3 kindjes en toch nog koersen! Evident is het niet. Kelly Druyts, 32 en 8 jaar geleden wereldkampioene in de Scratch, doet het. De Wilrijkse probeert haar vrouwtje te staan in het kermiscircuit, maar pikt ook nog wel eens een UCI-wedstrijd mee.

Emily, Eliot en Jack. Dat zijn de kindjes van Kelly Druyts, de Wilrijkse die nog altijd de kleuren van het UCI-team Bingoal Casino-Chevalmeire-Van Eyck Sport verdedigt. Na iedere bevalling springt ze weer op haar koersfiets en werkt ze een aantal koersen af. Evident is dat toch allemaal niet. Vooral omdat haar man als zelfstandige een transportbedrijf runt. Maandag verscheen ze aan de start van de GP Mazda Schelkens, de voormalige Stan Ockers Classic, de 1e van 5 manches van de SKM Ladies Cycling Cup. Ze bolde als 94e, net voor de groene vlag, over de streep. Haar Nederlandse ploeggenote Danique Braam zette de wedstrijd op haar naam.
“Geen idee wat ik van mijn 1e UCI-wedstrijd kan verwachten”, liet Kelly Druyts voor de start optekenen. “Ik hoop mijn steentje bij te dragen tot de ploeg. Want tot nog toe heb ik nog maar 4 koersen gereden. Bijna een maand geleden reed ik de wedstrijd in Puivelde, ik heb ook de manches van de Ladies Cycling Trophy in Heurne en Wanzele gereden, plus de dernykoers in Niel. Veel competitie heb ik nog niet in de benen.”
Waarbij Druyts vergeet te zeggen dat ze die wedstrijd achter derny’s op haar naam zette. “Ik mis nog heel veel kracht, mijn basisconditie staat niet op punt”, gaat ze verder. “Ik denk dat ik tot nog toe slechts 3 of 4 keer deftig trainde, meer niet. Als ik 2 of 3 maal per week een training kan inlassen, is dat veel. Eliot was de voorbije weken vaak ziek, waardoor hij niet naar de crèche kon. En Jack is nog een baby, heeft veel aandacht nodig. De nachten vallen nog mee. Eliot moet een ingreep ondergaan, hopelijk is daarna alles opgelost.”
Belgische koersen
Kelly Druyts doet op een aparte manier aan fitness. Ze gaat trainen met een fietskar achter haar koersfiets, waarmee je natuurlijk geen 3 of 4 uur gaat fietsen. “Anderhalf uur, hooguit 2 uur, maar dat geeft wel het gevoel van 4 uur te fietsen”, beweert ze. “Half maart ben ik weer beginnen trainen. Heb ook even in Spanje gezeten. Niet evident om genoeg uren op de fiets te zitten. Vooral de kilometers vormen nog een probleem. En uiteraard ook de snelheid. Ik moet er vooral over waken dat ik mijn lichaam niet uitput. Mijn man is zelfstandig. Tijdens de week moet ik niet veel op hem rekenen. Ik kan van hem niet verwachten dat hij heel ons huishouden overneemt. In het weekeinde is hij er wel voor mij en voor onze kindjes.”
Je moet het toch maar doen. 3 kindjes opvoeden en toch nog proberen presteren op de koersfiets. Begin 2019 werd Emily geboren, in de zomer van 2020 zag Eliot het levenslicht, enkele maanden geleden zette ze Jack op de wereld. Van een mama van 3 wordt niet meteen verwacht dat ze naast de verzorging van haar kindjes ook nog eens in competitie komt.
“Ik ben niet klaar met de koers”, beweert de Antwerpse. “Koersen vind ik superleuk. Vooral de Belgische wedstrijden vind ik nog altijd belangrijk om doen. Koersen in het buitenland zijn voor mij intussen minder interessant geworden, want ik wil er voor mijn kinderen zijn.”
Sprinten
Wat niet meer dan normaal is. Met ons stelt ook Kelly Druyts vast dat het niveau van het vrouwenwielrennen de voorbije jaren fors steeg. Toch zal de mama van 3 de komende weken en maanden proberen om opvallende uitslagen bij elkaar te fietsen. Ook al lijkt dat alles behalve evident.
“In de sprint kan ik mij nog altijd weren”, benadrukt ze. “Je hoort vaak van mama’s die koersen dat ze liever een spurt aantrekken voor een ploeggenote dan zelf op zoek te gaan naar een sprintsucces. Ik durf wel nog altijd een spurt aangaan, daar heb ik geen probleem mee. Maar eerst ga ik proberen om koersen uit te rijden. Hopelijk kan ik de eerste weken van mijn comeback een meerwaarde zijn voor mijn team. Op het vlak van materiaal zitten we bij Bingoal Casino-Chevalmeire-Van Eyck Sport heel goed. Dat ik bij dit team nog altijd de kans krijg om te koersen, is bijzonder leuk. Hopelijk kan ik de ploeg nog iets teruggeven.”