In 1994 stapt de toen 24-jarige Nederlander Edwin de Wolf op een mijn in Bosnië. Hij verliest liters bloed en uiteindelijk ook zijn been, maar overleeft het voorval. 23 jaar later verovert hij brons op de Invictus Games. Vandaag is De Wolf manager op Militair Revalidatie Centrum Aardenburg: “Ik zie voortdurend militairen binnenkomen die gewond zijn geraakt bij het conflict in Oekraïne. Het verdriet en de pijn staat in hun ogen, maar enkele dagen later zie ik al een beetje hoop.”
Militaire carrière
Leiderschap zat bij Edwin de Wolf in het bloed. Na zijn opleiding aan de Koninklijke Militaire School werd hij groepscommandant en leidde hij militairen op en bereidde hen voor op zware missies. Bij een operatie in Srebrenica liep het mis. Door de ontploffing van de mijn was hij tijdelijk blind en doof en een slagaderlijke bloeding verloor hij extreem veel bloed. Volgens de overlevering excuseerde hij zich nog bij de kapitein. Met dank aan zijn patrouilleleden bleef hij in leven.
“Ik kwam kapot terug van de operatie”, vertelt De Wolf. “Je zit op dat moment in de fleur van je leven en vraagt je af hoe je dat ooit nog terug zult krijgen. Het is een traumaverwerking op 2 vlakken. Met een prothese leren functioneren is een fysieke beproeving en er is natuurlijk de mentale revalidatie. Dat is ontzettend emotioneel, want je hebt geen idee wat er voor je ligt. Enkel met dank aan wilskracht kan je de draad weer oppikken. En ook de fiets heeft ervoor gezorgd dat ik weer vooruit kwam met mijn leven.”
De Wolf werd een succesvolle para-atleet. “Ik slaagde er zelfs in om op 1 been de top van de Stelvio te bereiken”, stelt hij fier. “Het ging allemaal met vallen en opstaan, het is je eigen verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat je er nog iets van maakt.”
‘Goud’ in Sydney
En of de Nederlander daarin slaagde. Hij nam in 2016 voor het eerst deel aan de Invictus Games, de Olympische Spelen voor (ex-)militairen die in dienstverband gewond zijn geraakt. Een jaar later behaalde hij brons in het wielercriterium en dat deed hij in 2018 in Sydney nog eens dunnetjes over, plus een titel in de tijdrit. Na zijn actieve carrière werd hij teammanager van het Invictus sportteam. Dit jaar werken ze zelfs samen met de Belgische delegatie van Bernard Bolly richting de editie van 2023 in Düsseldorf.
“Al die medailles zijn natuurlijk leuk, maar die vormen niet het hoogtepunt. De boodschap staat bij mij centraal. Ik heb het dan over het bewijs dat je als mens alles kunt bereiken met het nodige doorzettingsvermogen. Ik heb de dood in de ogen gekeken en die drang om te overleven maakt dat je tot veel in staat bent. Natuurlijk zijn die sportieve prestaties ook geweldig, al moet ik toegeven dat ik op de fiets nog niet in de buurt kom van Ewoud Vromant. Het toont aan hoe hoog het niveau in het paracycling ligt.”
2 jaar geleden werd de oud-militair ook benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. “Een geweldige eer en tevens een verrassing van formaat. Dat ik uiteindelijk ook mocht spreken op conferenties in Parijs, maakt me enorm trots. Er is zelfs een boek uitgekomen (Kampioen op 1 Been). Ik vroeg me af wie er ooit in mijn verhaal zou geïnteresseerd zijn, vandaag zitten we al aan de 4e druk. Ooit werd er gefluisterd dat er belangstelling was voor een film.”
Professioneel
Ook professioneel maakte De Wolf iets van zijn leven. Hij geeft vandaag opnieuw leiding aan een groot team, niet meer tijdens militaire missies maar wel in een revalidatiecentrum. “Ik zie daar hoe mensen terug doelen krijgen en veerkrachtig worden. Door veel met hen te praten, verhoogt hun levenskwaliteit en gaan ze hun fysieke beperking niet langer als een beperking zien.”
Natuurlijk heeft ook de sport nog steeds een plek in het leven van de Nederlander. “Ik ga nog geregeld fietsen, vandaag zelfs met de gravelbike op de Utrechtse Heuvelrug. De bedoeling is dat ik volgend jaar de volledige Ironman van Luxemburg en Maastricht betwist. Ik doe dat zwemmend, fietsend en met de handbike. Daarom moet ik nu in beweging blijven, al mik ik niet langer meer op de prijzen. Als ik gewoon kan finishen, is mijn beproeving geslaagd. Zo blijven we als mensen met een beperking tonen tot wat we in staat zijn.”