Met het Vlaamse voorjaar voor de deur wilden we per se een nieuwe eigenzinnige hellingenroute uitstippelen. We kozen er een paar bekende Vlaamse hellingen uit maar mikten toch vooral op de minder gangbare en soms voor een peloton niet geschikte klimmetjes. Genre Fortuinberg en Congoberg. Zoals gewoonlijk kan je de GPX onderaan deze reportage downloaden.
‘Gene kattepis’
Toch hebben we ons niet beperkt tot die grote Vlaamse namen. Bovendien bestaan er genoeg andere ritten die deze klassiekers eer aan doen en ‘copy-paste’ is niet onze gewoonte. Dus kozen we een vrij centraal gelegen vertrekplaats, ergens rond Brussel. En ja, waarom zouden we niet eens tot net aan de taalgrens gaan, bij Ronse. Op die weg liggen er genoeg bekende en onbekende heuvels om wat hoogtemeters te pakken. Goed voor in totaal 144 km en, naargelang je fietscomputer of routeplanner, een kleine 1.700 hm. “Gene kattepis”, zou Michel Wuyts zeggen. En hij heeft gelijk.
Dit is geen rit voor een beginneling. Eigenlijk ook niet voor de wat gevorderde renner. Dit is voor Jan en Alleman, die er graag eens stevig tegenaan gaat. De afstand is relatief lang, maar haalbaar. De hoogtemeters zijn al behoorlijk talrijk, maar haalbaar. Samen is het… haalbaar? Een goede test voor het voorjaar. Eens kijken hoe het met de conditie zit. Het is geen rit voor een groot peloton, daarvoor zijn de wegens soms te smal. Maar eerder voor enkele vrienden die er een leuke fietsdag van willen maken.
Gapenberg en Veldeman
We starten in Zellik. Aan de sporthal is er ruim plaats om je wagen te parkeren. Amper opgewarmd dient zich na een 10-tal km de 1e serieuze klim aan. Een goede kilometer lang en even een piekje tot 10%. De toon is meteen gezet. Het gaat voortdurend op en neer. Het mooie landschap van het Pajottenland schuift langzaam voorbij en het ene mooie hoekje volgt het andere op. Na goed 20 km kondigt zich de Pollareberg aan. Die is met zijn 1,5 km al wat langer, maar met bijna 4% gemiddeld niet zo zwaar. Hij is wel onregelmatig, wat hem dan weer net wat leuker maakt. 10 km verder doet de korte maar pittige Gapenberg de hartslag weer wat hoger slaan. Hij is niet zo lang maar een stukje van 10% zet de versnellingsapparaten stevig aan het werk.
Aan km 45 stropen we voor een 1e keer de mouwen op. We beklimmen de Berendries. Dik 900 meter lang en gemiddeld 7,8% steil, met een stuk van 10% in het midden. Het wegdek staat vol met namen van al onze toppers, maar de aanmoedigingen zijn voor ons. Berendries: check! Wat later haalt de Veldeman opnieuw het beste in ons boven. Die is even lang als de Berendries maar moet het in gemiddeld stijgingspercentage afleggen van zijn bekende streekgenoot. Zoals het in het Vlaamse heuvellandschap de gewoonte is, zit het venijn hem in de staart. Tijdens de laatste 200 meter gaan we in de dubbele cijfers. 10, 12 en vlak voor de top zelfs heel even 16% brengen elk spiertje op spanning. Hartslag in het rood en gezichtskleur ook. Via de Valkenberg gaat het weer naar beneden. En dadelijk weer omhoog. Gelukkig is Oorloge minder steil, maar over 3,8% over 1,7 km steek je niet zomaar weg. Spurtje naar de top?!
Fortuinberg
Goed 10 km verder is het opnieuw van dat. Of net andersom. Berg ten Houte pakt meteen uit met stevige cijfers: in de eerste 400 meters krijgen we dadelijk 12 en 13% op onze boterham. Met de hartslag in het rood moeten we nog 600 meter verder. Het vlakt wel af maar de laatste honderden meters aan 5% moeten tonen wie er nog jus in de benen heeft. Eigenlijk is dit de prelude van een hoogtepunt. De Kanarieberg… en zijn kleine maar niet minder mooie broer, de Fortuinberg. Beide beklimmingen liggen parallel aan elkaar in het Muziekbos. De taalgrens ligt om de hoek.
Eerst vallen we de 1,1 km lange Fortuinberg aan. We draaien de hoek om en na 250 meter lijkt het alsof onze rem blijft hangen. 14% maken duidelijk dat de zwaartekracht vooral zwaar is. Wat later gaat het heel even zelfs naar beneden, maar je voelt het amper. 11% maken het ons weer erg lastig. Een trucje dat hij daarna nog eens herhaalt. Heel even gewoon vlak en dan weer 10%. Lekker! Boven draaien we naar links en volgen we dezelfde weg als daarstraks. Even gooien we een blik naar rechts naar de brute helling van de Fortuinberg. Dik 600 meter verder wacht ons echter een BVH (Bekende Vlaamse Helling): de Kanarieberg. Een kilometertje afzien. Gemiddeld 8,8% en een max van net geen 13%. De vraag “waarom doen we dit?”, begint stilaan vorm te krijgen.
Les Plachettes en Tsip Tsjap
Volgen Bois de la Houppe, Les Plachettes en Tsip Tsjap, hellingen waar we nog niet te vaak van hebben gehoord. Maar wel allemaal net steil genoeg om even pijn te doen – en de hoogtemeterteller naar de 1.000 te jagen. Rustig uitbollen? Dat zal voor later zijn.
Hoewel, gedurende 5 km gaat het nu naar beneden. Ontspanning die we zeker kunnen gebruiken. Geraardsbergen dient zich aan. Deze helling moeten we niet voorstellen. De kenner likkebaardt om wat gaat komen. De neofiet die hier voor de 1e keer naar boven gaat, ziet de beelden van de roepende supporters, het verkrampte gezicht van de renner, de lege ogen van de achterblijver. Een belevenis op zich. Vanaf de scherpe bocht onderaan, voorbij het cafeetje, tussen de bomen, op naar de kapel. Je voelt de sfeer, snuift de Vlaamse wielergeschiedenis. Dit moet iedereen gereden hebben.
Nog maar net bekomen van de Muur duikt de Bosberg op. De eerste 100’en meters gaat het nog over beton, maar wanneer het wat steiler wordt, gaat het over in kassei. En voorwaar geen mooie, gelijk gelegde kassei. Toch is het niet echt moeilijk. Enkel op het einde komt een opwippertje van 10% het plezier wat vergallen. Wanneer je mooi in het midden van de baan kunt blijven rijden, is het nog net haalbaar. Op de macht, à la Van Aert (kuch), maar wanneer aanstormende auto’s ons naar de boord van de weg dwingen, halen de putten alle vaart uit de fiets. Duwend, puffend en wringend krabbelen we de laatste meters door en vragen ons af waarom Van Hooydonck en Van Aert het nodig vonden om het er zo makkelijk te laten uitzien.
Gelukkig ligt wat later de Congoberg er goed bij. Hij is minder steil en doet vooral minder pijn. Maar de vele kilometers en de hoogtemeters maken dat de tank stilaan leeg geraakt. Oetingen ligt echter binnen handbereik. Enkele kleine klimmetjes vormen het dessert van een uitgebreid hoofdgerecht. Wat later staan we weer aan onze auto in Lennik. Moe, heel moe. Maar genoten van de zon, genoten van de Vlaamse en Waalse hellingen. Genoten van de fiets. ‘t Leven kan mooi zijn.
Download GPX Bingoal Hellingenroute – 144 km!