Bloed kruipt waar het niet gaan kan! Zeker in de familie VDB. Franklin Six stapte eind 2020, na 3 seizoenen bij de profs, ontgoocheld uit de koers. Nu is hij terug. In Wodecq reed hij op Hemelvaartdag zijn 1e wedstrijd als eliterenner zonder contract bij het Dovy Keukens-FCC Cycling Team.
Op 6 december 2020 lanceerde Franklin Six op Instagram een niet mis te begrijpen Sinterklaasboodschap. “Dit is niet mijn toekomst, ik hecht me niet vast aan een leven als wielrenner. Deze wereld verlaten is een opluchting. Over het leven heb ik veel geleerd, maar nog meer over de mensen. Ik zag 400 zwarte kanten van het menselijk wezen. Ik deed altijd het maximum om te herstellen van letsels en ziektes. Ben eruit gekomen, maar men heeft me niet ontzien. Niettemin ben ik fier op wie ik nu ben.”
Zo ging de boodschap nog even verder. Nu komt Six, die bij Wallonie-Bruxelles 3 jaar prof was, daar liever niet meer op terug. “Toen kende ik een hele moeilijke periode”, verduidelijkt hij even. “Veel problemen met mijn rug. In de loop van dat seizoen heb ik zowel mijn hand als mijn sleutelbeen gebroken. Toen functioneerde ik niet in een perfecte omgeving. Maar ik was het koersen niet helemaal zat. Dat is het enige wat ik daarover kwijt wil. Het is verleden tijd.”
Meteen nadat zijn profcarrière eindigde, sloeg het neefje van wijlen Frank Vandenbroucke een totaal andere weg in. Hij volgde een opleiding bij het leger. En bracht die tot een goed einde. Zodat hij nu gekazerneerd is bij de infanterie in Doornik.
“Was ik in 2018 geen prof geworden, zou ik wellicht dan al gezocht hebben naar een job bij Defensie”, beweert de zoon van ex-renner Sébastien Six. “Dat heeft me altijd geïnteresseerd. Eens mijn opleiding afgewerkt, kreeg ik wat meer tijd. In februari begon ik weer te fietsen. Van het ene kwam het andere.”
Militaire ploeg
Met de nationale militaire ploeg werkte Six in Luxemburg al de Frank Schleck Gran Fondo af. In een wedstrijd die door eliterenner zonder contract Wesley Van Dyck werd gewonnen, bolde hij als 33e over de streep. Intussen trok hij het shirt van Dovy Keukens-FCC aan. De West-Vlaamse ploeg van voorzitter Frans Delameilleure en renner/manager Jochen Deweer concentreert zich op het werk rond de kerktoren, de Beker van België voor elites zonder contract en beloften én de interclubs in eigen gouw.
“Via Anthony Debuy kwam ik in contact met het team”, gaat Six verder. “Toen Anthony in Ploegsteert woonde, trokken we vaak samen op. Hij woont nu in Mesen, maar we hielden al de tijd contact. Hij vertelde me hoe goed hij zich bij Dovy Keukens-FCC voelt. Dus zette ik ook die stap.”
In de amateurwedstrijd in het Henegouwse Wodecq speldde Franklin Six vorige donderdag voor het eerst sinds eind september 2020 een rugnummer op. Bij zijn wederoptreden deed hij het allesbehalve onaardig. Limburger Rutger Wouters boekte er zijn 10e zege van het seizoen, Six eindigde 14e.
Invallerslijst
“Toch heb ik in Wodecq vooral achter de feiten gereden”, geeft Six toe. “Het duurde een hele tijd voor we een vroege vlucht konden terughalen. Toen dat gebeurd was, ontplofte de wedstrijd opnieuw. Ik probeerde in mijn eentje naar enkele vluchters te rijden, maar dat was een beetje overmoedig. Uiteindelijk ben ik wel content met de 14e plaats, want er stonden heel wat sterke eliterenners zonder contract aan de start.”
Daarmee verwijst Franklin Six naar Niels De Rooze, Kobe Vanoverschelde, David Desmecht, Kevin Van Impe en maatje Anthony Debuy. “Niet vergeten dat ik voortaan enkel voor het plezier koers”, beweert Six. “Trainen is wel noodzakelijk, want het niveau bij de elite zonder contract is heel hoog. Na het werk spring ik nog op de fiets. 3 weken geleden moest ik met mijn eenheid op oefening. Dus een hele week veel stappen, weinig slapen, heel vermoeiend. Daar moest ik toch even van herstellen. Niettemin vond ik het donderdag in Wodecq best een leuke 1e koers.”
Eens hij een degelijk niveau haalt, zal Six zich ook ter beschikking stellen voor de interclubs die Dovy Keukens-FCC afwerkt. “Zodra ik me goed voel, zal ik zeker voldoen aan die clubverplichtingen”, benadrukt de 25-jarige renner. “Ik moet wel nog gewoon worden aan het systeem van inschrijvingen. Je moet daar op tijd aan denken. Anders sta je heel diep op de invallerslijst.”