Het WK para-cycling in Parijs zit erop. Paralympic Team Belgium gaat met 3 medailles naar huis, al had Heistenaar Niels Verschaeren (31) ook wel een podiumplek te pakken. Hij eindigde als 2e in de 200 meter Vliegende Start, een onderdeel van het Omnium waarvoor geen aparte medailles worden uitgereikt. “Dat ik net naast het podium val op de kilometer was eerst een kleine ontgoocheling, maar achteraf ben ik daar wel tevreden over”, blikt hij terug.
Wielermicrobe via vader
Niels Verschaeren kreeg de wielermicrobe mee van zijn vader en was helemaal verkocht toen hij in 2016 Kris Bosmans zag sprinten naar zilver in de Paralympische wegrit in Rio. Als C5-renner bouwt hij ondertussen gestaag aan zijn droom. Zowel in Apeldoorn (2019) als in het Canadese Milton (2020) was hij er al bij op het WK. Na een corona-onderbreking maakte hij ook weer deel uit van de nationale selectie bij de kampioenschappen in Parijs.
“Ik werd 2e op de Vliegende Start, een onderdeel dat nog steeds in een testfase zit”, vertelt Verschaeren. “Je krijgt hierbij 2,5 ronden de tijd om op tempo te komen en moet dan 1 rondje van 200 meter zo snel mogelijk afleggen. De indeling bepaal je helemaal zelf en vervolgens is het een kwestie van explosiviteit. Ik ken het nummer nu al een paar jaar en heb erop getraind op de piste in Gent. Uiteindelijk eindig ik op enkele tienden van het wereldrecord. Dat werd meteen ook met ongeveer 2 tienden verbroken door winnaar Blaine Hunt.”
Vervolgens gebruikte Verschaeren de Individuele Achtervolging (16e) als voorbereiding op de kilometer. “Daar werkte men met een nieuw format. Eerst moest je bij de eerste 6 eindigen en vervolgens reden deze renners de finale. Ik wist dat ik beter zou doen dan mijn 12e plaats in het verleden en was heel blij dat ik 5e werd in de kwalificaties. Dan weet je dus dat je in het slechtste geval 6e zal worden. Vervolgens kon ik nog 1 plekje winnen. Aanvankelijk zou ik daar zeker voor tekenen, maar als je dan ziet hoe nipt het allemaal is en dat ik op 3 tienden van het podium strand, dan heb je ook wel even een dubbel gevoel.”
Toekomstplannen
Geen officiële medaille dus voor Verschaeren, wel een flinke opsteker richting de toekomst. “We hebben redelijk veel aandacht gekregen en dat doet me plezier. De sport zit in de lift en ook al doe je het niet voor de media-aandacht, de waardering die je krijgt doet altijd deugd. Mijn ouders hebben een krantenwinkel in Heist-op-den-Berg en veel mensen kennen mij er als ‘de zoon van’. Ook zij kregen veel felicitaties. Zelf ben ik dan weer aan het bouwen in Lovendegem, want mijn vriendin is afkomstig uit Zomergem. Omwille van de nabijheid van de piste in Gent vertoef ik daar 6 dagen op 7 en daar volgden eveneens veel mensen het WK.”
Verschaeren denkt nu al vooruit. “Ik mik in 1e instantie op de volgende kampioenschappen. Natuurlijk wil elke sporter naar de Paralympische Spelen, in een wielerland als België zijn de plaatsjes echter duur. Er gaan ongeveer 6 renners mee, dat kan er 1 meer of minder zijn, maar het zullen er nooit 12 zijn en dat is nog altijd een pak minder dan op het WK. Ik besef dat de kampioenen voorrang krijgen en begrijp dat die kampioenschappen dus erg belangrijk zijn. Momenteel staat het Omnium niet op het programma op de Olympische Spelen, dus hoop ik om me op de kilometer te kunnen kwalificeren.”
Voor wie het zou gemist hebben: Verschaeren heeft agenesie, meer specifiek betreft het de onderontwikkeling van de linkerhand. “Ik kan dus niet aan mijn stuur trekken en dat is na een bocht altijd een nadeel”, verduidelijkt hij. “Ik heb geen grijpfunctie en geen vingers en moet rekenen op een opzetstuk dat momenteel enkel op mijn tijdritfiets is geplaatst. Dit stukje compenseert voor een deel mijn onderontwikkeling. Hopelijk kan dit op termijn ook op het gewone stuur worden gezet.”
Tussen de ezc-renners
En of Verschaeren vooruit gaat. Hij werkte zijn kilometer af met een gemiddelde snelheid van net geen 55 km/u. Dat hij kan fietsen, bewees hij ook al bij de eliterenners zonder contract, bij wie hij in 2021 een aantal koersen uitreed. “Ik ben nochtans pas op late leeftijd begonnen en moest het leren om in een peloton te rijden en mij te positioneren. Dat ik toch de koersen kan uitrijden, geeft me wel voldoening. Dit jaar ging de focus bijna volledig naar de piste en kwam ik op de weg quasi enkel nog in actie bij de nevenbonden.”
De Heistenaar werkt momenteel deeltijds voor een loodgietersbedrijf waar hij een bureaujob heeft. “Dat is ideaal te combineren met de sport. Het ene deel van de dag laat ik mijn hersenen werken, het andere deel mijn lichaam”, legt hij uit. “Op de momenten dat ik niet werk, is er tijd voor pistetrainingen.”
Verschaeren blijft dus progressie boeken. Afwachten of zijn vliegende start uiteindelijk leidt tot Parijs.