Niels Albert had het eerder deze week in de WielerVerhaal Podcast editie WK Veldrijden 2022 over de boeiende titelstrijd in Fayetteville. Maar hij kwam ook zelf terug op zijn eigen regenboogoverwinningen. “Ik moest het gevoel hebben dat het mijn dag is. Alles moet dan meezitten. Zeker om te winnen.”

Hoogerheide
“Mijn 1e WK, in het Italiaanse Monopoli, was heel speciaal”, geeft Niels Albert aan. “Lars Boom won toen bij de beloften en ik eindigde als 7e. In die dagen vormde ik de Belgische top bij de junioren, samen met Bart Verschueren, Jeroen Dingemans en Dieter Vanthourenhout. Dat was toen onze kopman. Een jaar later werd ik al wereldkampioen, in dezelfde categorie, in Pontchâteau.” Albert was vertrokken voor een glansrijke, maar uiteindelijk té korte carrière.
In die dagen heersten de Belgen al in het veldrijden. Bart Wellens prolongeerde dat jaar zijn wereldtitel bij de profs en Kevin Pauwels won bij de beloften. Uiteindelijk hield Niels Albert het bij 4 wereldtitels in het veld. In Treviso 2008 pakte hij de felbegeerde regenboogtrui bij de beloften. Zijn latere concurrent, de Nederlander Lars Boom – met wie hij vele duels uitvocht – pakte toen al door bij de profs en won daar. Toch duurde het niet lang voordat Albert ook in die categorie zijn neus aan het venster stak. Een jaar later zegevierde de toen 22-jarige Albert bij de elite. Met een ruime voorsprong kwam hij voor Zdenek Stybar en Sven Nys over de streep in Hoogerheide.
Emotionele coureur
Zijn mooiste wereldtitel pakte Albert echter enkele jaren later in Koksijde. “Koksijde was voor mij de mooiste, in eigen land. Dat maakt het speciaal”, klinkt het. “Het was het drukst bezochte WK ooit. Waanzinnig om door zo een enorme mensenmassa te rijden. Daar word je echt door gestuwd, al is het om jezelf niet voorbij te rijden op dat moment. Dat is écht het hoogtepunt van mijn carrière.”
“Ik was een emotioneel coureur”, windt de Tremelonaar er geen doekjes om. “Ik moet het gevoel hebben dat het mijn dag is. Alles moet dan meezitten. Zeker om te winnen. Dat zit puur in mijn hoofd. In Tábor (2010, red) ben ik eenvoudigweg afgestapt omdat het me niet beviel.”
Al kan het gevoel echter nog zó goed zijn, dat wil niet zeggen dat je automatisch wereldkampioen wordt. “In Louisville in 2013 had ik écht het gevoel dat ik kon winnen. We hadden er alles aan gedaan om daar top te zijn. Alles tot in de perfectie voorbereid, maar dan lukt het gewoonweg niet.”
In 2014 kwam de carrière van Niels Albert abrupt tot stilstand. Hartproblemen dwongen hem per direct te stoppen. De oorzaak hiervan lag al jaren eerder, laat Albert nu blijken. “Mijn val in Gavere (rond 2008, red) is volgens de dokters de waarschijnlijke oorzaak van de hartproblemen. Ik viel toen hard op mijn borstkast. Mijn hart heeft toen een klap gekregen. Sindsdien wisselde ik hele goede dagen af met mindere. Mijn vorm ging stelselmatig achteruit. Ik reed als het ware op de limiet, maar dat was níet mijn limiet. Ik wilde wel harder, maar ik kon niet.”
Tegenwoordig geniet Albert van het leven. Letterlijk, dat is zijn levensmotto.
1 comment
Lars Boom werd in Monopoli wereldkampioen bij de Junioren. Pas in 2007 in Hooglede-Gits wereldkampioen beloften.