Elk jaar beklimmen duizenden wielerliefhebbers de Koppenberg, de Paterberg, de Oude Kwaremont en de andere mythische hellingen van ‘Flanders’. Achter deze platgereden wegen liggen velden, bossen, vergezichten en moordhellingen die je nog niet kende. ‘Niets leuker dan samen stoempen, klimmen, nieuwe wegen ontdekken, afzien en nagenieten.’ Zo promoot Cycling Vlaanderen zijn nieuw off-road evenement. Het werd afzien als de beesten. Een epische rit voor de annalen, over de échte toppen van Vlaanderen.
Een dichte mist bedekte de velden. In Kluisbergen, 1 van de dorpen waar de Ronde van Vlaanderen elke lente neerstrijkt, verschenen op 10 oktober 2021 honderden mountainbikers, een paar gravelfietsers en 1 gek op een cyclocrossfiets (uw auteur) aan de start van de ‘Ronde van Vlaanderen Off-Road’.
De ochtendzon door het mistige dek maakte mysterieuze silhouetten van de fietsers die bij dauw en dageraad vertrokken voor wat al gauw een epische rit zou blijken. Over de zwaarste hellingen van de Ronde, plus nog zwaardere beklimmingen dwars door de velden en de bossen.
‘Zo’n zware rit zou je in de Ardense bossen verwachten’, fluisterde een stem in mijn hoofd. ‘Ja, je bent dan ook in de Ardennen, in de Vlaamse’, zei een andere. Het hoogste punt ligt op slechts 151 meter hoogte, maar de uitzichten en het gevoel in de benen doen wel degelijk Ardens aan.
De hellingen met mythische namen, wereldberoemd dankzij de Ronde van Vlaanderen, stonden vermeld op de zelfklever die de deelnemers op hun kader konden bevestigen: Kluisberg, Knokteberg, Scherpenberg, Fiertelmeers, Kanarieberg, Donderij, Berg Ten Houte, Taaienberg, Ladeuze, Koppenberg, Kortekeer, Paterberg, Oude Kwaremont, Pensemont.
De off-road beklimmingen hadden geen namen, maar verdienen het misschien nog meer om mythisch te worden. In totaal bedwing je in deze rit van 80 km meer dan 20 steile hellingen.
‘Laat je niet ontmoedigen’
Toerisme Vlaanderen blijft Vlaanderen promoten via het wielrennen. En nu doen ze dat ook in Vlaamse velden en bossen. Dit evenement was dan ook uitdrukkelijk gericht op buitenlandse wielertoeristen. ‘Flanders’ was al langer een begrip in de wielerwereld, en sinds het schitterende wereldkampioenschap in en rond Leuven is het dat nog meer.
Cycling Vlaanderen en We Ride Flanders, die ook het officiële evenement van de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen organiseren, boden dit nieuwe evenement in de Vlaamse Ardennen aan omdat er ‘niets leuker is dan samen stoempen, klimmen, nieuwe wegen ontdekken, afzien en nagenieten’.
De Vlaamse Ardennen lenen zich perfect voor een dagje heroïsch stoempen, klimmen en ontdekken. We kennen er alles van. En toch zaten we vaak te vloeken. Want wat aangeboden werd als een route voor gravelfiets was voor 95% dezelfde als die voor mountainbikers.
Door het Kluisbos bij Kluisbergen, het Muziekbos bij Ronse, en het Hotondbos op de grens van beide gemeenten lopen prachtige paden voor de avontuurlijke natuurfietser. Samen met de steil hellende veldwegen vol dikke keien en putten, en overal diep uitgehouwen sporen van tractoren, maakten die uitdagende bospaden van deze rit een zware onderneming. Eentje die beter geschikt was voor mountainbikers. We zagen ook weinig mensen op een gravelfiets.
Alle deelnemers waren gewaarschuwd: ‘Laat je niet ontmoedigen door de eerste 10 km, deze zijn de zwaarste en meest technische van het parcours!’ De rest van het parcours was wat ons betreft even zwaar. Maar goed, we hebben met onze crossfiets al zottere ritten ondernomen.
Dwars door het landschap
Wat we als ‘landschapsfietser’ wel fantastisch vinden aan het concept ‘Ronde van Vlaanderen Off-Road’ is dat je echt dóór het landschap fietst. Je voelt de landschapsgolven nog beter dan wanneer je je beperkt tot asfalt. Je ondervindt aan den lijve wat voor een authentiek, geïsoleerd en afgelegen platteland dit nog is.
Je wordt je nog meer bewust van de oude boerderijen en watermolens, de windmolens op kale heuveltoppen, de hekken en hagen, uitzichten tot aan de horizon met altijd wel ergens een kerktoren, de lappendekens in vele tinten groen en bruin. Zeker op een moment van de dag waarop dat platteland ontwaakt uit een koude herfstnacht.
De herfst is misschien wel het mooiste seizoen voor zo’n rit door deze prachtige uithoek van Vlaanderen. Elk jaar rond de helft van oktober voelen we zelf de roep van het bos. Het meest houden we van koude ochtenden in het bos. Ochtenden waarop je je adem kan zien, de geuren van verkleurende bladeren en natte bodems kan ruiken, en dat ongrijpbare ingrediënt kan proeven dat de dageraad van elk nieuw seizoen uniek maakt. Dat zijn gouden ochtenden.
En goud was de ochtend van de Ronde van Vlaanderen Off-road. Zeker in de majestueuze bossen waren we getuige van de wonderlijke penseelstreken van de 1e zonnestralen die door de bomen priemden en over de mist heen een goddelijk schouwspel creëerden in de beboste valleien.
Geen perfecte gravelroute
Er was nochtans weinig kans om er écht ten volle van te genieten. Bijna elke klim was steil en zwaar. Een perfecte gravelrit bevat voor ons ook voldoende kansen om eens snelheid te maken op een iets langer stuk zonder steile klim of steile afdaling. Maar die kansen werden de deelnemers niet gegund. Dit zijn de Vlaamse Ardennen, uiteraard. En die gaan constant steil op en steil af. Met stukken tot 20% hellingsgraad, in het bos! Als je diep in de finale van zo’n off-road rit nog de Koppenberg, de Paterberg en de Oude Kwaremont moet beklimmen, dan sterf je een paar keer.
Toen we ooit voor de 1e keer aan de voet van de Koppenberg stonden, viel onze mond open. ‘Kán je daar überhaupt naar boven fietsen’, dachten we. Blijkbaar wel, want we geraakten boven. Sindsdien hebben we het Beest van Melden meermaals bedwongen, maar telkens we ervoor staan, voelen we toch een soort ontzag. Het beste is om niet te aarzelen, gewoon beginnen, in 1 trek volle kracht aan de pedalen sleuren, duwen en trekken. Niet verzwakken, jezelf niet laten verlammen door angst. Voor je het beseft sta je boven, op de wegschildering van Wout van Aert.
De gebruikelijke afdaling volg je gewoon over het asfalt. Maar je kan ook een klein paadje in, naar rechts, door het veld. Daar zie je de boer op zijn tractor, in de mist, met 2 valleien verder aan de horizon het silhouet van het zoveelste kerkje. En zo kiest déze Ronde op de top van elke helling, of tussen de bekende hellingen door, voor minder gekende maar authentieke en soms wilde paden door het landschap.
Wild. Dat is het woord dat telkens in ons opkomt als we denken aan de rotsachtige beklimmingen in de Vlaamse Ardennen. Want, de organisatoren hadden er niet beter op gevonden om de zwaarste off-road beklimming – eentje over een naar boven draaiende, rotsachtige, steile veldweg – juist voor de Paterberg in het parcours op te nemen. Helemaal dood kwamen we daar boven. En meteen daarna moesten we de Paterberg op. Bijna lachwekkend zwaar.
Heilige wielergrond
Door de echte Ronde van Vlaanderen zelf te fietsen, begrepen we wat voor heroïsche taferelen er zich tijdens de koers afspelen op deze heilige wielergrond. Nu we die grond ook écht onder onze banden en in onze benen hebben gevoeld – de landbouwgrond, de aarde, de keien, de velden, de putten, de bospaden – denken we dat die renners op hun koersfietsen een luxeritje doen. Met enige zin voor overdrijving, uiteraard.
Wie een mountainbike heeft, rijdt de Ronde van Vlaanderen Off-Road het best met zo’n fiets. Wie een stevige gravelfiets heeft en zich niet laat afschrikken door zware inspanningen, waanzinnig steile off-road beklimmingen en het occasionele moddergeploeter, kan zich gerust wagen aan deze klassieker in wording. Wie een cyclocrossfiets heeft, moet een beetje gek zijn. Maar gek zijn is gezond. En fietsen zeker.