In een kletsnat Lokeren, 2 dagen decor van de Belgische kampioenschappen cyclocross, speelde de 1e Brabançonne voor Sanne Laurijssen. Het meisje uit Zoersel kroonde zich bij de meisjes nieuwelingen tot Belgisch kampioene veldrijden. Voor dit talentje van het WAC Team is dit de 1e nationale titel ooit.
Mindere start
De West-Vlaamse Shanaya Esther Schollaert, ook actief in atletiek, nam zaterdag om 10 uur de beste start bij de meisjes nieuwelingen. De aanhef van Sanne Laurijssen (15) was iets minder. Na 150 meter zat ze pas in 10e positie. “Een mindere start, maar ik kon direct goed opschuiven”, vertelt ze na de podiumceremonie. “Nog in de loop van de openingsronde kon ik naar de kop gaan. Op dat steil klimmetje ging ik over Lore De Geest. Eens aan de leiding heb ik die positie niet meer afgestaan.”
Laurijssen had na de 1e ronde al 12 seconden voorsprong op Lien Schampaert. Lore De Geest verloor al enkele tellen meer, maar viel nog terug naar plaats 7. Terwijl Laurijssen steeds meer afstand nam van de concurrentie. “In de loop van de 2e ronde merkte ik snel dat ik een mooie voorsprong had”, gaat de talentrijke veldrijdster verder. “Van dan af besefte ik dat ik geen risico’s hoefde te nemen. Want bij een fout had de rest kunnen terugkeren. Ik gaf er de voorkeur aan mijn eigen ritme aan te houden. Gewoon mijn eigen ding blijven doen, dan komt het wel goed, flitste door mijn hoofd.”
Op de streep had de 2e jaars nieuwelinge bijna 1 minuut voorsprong op de Limburgse Zita Peeters en nog 20 tellen meer op de Vlaams-Brabantse Lien Schampaert. “Voor de start hoopte ik op een plaats op het podium”, aldus Laurijssen. “En je weet nooit wat het in zo’n wedstrijd wordt. Ik kon deze winter al 10 keer winnen. Dan durf je stiekem een beetje dromen van de titel.”
Loopwonder
Nochtans was ze vorige woensdag na de kennismaking met het parcours in het Lokerse stadspark Ter Beuken toch een beetje beginnen twijfelen. “Omdat het toen een stuk droger lag”, vond Laurijssen. “Na de verkenning zag ik het iets minder zitten. Dankzij de regen donderdag en de buien in de nacht van vrijdag op zaterdag werd het parcours voor mij heel tof. Het werd gladder, je kon minder goed naar boven rijden, het werd zwaarder en je moest ook wat meer lopen. Precies daar ben ik vrij goed in. Regen en slijk werden mijn bondgenoten.”
Want Sanne Laurijssen is dag en nacht met sport bezig. “In Westmalle volg ik aan Mariagaarde een sportrichting”, verduidelijkt de jonge renster. “In onze streek is dat een typische sportschool. Daar zit ik al van het 1e middelbaar. Ik verdedig ook al altijd de kleuren van het WAC Team. Toen ik 9 of 10 jaar was ben ik beginnen koersen. Bij de aspiranten stond ik op de Belgische kampioenschappen wel altijd op het podium, maar nooit op nummer 1.”
Dus beleefde Laurijssen in Lokeren een uniek moment in een carrière die uiteraard nog echt moet starten. “Tot en met de Sluitingsprijs in Oostmalle blijf ik crossen”, benadrukt ze. “Daarna volgt een rustperiode, nadien duik ik het wegseizoen in. Eigenlijk kan ik op de weg ook mijn mannetje staan, maar ik heb geen goeie sprint. Vaak draaien wegkoersen bij meisjes nieuwelingen uit op een spurt met een grote groep. Maar mijn sprint is niet denderend. Dus ben ik op de weg een stuk minder goed.”
Familiebanden
Nochtans eindigde de Zoerselse afgelopen zomer tijdens het Belgisch kampioenschap nieuwelingen in het vlakke Brasschaat als 8e. Toch niet zo slecht gesprint. Dat Laurijssen het accent op veldrijden legt, hoeft niet te verwonderen. Via de familie kreeg Sanne Laurijssen de sport met hele grote lepels toegediend. “Loes Sels en Koen Diels horen tot mijn familiekring”, lacht ze. “Geen wonder dat het bij ons al veldrijden is wat de klok slaat.”