Jasper Philipsen verbaasde in de UAE Tour met een 10e plaats in de korte tijdrit. Daarmee zette hij zich tussen de specialisten en toonde hij aan niet alleen op vlak van zijn sprint opnieuw vooruitgang te hebben geboekt. Dat de ‘Vlam van Ham’ zich helemaal aan het ontbolsteren is als renner mag geen verrassing heten. Bij de jeugd was hij altijd al een allrounder en hij gaf reeds aan steeds meer werk te maken van de grote klassiekers.
Tijdrijder
Sinds zijn talrijke ereplaatsen in de Tour en dubbele ritzege in de Vuelta wordt Jasper Philipsen beschouwd als 1 van de allersnelste renners op 2 wielen. Zijn naam staat in het rijtje met Ewan, Cavendish en Jakobsen en met zijn 23 lentes heeft hij natuurlijk nog de meeste groeimarge. Toch zijn heel wat volgers verbaasd dat Philipsen anno 2022 vooral als pure sprinter wordt aanzien. Hij is bij de jeugd altijd een renner geweest die veel meer kon dan alleen dat. De overtuiging leeft dan ook dat hij op een dag de stap naar klassiek renner maakt.
De 10e plaats in de korte tijdrit in de Emiraten was een signaal van Philipsen dat hij gewerkt heeft aan het werk tegen de klok. Daarin excelleerde hij vroeger ook al. Je zou het haast vergeten, maar als 1e jaars junior werd hij Belgisch kampioen tijdrijden en eindigde hij in Richmond als 6e van de wereld. Op latere leeftijd heeft hij de tijdritfiets wat vaker in de garage laten staan, maar het zit er dus zeker in.
Kasseivreter en Flandrien
Ook als kasseivreter heeft Philipsen mogelijkheden. Anders word je als 1e jaars junior geen 4e in Parijs-Roubaix (na Bram Welten, Pascal Eenkhoorn en Stan Dewulf). Geen toevalstreffer, want een jaar later bevestigde de Limburger met een 5e plek op de Noord-Franse wielerpiste. Ook bij de beloften werd hij nog eens 4e, meer bepaald in 2018 toen Stan Dewulf zegevierde. Na een keer niet te zijn gefinisht bij de profs, koos hij vorig jaar voor de aanval en werd 41e. Op die manier leerde Philipsen de wedstrijd beter kennen, met oog op de toekomst.
En ook de heuvels geraakt Philipsen zeker over. Met zijn 1m76 is hij niet de allergrootste en allerzwaarste, al weegt een sprinter doorgaans net iets meer dan een heuvelspecialist. Maar wees gerust: Philipsen geraakt een brug wel over. Bij de junioren klom hij in La Philippe Gilbert gewoon mee met de allerbeste klimmers en hij won toen ook de E3 Prijs. Door later ook nog 2e te worden in de Ronde van Vlaanderen voor beloften kunnen we er zeker van zijn dat hij er in de Vlaamse Ardennen op een dag wel zal staan.
Gent-Wevelgem
Nu is Jasper Philipsen dus nog steeds vooral een pure sprinter, dat zal wellicht maar een kwestie zijn van tijd. Samen met zijn ploeg werkt hij steeds meer toe naar het klassieke werk en zet hij elk jaar stappen. Zijn programma dit voorjaar ligt nog niet helemaal vast. Hij zal sowieso Parijs-Nice betwisten en zal daar opnieuw een paar sprintkansen krijgen.
Daarna hangt natuurlijk veel af van Mathieu van der Poel en ook Tim Merlier zal als snelle man gebrand zijn op een prestigieuze zege. Toch verwacht iedereen dat Philipsen in koersen als Gent-Wevelgem en Dwars door Vlaanderen een vrije rol zal krijgen. Hij wordt binnenkort 24 jaar, een mooie leeftijd om een semiklassieker te winnen. Maar volgend jaar is natuurlijk ook goed.