Buitenbeentje in het veldrijden! Alessio Roelandt combineert motorcross met cyclocross. De 14-jarige Oost-Vlaming vermoedt dat een carrière op de crossfiets er niet insteekt. In het motorcrossen misschien wel. Toch probeert hij ook eens een afwachtingswedstrijd van een tv-cross mee te pikken. Zoals in Niel, waar hij bij de 1e jaars nieuwelingen 16e werd.

Europees
Motorcrossers die het proberen in het veldrijden. In het verleden waren er heel wat voorbeelden. Jan Denuwelaere onder meer. De West-Vlaming won in z’n korte carrière A-veldritten in Bredene en Essen. Ook bij de elite zonder contract draaiden enkele gewezen motorcrossers jaren mee. Zo wonnen Kendric Van Grembergen en Jelle Brackman diverse B-veldritten.
Zo’n vaart zal het met Alessio Roelandt wellicht niet lopen. Het is bijna niet te geloven. Ondanks z’n jonge leeftijd is hij al 8 jaar bezig met motorcrossen. Dat hij voor die sport koos, hoeft dan weer niet te verbazen want zijn vader Sven is motorcrosser. En die kreeg het op zijn beurt met de paplepel ingegeven door z’n papa Patrick. “Ik doe het al vanaf mijn 6e,” glundert Alessio Roelandt. “Toen met een motor van 50 cc. Intussen rijd ik met een 125 cc. Voorlopig nog bij de VJMO-MCLB. Misschien zal ik volgend jaar het al eens Europees proberen.”
Het lijkt erop dat de jonge kerel uit Brakel toch vooral bezig is met de sport die hij van jongsaf beoefent. “Omdat mijn papa dit deed, wilde ik het, toen ik 6 jaar was, ook eens proberen”, verduidelijkt Alessio Roelandt. “Ik beleef er veel plezier aan. Bovendien train ik er vrij veel voor. Met de ambitie om elk weekeinde podium te halen en ieder seizoen titels te pakken.”
Individueel
Toen hij amper 7 jaar was, veroverde hij al de Belgische titel. Het voorbije seizoen greep hij bij de aspiranten nipt naast die nationale driekleur, maar won hij wel een aantal manches. Zoals in september, tegen het einde van het seizoen, in het Vlaams-Brabantse Pamel. Tijdens de winter ligt motorcross stil. Al enige tijd vult Alessio Roelandt die competitieloze periode op met veldrijden. Vorig jaar reed hij zelfs bij Acrog-Tormans, de jeugdclub uit Balen.
“Nu cross ik individueel”, verduidelijkt de jonge Brakelaar. “Omdat ik niet zo heel veel veldritten afwerk, is het eigenlijk niet nodig om lid te zijn van een wielerclub. Hier in Niel is het mijn 1e grote cross. Vandaar dat ik bij de start op de laatste rij stond. In de openingsronde schoof ik goed op, maar ik maakte een foutje waardoor ik wat plaatsen verloor. Die kon ik opnieuw goedmaken, maar in de finale maakte ik weer een foutje. Dit keer zonder posities te verliezen.”
Met een 16e plaats, bijna 5 minuten na winnaar Cas Van Looke, was de Oost-Vlaamse tiener niet ontevreden. “Ook dit veldrijden doe ik graag”, geeft hij aan. “Er zijn gelijkenissen met het motorcrossen, maar ook verschillen. Zowel op de motor als de fiets moet je evenwicht goed zijn. Mensen denken vaak dat motorcross een gemakkelijke sport is. Dat klopt niet. Zowel fysiek als mentaal is het een zware sport. Om het vol te houden heb je wat doorzettingsvermogen nodig.”
Idolen
Dat blijkt Alessio Roelandt te hebben. Met een trainer werkt hij niet. “Trainen doe ik met mijn papa”, vertelt hij. “Als ik train met de motor moeten we naar Nederland, op een uurtje van Brakel. Tijdens de winter doe ik dat op zaterdag of zondag. Afhankelijk van wanneer er een veldrit is. Tijdens de week train ik op de fiets. Maar als het motorcrossseizoen in aantocht is, las ik elk week 2 looptrainingen in. Dan train ik op woensdag met de motor. Inderdaad, motorcrossen is een dure sport. Maar als je iets graag doet, mag het wat kosten.”
Ook cyclocrossen is niet goedkoop. Daarin doet Alessio Roelandt het als individueel. In het motorcrossen richtte de familie een eigen club op: het MX Opel Team Roelandt-Roman. “Ik denk niet dat ik in het cyclocrossen ver zal geraken”, taxeert de tiener z’n verdere toekomst. “Deze 1e grote internationale veldrit vond ik heel plezierig. Ik wil dat zeker blijven doen, ik zal er nog een aantal proberen afwerken. Merksplas staat volgende week op mijn programma. En ook Dendermonde rijd ik zondag.”
Vanaf de maand januari gaat alle aandacht weer richting het motorcrossen. “De Nederlander Jeffrey Herlings is mijn idool”, beweert Alessio Roelandt. “Op tv kijk ik ook vaak naar veldritten voor profs. Daar is Wout van Aert mijn voorbeeld.”
Win een ABUS-racehelm én je eigen reportage op WielerVerhaal!
3 comments
Prachtig intervieuw van een jongen met enorm doorzettingsvermogen , voorbeeld voor zijn sport en een talent op de motor, zeker te volgen
Prachtig interview van een jongen met enorm doorzettingsvermogen , voorbeeld voor zijn sport en een talent op de motor, zeker te volgen
R. De Vlaeminck en vader Van De Poel waren ook niet vies van de crossmotor, evenals Kevin Pauwels meer recent.