De herstart van de Topcompetitie ging afgelopen zondag door met de Omloop van Valkenswaard, en het was een Belg die over de grens met de bloemen ging lopen. Yves Coolen van BEAT Cycling Club toonde zich ondanks een zware koers de snelste in de sprint. Volgend jaar hoopt Coolen bij een procontinentale ploeg te rijden.
“Het was een hectisch gedoe”, blikt de Antwerpenaar terug op zijn overwinning. “Halfweg koers moest ik door een stuurprobleem 2 keer van fiets wisselen, de laatste keer dacht ik dat het over was. Ik kwam terug tot een achtervolgende groep, dacht ik, maar het bleek uiteindelijk vooraan de koers te zijn en uiteindelijk kon ik nog meesprinten voor de zege.”
Geen verrassing voor Coolen. “Niet helemaal. Ik was ook al goed op dreef in Dwars door het Hageland, waar ik niet alleen goed reed maar ook 14e eindigde tussen al die grote namen. De bevestiging volgde daarna in de Druivenkoers en de Brussels Cycling Classic, waar ik op anderhalve km van de meet lek reed. Het moest alleen nog eens meezitten om een goed resultaat neer te zetten en dat is bij deze gelukt. Het viel allemaal in de goeie plooi.”
Aanpassing
Sinds de coronabreak gaat het Coolen goed af. “Ik heb wat kermiskoersen gereden om mij voor te bereiden en dat liep allemaal goed. Het is nu te hopen dat we kunnen blijven koersen. Zaak zal worden om te pakken wat nog kan in dit zeer korte seizoen. Zondag rijd ik de Antwerp Port Epic en vervolgens ofwel de Ronde van Luxemburg ofwel de Gooikse Pijl en aansluitend het BK in Anzegem. Die omloop moet me zeker liggen, dus ik trek er met open vizier naartoe.”
Voor Coolen is het de 2e jaargang bij BEAT. “Het 1e seizoen, 2019, viel echt goed mee”, zegt hij. “Alles was op en top geregeld, de ideale omgeving om me te integreren. Het niveau was wel even aanpassen, want alle koersen waren zwaarder en langer dan ik gewend was. Maar ik verteerde die overgang toch vrij goed en dus wilde ik dit jaar prijzen rijden. Dat is er door de omstandigheden nog niet te veel van gekomen. Zeker omdat ik wat koersen nodig heb om er in te komen.”
Proconti
In de winter voelde Coolen al dat hij rapper reed dan voorheen. “Ja, het ging sneller op training”, lacht hij. “Ik voel nu dat ik stilletjes aan klaar ben voor de volgende stap, op het einde van dit seizoen zou ik graag prof worden. Eind augustus heb ik meerdere koersen na elkaar bewezen dat ik dat niveau zeker aankan. Ik hoop dat de teams me beginnen op te merken en dat ik ergens een kans krijg om me te bewijzen.”
Momenteel werkt Coolen nog halftijds als mecanicien in een fietsenzaak in zijn thuishaven Kasterlee. “Ideaal is dat niet”, vindt de renner zelf ook. “Maar er is wel veel begrip van mijn werkgever, Tim Van Nuffel, want die heeft vroeger ook zelf gekoerst. Als ik op bepaalde dagen niet kan komen, dan is dat niet zo’n probleem. De goeie samenwerking maakt het wel leefbaar, maar de ambitie blijft om alles op de koers te kunnen zetten.”
“Een manager heb ik niet, want je geraakt niet zomaar binnen bij die mannen, denk ik. Met teams heb ik ook nog geen contact gehad. Het zal wel geen probleem zijn om bij BEAT te blijven, vermoed ik, maar ik ga wel proberen om de stap te zetten. Een procontinentale ploeg moet binnen mijn mogelijkheden liggen, het zou mooi zijn mocht dat lukken.”