2021 is niet het seizoen van Frederik Backaert. Waar de Oost-Vlaming enkele jaren geleden als renner van Wanty-Gobert in deze periode nog in volle voorbereiding op de Ronde van Frankrijk was, moet hij het nu stellen met een zeer beperkte kalender. “Mijn seizoen was gewoonweg heel saai”, vertelde hij aan de start van Dwars door het Hageland.
Normaal gezien zou Frederik Backaert aan de start van een wedstrijd als die in het Hageland brandend van ambitie staan. In het verleden is hij immers al een keertje 2e geëindigd in de Tro-Bro Léon, een gelijkaardige wedstrijd in Bretagne over onverharde wegen. In dat topjaar van Backaert, 2017, werd hij ook in het Hageland verdienstelijk 11e. “Dat was een ander jaar”, stelt hij droogjes vast. “Door de coronatoestand zijn er veel koersen geschrapt en heb ik niet genoeg wedstrijdkilometers kunnen maken.”
Backaert reed uiteindelijk wel het gros van de Vlaamse klassiekers dit jaar, maar kon geen mooie ereplaatsen realiseren in het shirtje van zijn Franse werkgever B&B Hotels p/B KTM. “Dat was zonder enige voorbereiding en het is bijgevolg ook niet zo goed gegaan”, zucht hij. “Door dat gebrek aan wedstrijden loop ik constant achter de feiten aan.”
Enorm verschil
Veel beterschap op de kalender ziet Backaert voorlopig niet. “Het ziet er triestig uit hè. Ik rijd volgende week nog Paris-Camembert en dan volgt ook het Belgisch kampioenschap in Waregem, maar vervolgens breekt de grote leegte aan. Het is ook moeilijk om doelen te stellen als je niet weet waar je overal kunt starten”, beseft de Koperen Kogel. In tegenstelling tot wedstrijden, heeft de grote Oost-Vlaming aan bijnamen geen gebrek.
Het verschil met een aantal jaren geleden is groot bij Backaert. Zowel in 2017 als in 2019 reed hij de Ronde van Frankrijk, waarin hij zich ook geregeld liet opvallen met zijn aanwezigheid in de vroege vlucht. Toen kwam hij nog uit voor Wanty–Groupe Gobert, nu rijdt hij dus onder de koepel van Jérôme Pinot bij B&B Hotels. Die ploeg heeft ook startrecht in Frankrijk, maar Backaert verwacht geen selectie. “Ik heb er nog niets van gehoord, dus ik zal er wel niet bij zijn. Dan zal ik die periode moeten trainen. Ik ben zeker niet verbitterd, hoor. Als ik tijd heb, zal ik met ene gerust hart in de zetel ploffen om de Tour te volgen.”
Nog geen ploeg
In het Hageland startte Backy wel met enige ambitie. “Ik was er al 2 keer gestart en de wedstrijd is niet drastisch veranderd. Voor mij hoeft het niet te regenen. Verder ben ik op mijn best als het peloton al wat is uitgedund.”
Uiteindelijk bolde hij als 44e over de meet. Niet slecht, maar eveneens niet zo goed als in zijn beste jaren. Een dag later in de Elfstedenronde eindigde hij als 69e, evenmin een brief naar huis waard.
Veel wielerliefhebbers zouden de Oost-Vlaming graag weer wat prominenter in beeld zien tijdens de wedstrijden. Helaas is hij 1 van de slachtoffers van de pandemie. Voor volgend jaar weet Backaert nog niet waar hij zal uitkomen. “Ik heb nog geen duidelijkheid wat betreft de ploeg”, bekent hij.
Met een zekere vorm van gelatenheid wensen we hem nog succes. Hopelijk zien we Backy snel weer op zijn best.