Kermiskoersen zijn als afgeladen zondagsmissen: in de jaren 1960 had zelfs de pietepeuterigste negorij er 1’tje, nu gelden ze hoe langer hoe meer als een curiositeit. Schaars (immaterieel) erfgoed dat ondanks zijn rijke folklore met uitsterven wordt bedreigd. Zo ook de GP Beeckman–De Caluwé. De Koninklijke Denderclub Ninove vierde in de zomer van 2023 zijn 80e editie, maar moest willens nillens de stekker uit de organisatie trekken. Wat volgt, is een uittreksel uit de 9e editie van het magazine ‘Etappe’, het thematisch wielerhistorisch magazine van KOERS.
GP Beeckman–De Caluwé
De kermiskoers floreerde. Doordat internationale wielerwedstrijden en masse van de kalender werden geschrapt, won de race rond de kerktoren alsmaar aan belang. Anno 1942 noteren we in Belgenland maar liefst 382 kermiswedstrijden voor profs. In die tijdsgeest houden de S.C. Beeckman’s Vrienden een jaar later ook de GP Ninove boven de doopvont. Niet toevallig rijden op dat moment 2 streekrenners de pannen van het dak. Ninovieter Kamiel Beeckman en Denderwindekenaar Edgard De Caluwé maken nationaal furore.
De Caluwé heeft dan al de Ronde van Vlaanderen (1938), Parijs-Brussel en Bordeaux-Parijs (1935) op zak. Kamiel ‘Boerken’ Beeckman verdient tussen 1935 en 1953 zijn strepen én z’n bijnaam door noest te knechten voor zijn streekgenoot en grote namen als Achiel Buysse. Een jaar later zal de wedstrijd dan ook trots hun naam dragen: voortaan spreken we van de Grote Prijs Beeckman–De Caluwé. Zo wil de organisatie de lokale verankering extra in de verf zetten en hulde brengen aan zijn regionale helden.
In deze 2e editie valt over een afstand van 120 km maar liefst 12.000 Belgische frank aan premies te rapen. Daarnaast behoren ook een kunstfoto, een sportklak en een sigarettenkoker tot de prijzen. In de jaren die volgen neemt de wielertrots van de Denderstreek een hoge vlucht. De voorzitter van de Beeckmansvrienden, Felix De Clercq, weet sponsors zoals Sigaretten Belga, Cycles The London en Bieren Concordia aan zijn koers te binden. Het prijzengeld wordt in 5 jaar tijd meer dan verdubbeld en met onder meer Ronde van Vlaanderenwinnaars Emiel Faignaert en Sylvain Grysolle verschijnen opnieuw gereputeerde renners aan de start. Wanneer we in de erelijst van de fifties en sixties duiken, springen nog meer roemrijke namen in het oog: naast Pino Cerami (1954) wisten onder meer Rik Van Looy (1965) en Walter Godefroot (1966) de zegepalm te veroveren in de Wortelstad.
Slachtoffer van eigen succes
Pascal Carael, huidig voorzitter van de Koninklijke Denderclub die de profrace tot vorig jaar organiseerde, maakt zelf al 44 jaar deel uit van deze rijke brok wielergeschiedenis. Dat aan die familietraditie in 2023 een abrupt einde komt, smaakt voor Carael extra wrang. Hij ziet 3 oorzaken die samen leidden tot een cascade-effect. Alles begint bij de hervormde UCI-wedstrijdclassificatie. “Ik had het eerder al een paar keer ondervonden: doordat er geen UCI-punten te verdienen zijn in kermiskoersen, krijg je nauwelijks nog profrenners aan de start. Je mag nog geld op tafel leggen, men reageert er gewoonweg niet meer op. Voor de Internationale Wielerunie bestaan kermiskoersen in principe niet, maar in België worden ze gedoogd omdat dit hier historisch zo gegroeid is.”
Door dat manco aan UCI-erkenning en punten drong een drastische beslissing zich op: opschalen of afhaken. “We zouden minimum moeten overschakelen naar een 1.2wedstrijd om terug diezelfde renners te kunnen aantrekken,” vervolgt de Ninoofse voorzitter. “Dan belandt de race op de UCI-kalender en kunnen de coureurs hier wel die felbegeerde punten komen sprokkelen.” Een alom bekende en noodzakelijke evolutie die een bloedbad aanricht in het kermiskoerscircuit.
Een amplificatie – zoals de Egmont Cycling Race – brengt dan weer een aanzienlijk kostenplaatje met zich mee. “Organisatorisch en technisch gezien vormt dat geen enkel probleem, maar op financieel vlak is dat een ander paar mouwen”, weet Pascal Carael. Bij een 1.2-race gaat het budget gewoon maal 5.” Een rekening die al snel oploopt tot zo’n 100.000 euro. “Op zich betekende dat nog niet het grote struikelblok,” nuanceert Carael. “Over meer dan de helft hadden we via sponsoring al kunnen beschikken, maar dat is niet genoeg, hé.” En daar wringt nu net het schoentje. Enter dominosteentje nummer 3. “Als we die stap zouden zetten, wordt de Stad medeorganisator en moet ze zich borg stellen om het verschil bij te passen als de financiering niet rondgeraakt. En dat schiep voor Ninove een groot probleem omdat men hier al met een semiklassieker zit. En zo dreigt de wielergekke Denderstad het slachtoffer van zijn eigen succes te worden.
Toch nog hoop?
Nu het doek valt over de GP Beeckman – De Caluwé, blikt Pascal Carael nostalgisch terug op de vele memorabele momenten: “Natuurlijk heb je na 44 jaar een paar uitschieters,” mijmert Carael. “Zo kwam in 1988 de toenmalige wereldkampioen Stephen Roche naar hier afgezakt, maar wij wisten van niks. We hadden hem niet betaald, nee. Zoals je weet, moet het startnummer 1 altijd aan de kant gehouden worden voor mocht de wereld- of de Belgische kampioen komen opdagen. Wij hadden dat zo gesommeerd aan onze medewerkers. Toen Roche zich kwam aanmelden en zijn nummer vroeg, riposteerde die vrijwilliger doodleuk: ‘Nee, ik geef jou die niet.’ Hij had hem niet herkend! Wat een pantomime toen aan die inschrijvingstafel!”
Het illustreert hoe kermiskoersen levende musea zijn. Gestoeld op mondelinge overlevering vinden de historiek en anekdotiek hun weg naar welwillende supporters. Anno 2023 zijn ze nog maar met z’n twintigen. En ook voor Ninove dreigt de hakbijl definitief te vallen. Al schittert daar aan de Dender nog een sprankeltje hoop: “Wij hebben zowel van de Sportdienst van de Stad, als van Cycling Vlaanderen de goedkeuring ontvangen om met onze vereniging nog een jaar verder te doen. Zonder dat we iets organiseren. Maar dan moeten we volgend jaar definitief beslissen en dat is eigenlijk het jaar te vroeg.” Kortom: wielermecenas gezocht om de uittocht van de kermiskoers uit het Vlaamse wielerlandschap te verijdelen.
Het integrale verhaal van de hand van sportjournaliste Tieneke Van De Velde en nog een hele reeks andere gepassioneerde wielerverhalen lees je in Etappe #9, hier rechtstreeks aan te schaffen.