7e in Gent-Staden en winst in Vollezele, met 9 passages op de Congoberg iets meer dan een gewone kermiskoers. Maxim Nonneman, laatste jaars belofte, is goed aan het seizoen begonnen. De renner uit Denderhoutem kan een periode met tegenslagen – knieletsel en toxoplasmose – voor eens en altijd vergeten.

Tijd verloren
In z’n periode bij Onder Ons Parike en later bij Avia-Rudyco leek Maxim Nonneman voorbestemd voor het klimwerk. Bij de nieuwelingen won hij de koninginnenrit van de Tour Basse Meuse en gooide hij hoge ogen in de Spaanse Ronde van Aragon. Omdat zijn ontbolstering als belofte de voorbije jaren ernstig werd afgeremd, weet hij zelf nog niet goed welk type renner hij is.
“Geen pure klimmer”, weet de 21-jarige Nonneman. “Jawel, dat moet ik toegeven, ik heb al veel tijd verloren. Maar ik probeer daar niet te veel aan te denken. Soms flitst het wel eens door mijn hoofd dat andere leeftijdsgenoten al een stuk verder staan, maar ik kan die gedachte snel wegsteken. ‘Trust the process’ is nu mijn devies. Uiteraard heb ik er altijd van gedroomd om prof te worden. Ook nu nog. Al besef ik dat het voor mij volgend seizoen hoogstens een opleidingsploeg of een continentaal team kan worden.”
Toen hij in 2020 naar de beloften overstapte, werd de hogeschoolstudent vastgoed, net als alle andere jonge renners geboren in 2001 afgeremd door de pandemie. “Ik was nochtans vrij goed aan het seizoen begonnen”, herinnert hij zich nog goed. “Onder meer met een 26e plaats in Vollezele, de wedstrijd die ik nu kon winnen.”
Klierkoorts
Half maart 2020 moest iedereen in z’n kot blijven en werd het wielerseizoen tot de zomer onderbroken. En in 2021 duurde het tot 9 juni voor de competitie weer op gang werd gebracht. “Door het prepatellair frictiesyndroom had ik 6 maanden niet goed kunnen trainen”, gaat Nonneman verder. “Toen ik terugkeerde van een stage in Italië werd ik in klimkoersen als Vresse-sur-Semois en Herbeumont naar huis gereden. Jammer genoeg liet ik mijn bloed niet onmiddellijk grondig onderzoeken. Toen ik dat wel deed, bleek dat ik klierkoorts had.”
Een infectie waarmee de jonge kerel uit de Denderstreek heel lang op de sukkel was. Zelfs tot eind vorig seizoen. Pas vanaf het BK U23 in het Oost-Vlaamse St-Lievens-Houtem kwam hij een beetje op niveau. Intussen was hij beginnen samenwerken met trainer Ivan De Schamphelaere.
“Op een bepaald moment was ik op zoek naar een trainer”, verduidelijkt Nonneman. “Ik hoorde veel positieve dingen over Neaforma, Kristof De Kegel en Ivan De Schamphelaere. Van dan af ben ik met Ivan beginnen werken. Vorig jaar was het nog met veel vallen en opstaan. In plaats van 5 cartouchen per koers had ik er slechts 2. Logisch, want de klierkoorts was nog niet helemaal uit mijn lijf en ik had nog geen enkele keer een degelijke winter gekend.”
Diëtist
Wat de voorbije winter helemaal anders was. “Ik kon in het Spaanse Calpe een stage van 18 dagen afwerken”, vertelt Nonneman. “Daar zag ik andere jongens super veel uren op de fiets malen. Soms vroeg ik me af of ik niet te weinig trainde. Ivan stelde me telkens gerust. Hij beweerde dat het goed ging komen. Na 2 koersen in dit nieuwe seizoen moet ik hem gelijk geven.”
In Gent-Staden sloot hij net voor de 1e doortocht op de kasseien van de Steenstraat in Esen met een groep van circa 15 renners aan bij 9 vroege vluchters. In de finale botste hij, net als de anderen, op de Duitser Justin Wolf. “Die kerel was ongelooflijk sterk”, geeft Nonneman toe. “Hij legde zich eventjes plat en reed onweerstaanbaar van ons weg. Achter hem ontspon zich een tactisch spelletje. Enkele renners konden nog wegrijden. Ik werd 7e.”
Hij bevestigde zondag met winst in Vollezele. Op zowat 40 km van het einde reageerde de pion van VDM-Trawobo op een uitval van de Noor Arnes Daniel Smajkic. Het duo liep tot 1’15 uit. Nonneman klopte zijn laatste opponent in een sprintduel en maakte trainer Ivan De Schamphelaere supergelukkig. “Niet alleen Ivan speelt bij deze wederopstanding een belangrijke rol, ook mijn diëtist Kjell De Potter”, besluit Nonneman. “Ik ben nogal een liefhebber van steak met frietjes. Iets wat ik niet volledig heb afgezworen, maar nu eet ik beter voor een wedstrijd. Daar was ik vroeger helemaal niet mee bezig.”