Meedoen voor winst in de topklassiekers lukt Lotto Soudal voorlopig niet. Dus moeten de renners van de Belgische WorldTour-ploeg zich in vluchten laten opmerken. In Luik-Bastenaken-Luik voegde Harm Vanhoucke de daad bij het woord. Met ploegmaat Sylvain Moniquet slaagde hij in dat opzet. Wat betekent dit voor de toekomst van de West-Vlaamse klimmer?
Moniquet was in La Doyenne de 1e aanvaller van de dag. Hij kreeg snel 4 gezellen. Onder hen ploegmaat Harm Vanhoucke. De 24-jarige West-Vlaming liet een week geleden in de Ronde van Turkije nog zien dat zijn vormpeil groeit. Die rittenkoers van een week sloot hij immers als 5e af.
“Toen we snel met 5 voorop raakten, zat ik te hopen dat nog enkele renners aanpikten”, vertelt Vanhoucke na de aankomst in Luik. “Met 5 was het een lange, lastige dag geworden. Gelukkig pikten 6 achtervolgers aan, maar in de loop van de onderneming bleek de samenstelling van de vlucht niet de juiste te zijn. Al vrij vlug gaven 5 of 6 mannen in de kopgroep aan kapot te zitten. Toen ik aan die uitval begon, hoopte ik nochtans tot aan de voet van de Roche-aux-Faucons, de laatste klim, te geraken.”
Vanhoucke bepaalde op de meeste klimmetjes het tempo. Maar hij hoorde achter hem dikwijls vloeken dat hij te snel ging. “Omdat de bijzonder steile klimmen me niet zo super liggen, probeerde ik op elke helling mijn eigen tempo te zoeken. Voor sommigen mannen in de kopgroep ging ik te rap. Ik zat redelijk op mijn gemak. In zo’n vlucht heb je niet de stress van het peloton, moet je nergens beginnen wringen en knokken voor je positie. Niet alleen de samenstelling van de vluchtersgroep zat wat tegen, ook de wind was voor aanvallers een nadeel. Want eens aan het keerpunt in Bastenaken stond die meestal op de neus.”
Vanhoucke besefte vrij rap dat zijn plannetje om tot aan de Roche-aux-Faucons te geraken weinig kans op slagen had. “Ik weet van mezelf dat ik op La Redoute niet met de besten meekan”, gaat hij verder. “Die klim is voor mij wat te steil. Haalde ik de Côte de la Roche-aux-Faucons, dan ging ik proberen om daar met een mooi groepje mee te gaan.”
Volgend jaar kan de West-Vlaming deze tactiek opnieuw proberen. In Luik-Bastenaken-Luik wil hij ooit de finale rijden. “Bij de beloften kon ik dit soort eendagskoersen aan”, verwijst Vanhoucke naar zijn overwinning in de Ardense Pijl van 2017. “Ik ben nog altijd maar 24. Denk dat ik nog 6 of 7 jaar moet kunnen groeien. Als dat lukt, kan ik misschien ooit de finale van dit Monument rijden. Vorig jaar was ik al goed in deze Luik-Bastenaken-Luik, nu opnieuw. Hopelijk arriveer ik hier ooit met de eerste groep.”
We wensen het de minzame renner toe. Hij lijkt een traagbloeier te zijn. Elk jaar zet hij een stapje vooruit, maar nooit met reuzenschreden. Normaal wordt de Ronde van Italië zijn volgende opdracht. Dat wordt al zijn 5e Grote Ronde. Ook al werd bij zijn overstap van de beloften naar de profs vermoedt dat Vanhoucke tot een echte klassementsrenner kon uitgroeien, zelf heeft hij dat afgezworen. Voorlopig of definitief, dat moet nog blijken.
Nog geen Tour
“Ik denk dat ik in de koninginnenrit van de Ronde van Turkije bevestigde dat ik van een ritzege mag dromen”, aldus Vanhoucke. “In het verleden heb ik dat ook al enkele keren getoond. In rittenkoersen van een week ga ik eveneens op zoek naar een dagsucces. Dat ligt me beter dan de stress om een hele week vooraan te moeten koersen. Wat ook voor Grote Rondes geldt. In de Giro probeer ik eerst Caleb Ewan aan ritwinst in een massaspurt te helpen. Eens dat gelukt is, kan ik een paar etappes uitkiezen en op zoek gaan naar ritwinst.”
Zo werd Vanhoucke al 2 keer 3e in een rit van de Ronde van Italië. In de etappe naar de Etna in 2020, in de najaarsversie van de Giro, leerde het grote publiek de jonge klimmer kennen. Het ziet er naar uit dat hij ook dit jaar de combinatie Giro-Vuelta zal doen. Zijn Tourdebuut lijkt nog niet in de maak.
“De dagen in Denemarken met veel wind plus die kasseirit in Noord-Frankrijk: de 1e week van deze Tour is niets voor mij”, beweert Vanhoucke, die in juli papa wordt. “Die 1e Tourweek moet je kunnen overleven, anders wordt het niets. Bovendien zijn ook in onze ploeg de plaatsjes in de Tourploeg bijzonder duur.”