Fred Stroykens (61) is de 1e verzorger die Remco Evenepoel als wielrenner masseerde. Uiteraard stond hij dinsdagnamiddag tussen de talrijke fans die de kersverse wereldkampioen op de luchthaven van Zaventem kwamen feliciteren. Hij herinnert zich het wielerdebuut van het goudhaantje uit Schepdaal alsof het gisteren was. Bij Forte, de juniorenploeg van Patrick Verschueren, werd meteen duidelijk dat Evenepoel geen gewone was.
Nooit gezien
“In april 2017 kwam Patrick Evenepoel, de vader van Remco, bij ons met de vraag of we nog een plaatsje hadden in de ploeg”, weet Stroykens nog goed. “We hadden een team, eigenlijk zaten we vol, maar Patrick Verschueren nam Remco Evenepoel erbij. Na amper 3 of 4 koersen hadden wij al door dat hij bijzonder veel talent had. Zoiets hadden wij nog nooit gezien.”
Verschueren nam de nieuwkomer snel mee naar de betere wedstrijden. Onder meer naar de Ronde van het Baskenland voor junioren. “Ik herinner me nog dat hij aan het einde van de koninginnenrit van die meerdaagse op de top van de slotklim solo de overwinning pakte”, gaat Stroykens verder. “Ik stond daar in de buurt van de fotografen. Die mannen vroegen mij wie Remco Evenepoel was. Tot 2 maand geleden een voetballer, kapitein bij een jeugdploeg van de Rode Duivels, antwoordde ik. Ze begrepen er niks van.”
Het bleef niet bij die zege in het Baskenland. Daarna won Evenepoel ook een etappe in Aubel-Thimister-La Gleize, zette hij La Route des Géants en La Philippe Gilbert op zijn naam. “De manier waarop hij begin september 2017 La Philippe Gilbert won, was fenomenaal”, herinnert Stroykens zich. “Hij versmachtte iedereen. Zonder te demarreren zette hij zich op kop van de groep. Eerst bleven 15 renners aan zijn wiel hangen, daarna 10, wat verderop slechts 5, dan nog 2 en uiteindelijk was hij alleen. Op dezelfde manier werd hij zondag in Wollongong wereldkampioen.”
Grondstenen
Stroykens was er ook bij toen Evenepoel in 2018 aan Les Lacs de l’Eau d’Heure Belgisch juniorenkampioen werd. Hij schudde een lange solo uit zijn benen en won met 5 minuten voorsprong op de rest. “Daags voor het BK masseerde ik Remco”, vertelt z’n toenmalige verzorger. “Tijdens die massage vertelde hij dat ze eerst over een brug moesten. Ben ik daar al door, dan word ik kampioen, voorspelde hij de dag voordien. Zo gebeurde het ook. Vaak pakte Remco voor de koers een routeplan. Dan duidde hij een bepaalde plaats aan waar hij in de aanval zou trekken. Daar zat nooit 500 meter verschil op.”
De verzorger uit Nossegem vindt dat sportdirecteur Patrick Verschueren bij het wielerdebuut van Remco Evenepoel eveneens een grote rol speelde. “Remco was een leek, hij moest bij manier van spreken nog leren stappen”, beweert Stroykens. “Maar hij was snel met alles mee. Ik denk dat we bij Forte zowat de grondstenen van zijn carrière hebben gelegd. Ook inzake verzorging. Op dat vlak is Remco ook bijzonder punctueel. Alles moet picobello in orde zijn.”
Uiteraard maakt Stroykens de vergelijking met Eddy Merckx, al neemt hij de naam van de Kannibaal niet in de mond. “Ooit was er een renner, niet de meest gevleugelde klimmer, maar wel iemand die tegenstand versmachtte”, is de Brabantse verzorger toch heel duidelijk in zijn verwijzing. “Luis Ocana en José Manuel Fuente waren veel betere klimmers, maar hij versmachtte hen. Dat doet Remco ook. Hij heeft een ongelooflijk grote motor. En wat Giro of Tour betreft: hij zal zelf zeggen wat hij in 2023 gaat doen, hij en niemand anders.”
Canguru-Latexco
Intussen is Stroykens geen masseur meer van Remco Evenepoel. Hij bleef de voorbije jaren wel in het wielrennen. Na het opdoeken van de ploeg van Patrick Verschueren kwam hij terecht bij de juniorenploeg van Soenens, maar ook dat verhaal duurde niet lang. Hij kwam in contact met Dirk De Cnop, stond mee aan de wieg van Canguru-QTS-Air College, maar ook dat avontuur duurde niet heel lang. Want de samenwerking met EFC-L&R-AGS liep spaak.
“Bij Canguru-Latexco namen we een sabbatjaar”, verduidelijkt Stroykens. “Dit seizoen hadden we met Stian Van Oudenhove maar 1 renner. We reden wel Aubel-Thimister-Stavelot, met enkele Noorse gastrenners, maar die jongens waren niet klaar voor zo’n lastige rittenkoers. Volgend seizoen zullen we weer een degelijke ploeg hebben. Inderdaad, met Yarno Van Herck als kopman.”