de achtervolging hadden ingezet, was de vogel gaan vliegen. Frison was niet te stuiten en stoomde alleen door naar de aankomst in Pforzheim. Toen Jean-Paul Van Poppel, dat jaar goed voor 2 ritzeges in de Tour én winnaar van de groene puntentrui, de pelotonsprint won voor de 2e plaats, was Frison al anderhalve minuut aan het uitpuffen. Herman blij, zijn ploeg blij én de Belgische eer gered. Maar daar bleef het niet bij.
In de namiddag ging de rit met start in Pforzheim de Duits-Franse grens over om aan te komen in Straatsburg. De renners van de Lottoploeg met Walter Godefroot en Patrick Lefevere als ploegleiders reden in die Ronde van Frankrijk met Joker, een nieuw product van de Nationale Loterij, op hun trui. Marc Sergeant, stylist op de fiets, nam die bewuste namiddag de rol van joker op zich. Na schermutselingen in het begin van de rit zag hij op dik 65 km van de aankomst zijn kans schoon. Hij nam tot 4 minuten voorsprong, maar die voorgift zag hij op 20 km slinken tot 2 minuten.
Band voor het leven
Ondertussen was Frison een gevecht met zichzelf aan het leveren tussen de volgwagens. De inspanningen in de ochtend waren nog niet verteerd en naar eigen zeggen zag hij toen meer af dan tijdens zijn rush naar zijn mooie zege eerder die dag. Marc Sergeant moest naar het einde van de rit tot het gaatje gaan om voorop te blijven, maar hij haalde het en hield aan de aankomst 13 seconden over op het spurtende peloton. Hij was zo diep gegaan en verkrampt dat hij op het podium amper zijn armen kon opheffen om zijn overwinningstuil in de lucht te steken. Marc noemt deze zege nog steeds de mooiste uit zijn carrière, nochtans werd hij in 1986 nationaal kampioen in Merchtem. Dit was ook een historische zege voor de Lottoploeg, want het was de 1e zege ooit voor de ploeg in de Ronde van Frankrijk.
Sinds 1910 kwam er ieder jaar minstens 1 etappezege in de Tour op naam van een landgenoot, de zeges van Frison en Sergeant waren echter de laatste in die reeks. Het was tot 1989 dik 2 jaar wachten op Etienne De Wilde voor een nieuwe ritzege in de Tour voor de Belgen. De zeges van Frison en Sergeant zorgden voor vriendschap tussen de 2 renners. Op het einde van hun wielercarrière werden ze alsnog ploegmaats, want in 1995 reden ze samen voor de Lotto-ploeg. Deze band houdt tot op vandaag stand. Momenteel zijn ze beiden bij de Lotto-ploeg in dienst om de renners te begeleiden en bij te staan. Een dagje afzien in Tour smeedt blijkbaar banden voor het leven.