De Belgische nationale ploeg in het baanwielrennen krijgt in 2022 een nieuwe bondscoach, want het contract van Peter Pieters (59) wordt niet verlengd. De Nederlander zag de bui wel al een klein beetje hangen, want het overleg over de toekomst van de baanploeg werd steeds maar weer opgeschoven. Afgelopen week kreeg Pieters het verdict te horen. “Ik had een correcte afhandeling verwacht, maar ik heb hier vrede mee”, geeft hij te kennen.
Peter Pieters zat afgelopen woensdag samen met Technisch Directeur Frederik Broché en ook Koen Beeckman. “Ik had in 1e instantie aangegeven te willen doorgaan tot de Spelen in Parijs en wilde daarom graag samenzitten om de toekomst verder te bespreken”, opent Pieters aan de vooravond van dag 2 op het WK baanwielrennen in Roubaix. “Na de Spelen werd het week na week opgeschoven en dan hoorde ik woensdag dat ze niet met me verder wilden. Kijk, als je iemand echt wilt houden, dan maak je daar kort na de Spelen werk van. Dat is nu niet gebeurd.”
Het steekt Pieters klaarblijkelijk dat hem niet gewoon direct gezegd is hoe de vork in de steel zit. “Je moet correct zijn tegen renners, maar ook tegen coaches en personeel”, vindt Pieters. “Het is Belgian Cycling hun goed recht dat ze niet verder willen met mij, maar zeg het dan toch eerlijk in plaats van het te blijven uitstellen. Ik heb er op zich niet zo’n probleem mee, maar ik had meer eerlijkheid verwacht. Tenslotte hebben we toch meer dan 10 jaar (Pieters kwam in 2010 aan het hoofd van de Belgische pisteselectie, red) met elkaar gewerkt.”
Veel successen
Hoe blikt Pieters nu terug op 11 jaar bij de Belgische pistiers? “Ik ben destijds binnengehaald door Jos Smets en daarna volgde even Frederik Broché en dan kwam Koen Beeckman. Dat was een probleem, want de band met Koen was niet zo goed, het werd jaar na jaar moeilijker om te werken. We hebben wel mooie prestaties geleverd, hoewel België echt een klein landje is op het vlak van baanwielrennen. Het was vaak lastig te managen, de meeste toppers geraak je kwijt aan de weg. Bij een selectie staan ze dan ook niet in de rij, zoals bij mijn collega Sven Vanthourenhout. En bovendien moest ik hier bij het uitzetten van de programma’s doorgaans rekening houden met pistiers die plots op de weg moesten gaan koersen. Dat is niet bevorderlijk voor de werking.”
Wat waren voor Pieters de hoogtepunten? “Er zijn er wel wat, want hoewel we een klein land zijn, hebben we ons toch vaak laten gelden. Iedereen kan zich natuurlijk de bronzen medaille van Jolien D’hoore in het Omnium op de Spelen in Rio (2016) voor de geest halen en velen ook wel de wereldtitel van Nicky Degrendele in het Keirin in Apeldoorn (2018), maar er is zoveel meer. In Melbourne (2012) werden Gijs Van Hoecke en Kenny De Ketele wereldkampioen in de Ploegkoers. In 2014 was er Kelly Druyts met goud in de Scratch in Calí. Lotte Kopecky en Jolien D’hoore pakten de wereldtitel Ploegkoers op het WK van 2017 in Hongkong. En in de eindafrekening is er nog Jolien D’hoore die elk jaar meedeed voor het podium in de Scratch. Tot slot hebben we ook op wereldbekerniveau we mooie zaken gerealiseerd, vooral in de Ploegenachtervolging.”
België vs. Nederland
Pieters was voorheen ook bondscoach van de Nederlanders. Een traject dat hij mee hielp uitbouwen. “Er was aanvankelijk bijna niks, maar toen ik vertrok hadden we een goeie groep en een redelijk goeie sprintschool. Daar hebben ze op voortgeborduurd, onder meer met de komst van de velodroom in Apeldoorn. De Nederlanders zijn nu echt wereldtop, vind ik. Maar de mentaliteit in Nederland is ook wel ietsjes anders dan in België. Als je in België niks regelt, dan gebeurt er niks, terwijl ze in Nederland zelf echt beter willen worden en daar ook zelf alles aan doen. Hier moet je meer faciliteren.”
De Belgen staan voor een nieuwe cyclus, lijkt het. Wat denk Pieters daarvan? “Jolien is gestopt en Kenny kapt er ook mee. Er staat een goeie jonge lichting klaar, maar we zullen moeten zien wat Lotte gaat doen. Ze komt bij SD Worx weer bij een groetere wegploeg terecht, dus dat zal wat afwachten worden. Ik hoop dat de jongeren de fakkel kunnen overnemen en resultaten kunnen rijden. Voor mezelf is het nog koffiedik kijken. Of ik mijn kinderen Amy en Roy meer ga volgen? Geen idee. Misschien neem ik eerst wel een sabbatjaar. Als ik bondscoach blijf, dan zal het bij een groot land moeten zijn dat meteen meedoet voor de prijzen, want opbouwen ga ik niet meer doen. Dat kost te veel tijd en energie. Of ik doe enkele kortere projecten. Maar we zien wel, wie weet stap ik helemaal uit de sport.”