De Franse Alpen in de regio van de populaire Alpe d’Huez kent een aantal bekende en minder bekende beklimmingen die ieder jaar wel voor spektakel zorgen in de Tour De France. Ook trekken er elke zomer weer ontelbare wielertoeristen naar deze streek om zelf op ontdekking te gaan naar hun limieten. Als je enkele lastige cols wilt beklimmen, is een goed uitgerust hotel zeker geen overbodige luxe, en als deze dan nog eens vlak tegen Alpe d’Huez zelf ligt, is dat goud waard. In Oz en Oisans moet je zijn!
Oz en Oisans
In het dorpje Oz en Oisans vind je het knappe Fietshotel Alpe d’Huez, gerund door het Nederlandse Chalet Beyond. Het fietshotel is uitgerust met een afgesloten fietsenstalling waar je ook eventuele kleine reparaties kunt uitvoeren en je bolide kunt poetsen. Je kunt hier een kamer met 2 aparte bedden boeken, inclusief half pension. ’s Ochtends kan je genieten van een continentaal ontbijt, en s ’avonds is er een 3-gangenmenu dat wordt samengesteld voor fietsers, zo kan je de dag erop weer vol energie starten. De eigenaars zijn zelf ook fietsers en weten dus precies welke voeding een sporter nodig heeft na zo’n lange dag fietsen.
Na de inspanning kan je op het groot zonneterras wat uitrusten. Je hoeft hier dus zelf voor niks te zorgen, alleen goede benen en een kleine versnelling zijn jouw eigen verantwoordelijkheid. Na elke rit mag je namelijk nog vanaf het Lac du Verney omhoog klimmen tot aan je chalet, een mooie klim met veel variatie in stijlte van 7km. Je kan ook een keer met de auto naar beneden en in de zomermaanden juli en augustus is er ook de skilift. Die is voor voetgangers gratis, met de fiets kost het 7 euro. Er heerst een ontspannen sfeer in het hotel, waar je ook gerust informatie kunt inwinnen bij de beheerders of in de plaatselijke fietsbladen. Betaalbare luxe, dus.
Rondje Marmotte
Hoogtemeters maken en de fysieke conditie opdrijven in een buitengewoon aangename fietsomgeving, daarvoor trek je naar Zuid-Frankrijk. Als je beneden aan het plaatselijke meer rechts volgt, kom je aan bij de voet van de Col du Glandon. Dat is ook de openingsbeklimming bij de Granfondo La Marmotte. Als je die 170 km lange tocht zou doen, heb je al meteen een paar van de lastigste en langste beklimmingen uit de buurt in de benen. Want na de Glandon (26,6 km aan gemiddeld 5,1%) staan ook nog de Col du Télégraphe (11,8 km aan gemiddeld 7,1%), Col du Galibier (vanaf Valloire 17 km aan gemiddeld 5%) en Alpe d’Huez (13,9 km aan gemiddeld 8%) op het menu. Je zult dus de helft van de kilometers aan het klimmen zijn.
Na al deze cols kan je Alpe d’Huez terug afdalen en ervoor kiezen om tot volledig beneden af te zakken of je kan ook in het dorpje Huez rechtsaf slaan. Dan snijd je via de Côte du Villard een stukje af om zo terug aan het meer van Verney uit te komen. Waarna je nog terug omhoog mag fietsen naar de chalets, waar je na al dat afzien kunt rekenen op de diensten van Chalet Beyond om voluit te relaxen.
Voor La Marmotte voorziet Chalet Beyond zelfs de optie ‘Volgauto’: extra spullen, sportdrank en reparatiemateriaal worden door hen meegenomen en ze staan op diverse plekken om ondersteuning te bieden.
Andere beklimmingen
Er zijn uiteraard nog veel meer beklimmingen te vinden in dit gebied. Als je aan de voet van Alpe d’Huez nog wat verder blijft fietsen en altijd rechts de weg blijft volgen, kom je aan de voet van La Bérarde uit. Deze machtige klim met adembenemende uitzichten is in totaal 27,3 km in lengte en loopt gemiddeld aan 3,8% omhoog. Mispak je zeker niet aan de gemiddelde stijgingspercentages hier, want vaak zitten er zoals in deze klim lange stukken in die aan 10 tot 12% stijgen. Op de top moet je helaas wel terugdraaien want enkel via een geitenpad kan je hier te voet verder. Eenmaal terug beneden zou je rechtsaf kunnen gaan en de richting uitrijden van Les Deux Alpes.
Het leukste is volgens ons dat je hier enkele kilometers voorbij het bassin van Clapier rechtsaf gaat en de klim Le Ponteil-Bons, zoals deze op Strava staat omschreven, aanvat. Deze beklimming komt na een 5,3 km uit op de col Les Deux Alpes. Wanneer je afdaalt naar de D1091 kan je aan Le Lac Chambon de richting van Mizoën uit, waar het meteen goed omhoog loopt. Hier begint de Col de Sarenne, die opnieuw goed is voor 12,8 km aan 7,5% klimplezier. Boven kan je afdalen naar Alpe D’Huez. Je moet wel goed uitkijken, want toen wij er waren, lag deze afdaling best hobbelig en moesten we ons stuur goed vasthouden.
Beloning
Al deze beklimmingen zijn echt wel heel lastig te noemen. Zeker in de zomer, wanneer het bergop echt ‘bakken en braden’ is. Voorzie zeker genoeg eten en drinken. Gelukkig kom je regelmatig een waterbron tegen waar het veilig is om je bidons terug bij te vullen. Bij al dat afzien hoort ook zeker en vast genieten. Je krijgt hier vaak supermooie uitzichten, zoals watervallen, sneeuw die je op de bergtoppen of langs de kant van de weg ziet liggen en ook prachtige vergezichten als je boven op zo’n machtige col staat. Momenten om nooit te vergeten. Als je niet getraind bent als een prof raden we toch aan om als kleinste versnelling een 36-32 of 34 vertanding te steken. Zo kom je zeker nooit in de problemen wanneer je benen totaal verzuurd zouden zijn.
Voor je afreist, kijk je best nog je remmen en banden na. Neem ook zeker reserve remblokken met je mee. Hier en daar is wel een bikeshop te vinden, maar wat extra reservemateriaal is zeker geen overbodige luxe. Als laatste tip geven we nog mee dat je al pompend (in korte stukken) moet remmen tijdens zo’n lange afdalingen. Als je blijft remmen aan 1 lang stuk zal bij velgremmen de druk in je banden toenemen door de hitte van het remmen, en zou je in het slechtste geval een klapband kunnen krijgen. Bij schijfremmen is het dan weer zo dat je door de hitte luchtbellen in je remleidingen kunt krijgen. Met alle gevolgen van dien. Beter vermijden dus.