De Stelvio is een begrip. Honderden heroïsche gevechten werden op deze 2.758 hoge pas uitgevochten en inspireerden het complete wielerwereldje. Jaarlijks trekken duizenden fietsliefhebbers naar Noord-Italië om er de gigant van de Alpen te overwinnen. Welke zijde je ook kiest, de Stelvio stelt iedereen op de proef. En dan is een goed fietshotel met alles op en aan ook van harte welgekomen.
5 prachtige cols
De Stelviopas ligt aan de grens van Zuid-Tirol en Lombardije. Dik 2 eeuwen geleden werd er al een weg aangelegd. De streek behoorde toen nog tot het Oostenrijkse keizerrijk en keizer Ferdinand I wilde Lombardije beter verbinden met de rest van zijn rijk. Carlo Donegani tekende de weg en tussen 1820 en 1825 werd er gebouwd, gekapt en gemetseld. Een hellingshoek tussen 5% en 9,5% is niet zo uitzonderlijk maar de talloze haarspeldbochten bezorgen hem een onmiskenbaar uitzicht.
Iedereen heeft ooit wel eens een luchtfoto gezien van de 48 ‘“’tornanti’”’ aan de zijde van Prato. Na WOI werden de grenzen herschreven en viel het hele gebied op Italiaans grondgebied. De weg verloor een groot deel van zijn belang en werd meer een toeristische trekpleister voor wandelaars en bergbeklimmers. Anno 1935 werd het Nationaal Park Stelvio opgericht. Dat was ook het sein om de steile pas in talloze wedstrijden op te nemen. Dat leidde tot heroïsche beelden waarbij de renners zich een weg dienden te banen door metershoge muren van sneeuw. Hoewel in 1965 de pas volledig dichtgesneeuwd lag, moesten de renners tijdens de Giro d’Italia over de top. Honderden helpers ruimden voor de voeten van de renners de sneeuw vooraleer zij bibberend hun weg konden verder zetten.
De streek rond de Stelvio heeft echter nog heel wat meer te bieden. Een weekje eropuit trekken in de regio laat nog heel wat meer zweet vloeien. In de onmiddellijke omgeving liggen andere kleppers als de Passo di Gavia, de Passo Umbrail en de gevreesde Mortirolo. Maar ook een minder bekende col als de Torre di Fraele is de moeite meer dan waard.
Opwarmer
Voor onze fietsreis kozen wij een verblijf in het Fietshotel Stelvio, gerund door Chalet Beyond. Chalet Beyond is een Nederlandse organisatie die zich specialiseert in avontuurlijke verblijven. Jaren geleden startten ze met het organiseren van verblijven tijdens sneeuwvakanties. Dat breidde uit naar accommodaties in eigen beheer. Daarmee deden ze uiteraard een pak ervaring op en die ervaring stellen ze nu ter beschikking van wielerliefhebbers.
Het Fietshotel Stelvio ligt erg centraal in de regio; aan de rand van het rustige Isolaccia, op slechts een goede 20 minuten fietsen van Bormio. Net ver genoeg om goed opgewarmd enkele stevige beklimmingen aan te vatten. Het hotel is eenvoudig en erg netje. En de service is top. De fietsen kunnen in een afgesloten ruimte worden gestald en er is ook de mogelijkheid om aan je fiets te sleutelen. Verblijf is op basis van halfpension (ontbijt en 3-gangendiner). ’s Avonds heb je keuze uit 2 gerechten, ruime en smakelijke porties én er is elke dag een groente/saladebuffet waar je je bordje zelf mag vullen.
De route naar Bormio is licht golvend, maar vanaf Bormio leidt een erg mooi en breed fietspad richting ons San Nicolò en Sant’Antonio. Genoeg om de stijfheid uit de benen te schudden. Na een koffietje gaat het weer richting ons Fietshotel Stelvio.
De volgende dag vallen we de Torre di Fraele aan. Een echte aanrader. Hij is niet te steil, niet te lang. Maar, o zo mooi. De weg leidt naar een stuwmeer en loopt daar dood. Je ziet dus amper auto’s op de tegen de berg slingerende route. Neem zeker de tijd om de majestueuze omgeving in je op te nemen. Na goed 9 km aan gemiddeld 7% kom je na enkele tunneltjes aan de oude torens die de berg zijn naam geven. Dit is een prachtige locatie voor een topfoto. Vergeet daarna zeker door te rijden naar Lago di Cancano, nog een goede km om van het uitzicht én een drankje te genieten bij de berghut. De menukaart biedt voldoende lekkers om je energie weer aan te vullen.
Aprica
Daarna is het tijd voor het grotere werk. Maar de keuze is aan jullie. Stelvio, Mortirolo of toch de Gavia. Of een combinatie van beiden? Wie het nog zwaarder wil, vindt op deze link op de website van Chalet Beyond een mooi aanbod van verscheidene routes. Livigno, Berninapass, Umbrailpass,… de keuze is erg ruim.
Wij kiezen voor de Mortirolo met beklimming vanuit Mazzo, de meest steile kant, en afdaling naar Aprica. Goed voor 135 km en bijna 2.900 hoogtemeters. Vanuit Bormio gaat het gedurende 30 km nog naar beneden. Toch is het aangeraden om de benen niet te veel stil te houden. In Mazzo di Valtellina moeten we immers aan de slag. De gevreesde Mortirolo wacht ons. 12 km lang en gemiddeld 10,8% steil! Na een km aan 5 à 7% volgen een 1e keer dubbele cijfers. 11 en 12% wisselen elkaar af. Een stukje 9% voelt als een verademing. Maar tussen km 4 en 6 wordt het een marteltocht. 15% over 500 meter is al een muur, maar geregeld maken pieken tot 20% dat we ons afvragen waarom we dit weer doen.
Toch wordt geregeld onze adem ook afgesneden door de prachtige omgeving. Het waanzinnige zicht op de besneeuwde Alpentoppen krijgen we pas op het einde van onze calvarietocht te zien, maar wat een beloning! De afdaling richting Aprica is best te doen, niet te steil, niet te snel en, buiten de laatste kilometers, zonder moeilijke bochten. Gelukkig maar. De vermoeidheid laat zich immers goed voelen. De klim richting Bormio stelt niks voor, denk je. Maar onze arme beentjes hebben het beste al gegeven en het vals plat dat we voor de wielen krijgen geschoven, lokt enkele binnensmondse vloeken uit.
Gelukkig kunnen we op het terras van ons Fietshotel Stelvio uitgebreid recupereren. Het gevraagde pastaatje smaakt heerlijk. De douche is welverdiend. Morgen weer aan de slag. Maar makkelijk wordt het nooit. En dan wacht ons die Stelvio nog. Wat een regio!