België heeft de laatste jaren opnieuw klimmers in het peloton. Dat heeft wellicht te maken met het befaamde klimproject van Belgian Cycling. Via een uitgebreid screeningsprogramma worden de grootste klimtalenten opgespoord en vervolgens verder begeleid. 1 van de renners op de radar is Duarte Marivoet. De 16-jarige 2e jaars nieuweling uit Kontich wil ronderenner worden en legt voor ons uit hoe het klimproject werkt.
Explosief
“Elk jaar worden de inschrijvingen voor het klimproject opengezet”, vertelt Duarte. “Je moet dan een inspanningstest laten uitvoeren en de resultaten doorsturen naar de coördinatoren. Vervolgens worden een 20-tal renners uitgenodigd voor een test in de Ardennen. Het gaat concreet om 2 testjes. De 1e is een explosieve test op een steil stuk van de Côte de Wanne, de andere is een vermogenstest over 5 minuten op de Côte de Brume. Bij die laatste test trapte ik 7.3 watt/kg.”
Recent was Duarte dus 1 van de jongens die zich aan de testen mocht wagen. “Wat mij betreft zijn deze enorm meegevallen”, bekent hij. “Op het korte, steile stuk eindigde ik rond 1’05, wat betekent dat ik best explosief blijk te zijn. Nochtans dacht ik meer geschikt te zijn voor de langere test. Ik had daarvoor zelfs mijn richttijd in alcoholstift op mijn arm geschreven. De coach vertelde me dat ik wel heel ambitieus was, maar ik kon toch mooi onder deze tijd blijven en reed in 5’29 naar boven.”
Stages en Nations Cup
Bij de junioren wordt de testdag in de Ardennen vervolgd door een stage in de Vogezen. De beste renners maken vervolgens aanspraak op een selectie voor de Nations Cup in Tsjechië en de Tour du Pays de Vaud en La Classique des Alpes. Indien de kampioenschappen over een zwaar parcours lopen, worden ook daar de klimmers ingezet. Op het WK van 2018 in Innsbruck kwam maar liefst 75% van de renners bij de junioren uit het Klimproject.
Dankzij het Klimproject worden talenten dus op jonge leeftijd gedetecteerd. Bovendien beschikt de bond over een enorme database die extreem nuttig kan zijn om het project nog verder uit te werken. “Er staan heel wat tijden op Strava, maar toch bestaat er nog enig mysterie over de precieze waarden die in de Ardennen worden gerealiseerd”, zegt Duarte daarover. “Sowieso is het wel fijn om het een keertje mee te mogen maken.”
Duarte is met zijn woonplaats in de provincie Antwerpen een typisch voorbeeld van een renner die zonder het klimproject misschien jarenlang anoniem in het peloton rondrijdt, terwijl hij een potentiële ronderenner is. “Het is soms frustrerend dat ik amper bergop kan trainen”, zegt hij daarover. “Daarom hecht ik ook zoveel belang aan die testen, ik was zelfs een keertje gaan verkennen.”
Wetenschappelijke aanpak
De Antwerpse klimmer neemt zijn volledige carrière momenteel erg wetenschappelijk aan. Sinds dit jaar komt hij uit voor het Canguru-QTS-Air College Cycling Team, de ploeg van de gerenommeerde ploegleider Rik Devoogdt. “Ik werk nu ook samen met een trainer en kon mijn waarden serieus verbeteren. Ik trap 40 watt meer dan vorig jaar en mijn VO2-max kon ik opvoeren van 77 tot ongeveer 84.”
Duarte hoopt vooral op lange termijn te kunnen scoren. “Ik denk vooral in cijfers. Elk jaar wil ik een bepaald wattage kunnen winnen. Ook met aerodynamica en gewicht ben ik op die manier bezig. Het is zelfs zo fanatiek dat ik mijn trainer enkele trainingsprogramma’s aanleerde. Wat betreft de korte termijn heb ik mijn zinnen vooral gezet op het BK tijdrijden. Dat we dit jaar nog geen wedstrijden konden rijden, is natuurlijk jammer, maar met de cijfers kan ik me wel bezighouden”, besluit de ambitieuze Duarte.