Het is quasi ongezien in het veldrijden: met 6 werd er afgelopen zondag in Valencia gesprint om de overwinning. De amper 18-jarige Kay De Bruyckere uit Maldegem werd knap 4e tussen klinkende namen als Clément Venturini (2e) en Felipe Orts Lloret (5e). “Als 1e jaars belofte reed ik dit jaar quasi overal tussen de elite en dan is het moeilijk om in te schatten waar je staat”, legt de renner van Pauwels Sauzen-Bingoal uit.

Atypische cross
In ver vervlogen tijden zagen we Erwin Vervecken in Koksijde wel eens een beklijvend sprintje winnen van Nys, Stybar, Wellens, Pauwels en Vantornout, maar echt gegroepeerd gingen zij in 2008 niet naar de laatste rechte lijn. Dat was afgelopen zondag in Valencia wel het geval. Zij aan zij sprintten De Bruyckere, Orts en Venturini met de Spanjaarden Inguanzo Macho, Suarez Fernandez en de Nederlander Luke Verburg om de zege. Het was uiteindelijk de 21-jarige Inguanzo Macho die het zegegebaar mocht maken.
“Je kan wel spreken van een atypische cross”, lacht De Bruyckere achteraf. “Het parcours bevatte een kaarsrechte aankomststrook van 1,2 km op een betonbaan. Daar viel het altijd stil omdat niemand initiatief wilde nemen. Omdat de omloop verder ook nergens echt technisch was en het al weken droog is in Spanje, kregen we een hele snelle wedstrijd waarin er weinig verschillen waren. Ik vond het op zich wel leuk om eens zo’n wedstrijd te rijden en de supporters werden ook in spanning gehouden.”
Ondanks een plekje op de voorlaatste startrij had De Bruyckere zich dus toch tot in de spits van de wedstrijd gevochten. “Dat was niet evident, want op een bepaald moment moest ik in mijn eentje de oversteek naar de 1e groep maken. Daar heb ik ook een paar keer een prikje uitgedeeld, helaas zonder succes. Bij het ingaan van de sprint zat ik behoorlijk op mijn limiet en daardoor draaide ik als 6e op. Toch kon ik nog 2 mensen remonteren. Onderweg vroeg Orts mij ook een keertje om over te nemen omdat hij een gat niet dicht kreeg. Toch geen slecht teken als de Spaanse kampioen dat doet!”
Kerstmis in Spanje
Een dag eerder werd De Bruyckere in Spanje ook al 8e in Xativa. Hij beleefde dus een mooi weekend. “Die wedstrijd was wel wat anders, want het was een parkcross met zand en veel technische stukken. Het was ideaal om deze wedstrijden mee te pikken op mijn stage in Spanje. Ik bereid me hier voor op de kampioenschappen. Inmiddels ben ik zo ongeveer elke prof hier tegengekomen”, lacht hij. “Het is heerlijk weer, terwijl het in België koud en nat is. Je hoort me dus niet klagen. Op 28 december kom ik terug, dus ik vier hier zelfs Kerstmis.”
Voor de Oost-Vlaming was het dus een weekend in de spits van de koers en dat deed deugd, want de 18-jarige renner was dit jaar doorgaans actief tussen de profs, waar hij in de achtergrond moet knokken. “Enkel de Koppenbergcross en Kortrijk waren kansen om eens tussen de beloften te rijden. De Koppenberg is echter wat te zwaar voor mij, dus sloeg ik over. In Kortrijk had ik pech, al merkte ik wel meteen het verschil met de profs. Soms lig ik na 1 ronde bij de elite al 2 minuten achter omdat ik overal word opgehouden. Bij de beloften kan ik mee vechten voor een goede positie. Bovendien is de wedstrijd ook 10 minuten minder lang, wat ook wel een verschil maakt.”
Wat in Spanje dit weekend niet lukte, lukte voor de tiener wel al in Lichtervelde in het B-circuit. “Normaal ging ik daar niet van start gaan, maar het was toen heel slecht weer en dan leek een veldrit me nuttiger dan een tochtje in de gietende regen. Natuurlijk was het plezant om vooraan te rijden en te kunnen winnen. Mijn grote doel is echter het BK in Lokeren. Het is moeilijk om te zeggen waar ik sta ten opzichte van mijn leeftijdsgenoten, al voel ik wel dat ik elke week beter en beter word.”
Selecties
Als 2e jaars junior reed De Bruyckere vorig jaar een bijzonder constant seizoen met podia in onder meer Zonhoven, Overijse en Loenhout. Een WK-selectie bleef echter uit. “Dat was een grote teleurstelling, want er werd gekozen voor de eerste 5 op het BK, dat gereden werd net nadat ik door corona geveld was. Toch werd ik nog 6e, maar dat bleek niet genoeg voor een ticketje naar Amerika. Dit jaar verwacht ik geen selectie, daarvoor moet ik nog wat rijpen. Wel zou het leuk zijn, moest ik in Zonhoven de Wereldbekermanche voor beloften kunnen rijden.”
De Bruyckere heeft natuurlijk nog tijd en bovendien heeft hij ook nog het mountainbiken en de weg om eventueel zijn kans te wagen. Hij werd afgelopen seizoen 7e in de Strade Bianche en won de openingsetappe van de Acht van Bladel. “Ik wilde eens kijken waar ik op de weg zou uitkomen en dat is goed gelukt”, stelt hij laconiek. “Als renner vergelijk ik me een beetje met Pidcock, want ik hou van parcoursen met veel hoogtemeters en technische stukken, zoals Overijse. En hij bewijst dat je disciplines kunt combineren. Voor mij staan ze dus allemaal nog op gelijke hoogte.”