Wielerboek om naar uit te kijken! Circa 5 jaar nadat hij ‘Top 1.000 van de beste Belgische wielrenners’ publiceerde, schreef Jacques Sys, sedert de herfst van vorig jaar als hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine op rust, een internationaal vervolg op dat boek. Uitgeverij Lannoo brengt ‘Top 1.000 van de beste wielrenners ter wereld’ uit. Een turf van 560 bladzijden waar de 72-jarige journalist 3 jaar aan sleutelde.

Wielergeschiedenis
“Portretjes maken vind ik een leuke vorm van journalistiek, ik heb dat altijd heel graag gedaan”, vertelt Sys. “Als hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine ben ik ook altijd blijven schrijven. Ik weet dat heel wat andere hoofdredacteurs geen artikels of columns meer maken. Zelf vind ik het belangrijk dat wel te doen. Je moet in het veld blijven staan, is mijn idee.”
Nog tijdens z’n actieve carrière begon Sys te schrijven aan het boek dat straks van de persen rolt. Uiteraard gebruikte hij ‘Top 1.000 van de beste Belgische wielrenners’ als basis. “Dat boek deed het met meer dan 10.000 verkochte exemplaren goed”, weet Sys. “Vandaar dat de vraag kwam om een vervolg samen te stellen. Ongeveer 3 jaar geleden begon ik aan die opdracht.”
Precies 1.000 renners van over heel de wereld selecteren, lijkt ons een gigantische opdracht. Daarvoor verdiepte de auteur zich in de geschiedenis van het wielrennen. En liet hij zich bijstaan door enkele collega’s die met hetzelfde onderwerp bezig zijn. “Om er een bepaalde structuur in te steken, koos ik net als bij de voorloper van dit boek voor een opsplitsing in 6 perioden”, verduidelijkt Sys. “Op die manier geeft het boek een mooi beeld van 150 jaar wielergeschiedenis.”
Palmares
Het boek opent met de periode 1869-1918. De Italiaan Costante Girardengo is de 1e naam. Daarna volgen de jaren tussen Wereldoorlog I en het einde van Wereldoorlog II (1919-45). Berggeit Gino Bartali mag dat hoofdstuk inleiden. Het 3e luik loopt van 1946 tot 1965 en begint met de Fransman Jacques Anquetil. Het volgende hoofdstuk omvat de periode 1966 tot 1980 en opent met Roger De Vlaeminck. De Spanjaard Miguel Indurain mag het hoofdstuk 1981-2000 inleiden. Hoofdstuk 6 loopt van 2001 tot 6 februari 2023. De Amerikaan Lance Armstrong, de gevallen Boss, opent dit laatste deel.
“Uiteraard is palmares een 1e belangrijk element bij de selectie van de diverse renners”, verduidelijkt Sys. “Ik begon met een lijst en heb die zowat voortdurend gecorrigeerd. Op een bepaald moment moest ik die lijst definitief afronden. Ik selecteerde niet alleen op palmares, maar ook op basis van verhalen. Mannen en vrouwen die in de koers iets speciaals deden, heb ik ook opgenomen in het boek. Zo selecteerde ik bijvoorbeeld enkele Spanjaarden die ooit in de Vuelta iets aparts deden.”
Binnen de indeling in hoofdstukken varieert de aandacht voor de renners van 4 pagina’s voor de wereldtoppers, 2 bladzijden voor zij die er net iets onder komen, 1 pagina voor mannen en vrouwen met een minder palmares of een minder sterk verhaal. Anderen krijgen een halve pagina, de rest een kwart van een blad.
Breed spectrum
“In totaal hebben 180 Belgen de definitieve lijst gehaald”, verduidelijkt Sys. “In ‘Top 1.000 van beste Belgische wielrenners’ kreeg Philippe Thys 4 pagina’s, in dit nieuwe boek 2. Zo is Eric Vanderaerden van 1 pagina naar een half blad gegaan. Groter kon ik echt niet gaan. Het boek telt nu reeds 560 bladzijden.”
De samensteller ging ook heel breed. “Ook baanwielrenners, mountainbikers en veldrijders staan in het boek”, benadrukt Sys. “Zoals bijvoorbeeld Urs Freuler die op de baan enkele keren wereldkampioen werd en 1 van de beste 6-daagse renners ooit was. Ook Matthew Gilmore nam ik op. Uiteraard staan in het boek ook enkele vrouwen die in de geschiedenis van het wielrennen belangrijk waren.”
Zoals Yvonne Reynders, Jeannie Longo, Kirsten Wild, Marianne Vos, Lotte Kopecky, om er maar enkele te noemen. “Wat mij tijdens het opzoekingswerk opviel, is dat het makkelijker is om documentatie te vinden over buitenlandse renners dan over Belgen”, beweert de auteur. “Op een bepaald moment heb ik moeten afronden. Wat betekent dat bijvoorbeeld Fem van Empel en Arnaud De Lie, renners die aan het begin van een veelbelovende carrière staan, niet werden opgenomen. Ik besef dat er discussie zal zijn over waarom die renner wel in het boek staat en een andere niet. Daar kan je niet onderuit.”