Wat mijn vader deed kan ik ook! Dat moet Dries Pauwels hebben gedacht toen hij zijn trip naar het WK veldrijden voor masters in East Suffolk voorbereidde. Dirk Pauwels pakte in 1999 en 2000 aan het Zilvermeer in Mol bij de masters de regenboogtrui in het cyclocross. Nu heeft ook Dries (34) zo’n prestigieus shirt. Vorige zondag zette hij het WK bij de 35- tot 39-jarigen naar zijn hand.
Ziekenhuis
“Nochtans had ik er bij mijn afreis niet zo heel veel geloof in”, verrast Dries Pauwels. “Want 2 weken voor het Europees kampioenschap in Namen werd ik ziek. Met een zware keelontsteking belandde ik zelfs in het ziekenhuis. Het begon met een hese stem en een lichte verkoudheid, maar dat werd steeds erger. Wellicht stond ik veel te scherp. Gelukkig raakte ik net op tijd weer fit.”
De achterneef van ex-prof Kevin Pauwels kon deelnemen aan het EK en werd op de Citadel van Namen 5e. Hij trok met een iets betere conditie naar het Belgisch kampioenschap in Flémalle. Niet bij de masters, maar bij de elite 3. “Omdat ik vorig jaar bij de elite 3 de driekleur veroverde, wilde ik mijn titel verdedigen”, verduidelijkt Pauwels. “Maar EK en WK mocht ik wel bij de masters van 35 tot 39 jaar rijden.”
Ook op het BK in Flémalle eindigde hij 5e. Na Thomas Garnier, vice-Europees kampioen Jo Pirotte, Korneel De Viaene en Julien Kaise. Zodat hij met een klein hartje de Noordzee overstak. Voor het 2ejaar op rij streden masters in East Suffolk om de wereldtitels.
Tactisch sterk
“Dit keer op een razendsnel parcours”, vertelt Pauwels. “De dagen voor het WK had het niet meer geregend. Daardoor was de modder opgedroogd. De hele wedstrijd bleven we met 3 samen voorop. In het begin kwam nog een groep terug, maar toen de Brit Philip Pearce het tempo weer wat optrok, bleven we met 3 over.”
Ook Glenn Sluyts, een andere landgenoot, streed tot de laatste meters om de regenboogtrui. “Het WK werd in een spurt met 3 beslecht”, gaat Dries Pauwels verder. “Ik was zeker niet de sterkste. Op tactisch vlak pakte ik het goed aan. Vaak zat ik in 3e positie. Zo kon ik krachten sparen. En ik werd niet nerveus. Mijn 2 metgezellen wel. Telkens ze mannen dichterbij zagen komen, gingen ze op kop rijden. In de cross sprint je niet vaak om de overwinning. Ik heb meestal wel wat zelfvertrouwen.”
Pauwels maakte het af voor de Brit Pearce en Sluyts. “Deze titel doet heel veel deugd”, geeft hij toe. “Het is nog niet gelukt, maar ik ga er heel hard van genieten. Nadat ik zondagavond thuis kwam, is het bijzonder hectisch geweest. Thuis probeer ik enkele huishoudelijke taken voor mijn rekening te nemen. In de voorbereiding op dat WK was een en ander blijven liggen. Ik heb zelfs nog geen tijd gehad om iets te drinken op mijn wereldtitel.”
Zekerheid
Wat zeker nog zal gebeuren. Dries Pauwels, leerkracht op een technische school in eigen Kalmthout, gaat nu toch even wat rust inbouwen. “Want ik heb diep moeten gaan om dit te bereiken”, beweert de Kempense crosser. “Dit wilde ik heel graag. Mijn vader, ooit eindwinnaar van de GvA-Trofee, werd bij de masters 2 keer wereldkampioen veldrijden. Dat was voor mij toch een beetje de drijfveer om eveneens te proberen deze wereldtitel te behalen.”
Toeval is deze regenboogtrui uiteraard niet. Dries Pauwels kon bij de jeugd wedijveren met mannen als Tom Meeusen, Vincent Baestaens, Jim Aernouts en Joeri Adams. “Tom was de beste van onze generatie”, benadrukt Pauwels. “Met die andere mannen kon ik me wel meten. Soms was ik eens beter dan hen, meestal niet. Maar ik koos voor mijn studies.”
Pauwels heeft een diploma industrieel ingenieur elektronica-ICT op zak. “Als jonge renner was ik er 100% van overtuigd dat mijn beste plaats op de schoolbanken was”, verduidelijkt hij. “Industrieel ingenieur is een studie van 4 jaar. Ik deed er 5 jaar over omdat ik toch 1 jaar probeerde om wat meer te trainen en te koersen. Maar de andere jongens van mijn generatie hadden meer talent. Had ik meer tijd moeten investeren in de sport? Weet ik niet. Ik heb gewoon voor iets meer zekerheid gekozen.”
Die Kempense nuchterheid kan je hem niet kwalijk nemen. Vermoedelijk zal hij pas na Nieuwjaar voor het eerst z’n regenboogtrui in competitie showen.