Hij had er zo naar uitgekeken, maar ziekte besliste er anders over. Stan Dens, de 1e jaars junior uit Rotselaar, werd door bondscoach Nicky Cocquyt geselecteerd voor de Europese pistekampioenschappen in het Portugese Anadia, dat donderdag 14 juli 2022 start. Zondag, net voor de afreis, werd beslist hem thuis te laten.

Gezondigd tegen de regels
Donderdagmiddag zou Stan Dens (17) zijn vuurdoop krijgen op een internationaal pistekampioenschap. Met Yoran Van Gucht, Milan Van den Haute en Jasper Bertels zou hij de kwalificaties Ploegenachtervolging rijden. “Zondag, toen we moesten vertrekken, besliste de federatie mij thuis te laten”, verduidelijkt hij. “Ik onderging intussen een PCR-test. Die was gelukkig negatief, maar na zondag werd ik nog zieker. Dus was het best om thuis te blijven.”
Een tegenslag voor de jonge renner, puzzelwerk voor de bondscoach. Niet voor het eerst, want door een polsbreuk opgelopen bij een val tijdens een training op de Ploegenachtervolging was Tom Crabbe al uitgeschakeld. Tot eind deze maand zit z’n pols in de plaaster. Bovendien haalden Inias Leten (knieletsel) en Michiel L’Eau (niet explosief genoeg) de EK-selectie niet. Zodat Cocquyt donderdag in de Ploegenachtervolging sprinter Runar De Schrijver aan de Belgische ploeg toevoegt.
Stan Dens zou op het EK ook de Afvalling afwerken. En Cocquyt wou hem aan Jasper Bertels koppelen voor de Ploegkoers. In de Afvalkoers wordt Dens niet vervangen. In de koppelrit zal Milan Van den Haute invallen. “Ik keek uit naar de Afvalling, ook al is dat soms een riskant nummer”, gaat Stan Dens verder. “Enkele weken geleden trokken we met de nationale ploeg naar meetings in Duitsland, in Dudenhofen en Singen. De ene keer haalde ik als 3e het podium van de Afvalling, de andere keer werd ik door de wedstrijdjury uit koers gezet. Blijkbaar had ik gezondigd tegen 1 van de regels. In de Afvalling op het EK zou ik mijn leven niet geriskeerd hebben. De Ploegkoers is veel belangrijker.”
Fondrenner
Bertels-Dens was een nieuw duo. Tijdens de Belgische kampioenschappen pakte Bertels met Leten de driekleur en werd Dens met Liam Van Bylen 4e. Nu moet de pistecoach aan de slag met een nieuwe samenstelling: Bertels-Van den Haute. Benieuwd wat dat volgende dinsdag zal geven. Volgens Cocquyt is Van den Haute, na een moeilijke 1e seizoenshelft, weer in topvorm.
Stan Dens zal alles nagelbijtend vanop het thuisfront moeten volgen. Zijn oudere broer Tuur, vice-wereldkampioen in de Scratch, rijdt dit EK bij de beloften. Het Vlaams-Brabantse broederpaar heeft een uiteenlopend profiel. Tuur, neoprof bij Sport Vlaanderen-Baloise, is breed geschouderd en aan de finish heel snel. Een brok graniet!
“Qua type renner lijken we niet echt op elkaar”, weet Stan Dens. “Tuur is breder en een stuk sneller in een spurt. In de sprint trek ik redelijk goed mijn plan, maar eigenlijk ben ik veel meer fondrenner.”
WK op de helling
Alleen jammer dat Stan Dens dit in Anadia niet kan laten zien. Door dit forfait staat de deelname aan de Pistewereldkampioenschappen in Tel Aviv in de laatste week van augustus op de helling. “Maakten we op het EK een goeie beurt werd de kans groter dat we ook op het WK de Ploegenachtervolging mochten rijden”, beseft Dens. “Jawel, Tuur hoort tot de ploeg die 4 jaar geleden in Aigle een nieuw Belgisch record (4’08”991, red) vestigde.”
Dat deed hij met Fabio Van den Bossche, Milan Fretin en Nicolas Wernimont. De kans lijkt klein dat de Belgische besttijd donderdag in Anadia scherper wordt gezet. Al weet je maar nooit. Voor het forfait van Dens was de ambitie de top 8 halen. “Normaal neemt Yoran Van Gucht de start voor zijn rekening, maar Milan Van den Haute is de motor in de Ploegenachtervolging”, vertelt Topsportschoolstudent Dens. “Hij neemt het meeste kopwerk voor zijn rekening. Het was ook de bedoeling dat ik tot het einde in de baan bleef.”
Dat wordt iets voor een andere keer. Stan Dens – op 1 van de meetings in Duitsland 2e in de temporonden – zag ei zo na een kinderdroom in vervulling gaan. “Vroeger ging ik met mijn mama naar de wedstrijden van Tuur kijken”, besluit Stan. “Toen ik hem op de piste in de lichtblauwe uitrusting van de nationale ploeg zag rijden, begon ik te beseffen dat ik dat ook wilde. In Duitsland mocht ik dat shirt van de nationale ploeg al aantrekken. Jammer genoeg gaat het EK aan mijn neus voorbij.”