De 23-jarige Brent Van Moer is dit voorjaar 1 van de opvallendste jonge Belgen. De stevige hardrijder uit Beveren zette zijn progressie als wielrenner nog eens in de verf tijdens de Scheldeprijs, waarin hij een hele koers lang in de vuurlinie reed. “Ik wil verder evolueren naar een klassiek renner en voel dat de Vuelta mij sterker heeft gemaakt”, legt de jonge Oost-Vlaming uit.
alt=”” class=”wp-image-37176″/>We leerden Brent Van Moer met z’n allen kennen op het WK tijdrijden voor beloften in Innsbruck. Van Moer werd er knap 2e na Mikkel Bjerg. Hij liet toen gepatenteerde hardrijders als Affini, Hayter, Foss en McNulty achter zich. Eerder dat jaar was hij ook al 2e geworden in de Omloop en 6e in Roubaix, waarmee de Oost-Vlaming duidelijk maakte welk type renner hij was. Lotto Soudal besloot om de hoog opgeschoten Waaslander vanaf juni 2019 toe te voegen aan zijn rennerskern.
Bij de profs liet Van Moer meteen een 7e plaats in de Ronde van Denemarken noteren. Op het WK tijdrijden in zijn leeftijdscategorie zat een medaille er dit keer niet in, al was de 5e plek in Harrogate zeker verdienstelijk. 2020 was geen gemakkelijk jaar voor het jonge talent. Eind oktober mocht hij naar de Vuelta, een cruciale ervaring in zijn carrière. “Ik ben daar sterker uitgekomen”, geeft hij aan. “Je kan stellen dat ik een andere renner ben geworden. Dat is ook de bedoeling, want ik heb het tijdrijden een beetje van mij afgeschoven en richt me meer op de voorjaarskoersen.”
Afgedwongen
Dit jaar plukt Van Moer al de vruchten van zijn 1e grote ronde. Van Moer rijdt overal aandachtig mee en maakte in de voorlaatste etappe van de Tirreno-Adriatico deel uit van de beslissende vlucht. In Lido di Fermon was Mads Würtz Schmidt net iets sneller. De 2e plaats voor Van Moer smaakte een beetje bitter, al kreeg hij ook veel lof voor zijn 1e dichte ereplaats bij de profs. “Dat heeft mij veel vertrouwen gegeven richting de klassiekers”, beaamt hij. “Ook bij de ploeg heb ik dankzij die prestatie wat meer afgedwongen. Ik durf meer te koersen en alles te geven in de wedstrijd.”
In Gent-Wevelgem en Dwars door Vlaanderen reed Van Moer telkens tussen de mensen. De Ronde van Vlaanderen werd door pech een teleursteling. Hij kwam zelf niet ten val, maar was wel betrokken bij een valpartij op 60 km van de meet. Zijn versnellingsapparaat raakte defect en toen hij verder kon, waren de vogels gaan vliegen.
In de Scheldeprijs toonde Van Moer opnieuw zijn kunnen. “Ik was mee met de 1e waaier van een dozijn renners na de passage door Zeeland. Natuurlijk hoopte ik toen om met dat groepje naar de meet te gaan. Met weinig renners is een finale makkelijker aan te pakken. Helaas kwamen de sprintersploegen erbij uit de 2e groep en dan weet je dat het een moeilijk verhaal zal worden. Ik probeerde nog wel iets in de finale, maar een sprint bleek helaas onafwendbaar.”
Na zijn goede voorjaar neemt Van Moer nu even rust. “Ik ben tevreden over de afgelopen maanden. Het wordt nu een beetje afwachten welk programma ik kan rijden, want het ziet er niet erg goed uit met corona. Normaal gezien staat de 4-daagse van Duinkerken op het programma. Een grote ronde is nog niet vastgelegd, maar wellicht trek ik in het najaar opnieuw naar de Ronde van Spanje.”