Bij vrijdag de 13e denken velen aan ongevallen en andere tegenslagen. Tijdens de Giro d’Italia van 2011 was die dag van ongeluk en onmetelijk verdriet echter al gepasseerd op 9 mei. Op die maandag kwam Wouter Weylandt om het leven na een zware val tijdens de afdaling van de Passo del Bocco. De verslagenheid in het peloton was groot, maar de koers wacht niet en ging desondanks verder.
Enkele dagen later, op vrijdag 13 mei stond een korte maar zware rit van 110 km op het programma. Dit lijkt een makkie voor doorwinterde profs, maar de aankomst lag op de top van de helling naar het heiligdom van Montevergine di Mercogliano, na 17 km klimmen aan gemiddeld 5%. De overwinning ging, na een bloedstollende finale, verrassend naar de bijna 25-jarige neoprof Bart De Clercq. Eerstejaars prof maar toch al de 24 voorbij, dat vraagt om opheldering.
Rekelberg
Als tiener deed Bart aan atletiek, maar omdat hij regelmatig last had van blessures stapte hij op de koersfiets en sloot zich aan bij de wielertoeristen van Erwetegem. Dat ging hem goed af en hij besloot om eens ‘écht koers te rijden’ bij nevenbond VWF. Dat ging wonderwel beter dan gehoopt en hij kreeg de smaak van het wielrennen te pakken, zodat hij vanaf juli 2008 een zomervergunning nam om bij de elite z/c te mogen aantreden. Zijn 1e koers bij de elite z/c reed hij in Rozebeke, hartje Vlaamse Ardennen, maar enkel met de intentie zo lang mogelijk mee te rijden. Iedere ronde kregen ze de beklimming van de Rekelberg voor de wielen geschoven, maar De Clercq verbaasde zichzelf door vlot mee te rijden met de 8 man sterke kopgroep.
In de laatste ronde bleven enkel Bart en een medevluchter over, maar De Clercq poefte die andere kerel bergop zonder pardon uit de wielen en hij won. Minder dan 2 maanden later werd hij 8e in het zware BK voor beloften in La-Roche-en-Ardenne, gewonnen door Dimitri Claeys. Die prestatie ging niet onopgemerkt voorbij en Kurt Van de Wouwer vroeg Thomas De Gendt om Bart aan te spreken wanneer ze allebei meetrainden met het Gentse Scheldepeloton. Hierdoor kon hij in 2009 terecht bij de opleidingsploeg Davo-Lotto-Davitamon. 2 jaar later tekende hij zijn eerste profcontract bij Omega Pharma-Lotto. Zo snel kan het gaan.
Scarponi te laat
Tijdens dat 1e jaar als prof liet hij onder meer tijdens de Ronde van Romandië zien dat hij bergop goed uit de voeten kon. Zo goed dat hij door de ploeg werd geselecteerd om de Giro te rijden. Zijn doel: ogen open houden en ervaring opdoen voor de toekomst. Maar die toekomst kwam sneller dan voorzien. Tijdens die rit op die 13e mei werd op de slotklim door de groep het tempo strak gehouden, zodat ontsnappen en voorop blijven amper een optie was. Toch regende het aanvallen, doch steeds zonder resultaat.
De Clercq zag op 7 km van de aankomst zijn kans en haalde snoeihard uit. Hij nam tot 35 seconden voorsprong, maar tijdens de laatste kilometer zette Michele Scarponi nog de achtervolging in en die naderde razendsnel. Bart perste er alles uit en verzuurd tot achter de oren hield hij op de meet een halve fiets over om als winnaar over de meet te flitsen. Pas toen hij de finish volledig was gepasseerd, was hij zeker van de zege. De betreurde Scarponi werd dus 2e, Kreuziger 3e, Stefano Garzelli 4e en Vincenzo Nibali maakte de top 5 volledig. Die klasbakken achter hem laten op zo’n lastige aankomst was écht een knalprestatie als debutant in het profpeloton.
Zware val bij La Houppe
In 2015 won Bart De Clercq een rit in de Ronde van Polen, ook WorldTour, en werd daar 2e in het eindklassement. Na het seizoen 2017 echter was er bij Lotto Soudal geen plaats meer in de ploeg voor De Clercq en hij verkaste naar Wanty-Groupe Gobert. Maar de tegenslag die hij op die vrijdag de 13e in Italië niet had, kreeg hij nu wel op zijn boterham. Nieuwjaar was pas gevierd en tijdens zijn 1e trainingsrit in zijn nieuwe ploegkledij kwam hij in de buurt van La Houppe ten val. Breuk van de heupkop was het verdict en een operatie onvermijdbaar. 2 stappen vooruit en 1 achteruit was het verhaal van zijn revalidatie.
Daarop werd beslist om zijn heup te vervangen door een keramische protese. Hij vatte 2019 nog aan met goede moed, kon zijn trainingskilometers afwerken maar kreeg steeds meer last van een verzuurd bovenbeen. Mentaal werd het ook steeds moeilijker omdat de ware oorzaak van de last die hij had onbekend bleef en hij voelde dat hij niet kon presteren zoals hij zou willen en in normale omstandigheden zeker had moeten kunnen. In september 2019 maakte hij bekend dat hij het voor bekeken hield.
Zijn diploma master lichamelijke opvoeding en zijn ervaring als profwielrenner wendt hij nu aan in zijn nieuwe job. Hij is aan de slag bij preventielab ‘Pulso’ in Zwevegem. Dus fietsers, lopers en andere atleten die hun prestaties naar een hoger niveau willen tillen zouden Bart De Clercq misschien wel als coach kunnen hebben. Dat op relatief latere leeftijd beginnen met topsport geen belemmering hoeft te zijn, dat heeft hij alvast bewezen.