Xaydee Van Sinaey, de 2e jaars juniore uit Schendelbeke (Geraardsbergen), verdedigt dit wegseizoen de kleuren van het Deense Team Rytger. Een transfer die met toestemming van Crelan-Fristads, haar veldritploeg, werd gerealiseerd. Met Team Rytger werkt het Oost-Vlaamse talent zondag de Piccolo Trofeo Binda af, de Italiaanse manche van de Nations Cup voor meisjes junioren. Haar 1e opdracht dit seizoen.
Niet top in het veld
Zowel op de weg als in het veld boekte Xaydee Van Sinaey (17) de voorbije jaren een reeks mooie resultaten. Vorig jaar sloot ze de Ronde van Vlaanderen voor meisjes junioren als 2e af. De zege ging naar Zoe Backstedt. De Europese wegkampioenschappen in het Portugese Anadia leverden haar twee 7e plaatsen af, zowel tegen de klok als in de wegrit. En op het WK in het Australische Wollongong werd ze 9e.
Ook in het veld liet ze enkele interessante uitslagen noteren. Zo viel ze in november 2021 op het Europees kampioenschap op de Nederlandse ‘Col du Vam’ net naast het podium. In Namen deed ze in november 2022 beter door de bronzen medaille te veroveren. Op het WK veldrijden in Hoogerheide werd ze anderhalve maand geleden 5e.
“En toch vond ik mijn veldritcampagne de voorbije winter niet top”, beweert Van Sinaey. “Als het tijdens het crossseizoen niet goed gaat, verlang ik naar de start van de wegcampagne. En gaat het niet goed op de weg kijk ik snel uit naar het veldritseizoen. Zo zit ik in elkaar. In de cross is het van begin tot einde all the way. Op de weg kan het vaak lang duren voor er iets gebeurt. Zo heeft elk seizoen zijn voor- en nadelen.”
Tot WK in Glasgow
In september 2022 kwam Van Sinaey tijdens de Watersley Ladies Challenge, een 3-daagse van de Nations Cup voor meisjes junioren, in contact met het Deense Team Rytger. “Met Crelan-Fristads kan ik in de zomer geen wegprogramma rijden”, verduidelijkt Van Sinaey haar transfer. “Team Rytger is bij de meisjes junioren altijd een groot team geweest. Inderdaad, ook een opleidingsteam voor de vrouwenploeg van Uno-X.”
Van Sinaey zal niet doorschuiven naar het Noorse vrouwenteam. Dus schuift de Oost-Vlaamse na het veldritseizoen 2023-24 automatisch door naar Fenix-Deceuninck, de opvolger van Plantur-Pura. “Mijn programma voor dit wegseizoen ligt al helemaal vast”, gaat Van Sinaey verder. “Tot augustus ga ik door op de weg. Vermoedelijk tot en met het WK in Glasgow, maar dat hangt natuurlijk af van een eventuele selectie met de nationale ploeg. Eens het veldritseizoen aanvangt, rijd ik weer voor Crelan-Fristads. Dat is met alle partijen afgesproken.”
Tijdens het crossseizoen maakte Van Sinaey al kennis met haar nieuwe ploegmaats. “Ik ben 2 keer op trainingskamp geweest naar Kopenhagen”, vertelt ze. “Onder meer voor de Wereldbekermanche in Benidorm vloog ik op en neer naar Denemarken. Nu wacht mijn 1e wedstrijd voor Team Rytger.”
Toekomst van België
Vrijdag en zaterdag verkende Van Sinaey met haar ploegmaats het parcours van de Piccolo Trofeo Binda. “Het wordt een pittige wedstrijd”, vermoedt de Oost-Vlaamse. “De eerste 25 km zijn redelijk vlak, daarna wordt het een stuk lastiger. Ik denk dat ik een klimmertje ben. Dus zou deze koers mij moeten liggen. Bij de ploeg gaan we altijd op een andere manier rijden. De ene keer zal ik kopvrouw zijn, de volgende wedstrijd is die rol voor een andere renster van het team.”
Gent-Wevelgem van zondag 26 maart 2023 staat ook op Van Sinaeys programma. Ook deze wedstrijd, met start en aankomst in Boezinge, hoort tot het programma van de Nations Cup. Vorig seizoen reed ze deze klassieker niet. Dan kwam ze pas eind april tijdens de Omloop van Borsele in competitie.
“Piccolo Trofeo Binda en Gent-Wevelgem zijn wedstrijden die op hetzelfde niveau staan als de Europese of wereldkampioenschappen”, benadrukt Van Sinaey. “Ik hoop te kunnen bewijzen dat ik dergelijke koersen aankan. Door heel wat mensen word ik van nabij gevolgd. Door Belgian Cycling, door mijn trainer Michel Geerinck, door mijn crossteam, noem maar op. Eigenlijk leg ik vooral mezelf druk op. Omdat ik wil tonen dat ik, samen met enkele andere meisjes, in het vrouwenwielrennen de Belgische toekomst kan zijn.”