Deze winter werd Kiona Crabbé (21) Belgisch kampioene bij de beloften in het veldrijden. Ondanks haar jonge leeftijd werd ze door haar ploeg Plantur-Pura nu ook al ingezet in de Ardennenklassiekers op de Weg. Crabbé kon af en toe haar kopvrouwen bijstaan en bereikte overal de finish. “Had je me een paar jaar geleden gezegd dat ik in de WorldTour zou rijden, had ik dat nooit geloofd”, bekent ze.

Kiona Crabbé reed een mooi programma op de weg. Van de Omloop van het Hageland en de GP Oetingen (allebei 1.1-koersen) ging het naar Nokere Koerse (1.Pro) en vervolgens reed ze 4 keer in de WorldTour met achtereenvolgens de Exterioo Classic Brugge-De Panne, de Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Overal bereikte ze de finish, al kwam ze in Luik wel buiten tijd aan.
“Het was op zich een leuke wedstrijd”, vertelde Crabbé aan de aankomst. “Helaas zat ik wat te ver op de Côte de Wanne en verloor ik voeling met het peloton. Ik kon wel nog wat opschuiven, maar belandde in een groepje dat niet meer bij het peloton geraakte. Persoonlijk kwam ik vooral naar hier om uit te rijden en we hebben Luik ook gehaald. Helaas werden we 20 km van de meet wel uit koers gehaald, ook al legden we de hele omloop af.”
Duidelijke taken
Het is voor Crabbé wel even aanpassen, de vorige jaren reed ze voornamelijk regionale wedstrijden, nu start ze plots tussen de wereldtop. “Ik ben blij dat ik aan deze koersen kan deelnemen. Het is wel een leukere manier van koersen omdat je een duidelijke taak hebt binnen de ploeg en dat vind ik wel plezant. In mijn gevoel moet ik vooral Yara Kastelijn ondersteunen. In sommige wedstrijden lukt dat goed, zoals in de Amstel. Ik verspil daarbij veel krachten, maar het belangrijkste is dat ik haar wel kan helpen.”
De renster uit Tienen vindt de Ardennen leuker dan het vlakke werk. “Ik hou er niet echt van om te wringen. Op de hellingen heb ik meer tijd en plaats om op te schuiven, terwijl dat in wedstrijden als De Panne moeilijker is. Het is ook voor ons erg belangrijk om vooraan te koersen.”
Crabbé werd deze winter Belgisch kampioene in haar leeftijdscategorie en eindigde op het WK net buiten de top 10. “Na het veldritseizoen zijn we meteen naar Spanje op stage gegaan”, vertelt ze. “Ik heb dan een korte trainingsperiode gehad en begon vervolgens aan het wegseizoen. Ik had 1 wedstrijd nodig om erin te komen, daarna ging het redelijk. Nu bouw ik wel even rust in, want na het veldritseizoen is er eigenlijk nog geen recuperatieperiode geweest. Luik was voorlopig mijn laatste wedstrijd. Na een rustperiode bouw ik opnieuw op en gaan we ook mijn programma bekijken.”
Trui op de weg?
In elk geval wordt Crabbé ook weer verwacht op het BK, waar ze nog in aanmerking komt voor de trui bij de beloften. “Ik was daar al 2 keer dichtbij met een 3e plek een 5e plek, terwijl ik in totaal 18e en 10e werd. Ik hoop op het BK vooral iets te kunnen betekenen voor het team. Natuurlijk droom ik stiekem van de trui bij de beloften, maar mijn ploegmate Julie de Wilde zal daar ook voor gaan en dan kan ik haar beter ondersteunen.“
De jonge 20’er is in elk geval blij met de progressie die ze in haar carrière maakt. “Ik had niet gedacht dit soort wedstrijden te kunnen finishen. Op de weg heb ik veel vooruitgang geboekt. Mijn grootste ambities liggen echter toch nog steeds in het veld, al vind ik het nu wel leuk om de 2 disciplines te combineren.”