Na 3 seizoenen Lotto Dstny slaat Ramses Debruyne (21) een andere weg in. Vanaf 1 januari 2024 draagt hij het shirt van het Alpecin-Deceuninck Development Team. De Rollegemnaar, begin oktober 3e in de beloftenversie van de Ronde van Lombardije, maakte tijdens een stage in Benicàssim al kennis met de ploeg. Volgend jaar probeert hij te winnen en nationale selecties te versieren.
Sterke 3e plaats
Bij de junioren scoorde de West-Vlaming uitstekend. In 2019 werd hij 5e in de Ronde van Vlaanderen, 6e in de Guido Reybrouck Classic, 9e in de eindstand van de Vredeskoers en 2e in het eindklassement van Aubel-Thimister-Stavelot. Uiteraard nam bondscoach Carlo Bomans hem mee naar het WK in het Britse Harrogate. In 2020 zou de bevestiging volgen, maar de pandemie stuurde dat in de war. Het aantal koersen was schaars. Toch werd hij in Koksijde 2e op het BK en 5e in de eindstand van La Philippe Gilbert.
Het leverde Debruyne een transfer op naar de beloftenploeg van Lotto-Soudal. Een valpartij in Tour de Savoie Mont Blanc zorgde voor miserie met de knie. Eind 2021 onderging hij een operatie aan die gehavende knie. “Waardoor mijn basisconditie voor 2022 te beperkt was om goed te scoren”, blikt hij terug. “De ene dag was ik goed, de andere dag slecht.”
Het voorbije seizoen zette de student bio-ingenieur stappen vooruit. “Ik stond er bijna het hele seizoen”, stelt Debruyne terecht. “Tot de maand mei haalde ik een hoog niveau. Wat ik in de verf zette met onder meer een 4e plaats in Luik-Bastenaken-Luik voor beloften en de 3e podiumplaats in La Get Up Cup in Aywaille. Daar botste ik op Alexy Faure Prost en Francesco Busatto. De Italiaan kende ik al, de Fransman nog niet. Als je ziet wat die mannen het voorbije jaar presteerden, is dat een sterke 3e plaats.”
Podium Lombardije
In Fleurus mocht Debruyne op 1 september 2023 de handen in de lucht gooien. Precies een maand later pakte hij in de Ronde van Lombardije voor beloften de 3e podiumplaats na William Junior Lecerf en de Ier Archie Ryan, volgend jaar neoprofs bij respectievelijk Soudal-Quick.Step en EF Education-EasyPost. In die najaarsklassieker werkte hij uitstekend samen met Alec Segaert, in 2022 winnaar van deze Il Piccolo Lombardia.
“Alec en ik waren voor de start aangeduid als kopmannen”, blikt Debruyne terug. “Op de Madonna del Ghisallo vertelde Alec dat hij zich niet super voelde. Vanaf dat moment is hij voor mij op kop beginnen rijden. Tot de beste klimmers in actie kwamen. Ik werd 3e, Alec 8e. Denk dat we daar beiden heel sterk presteerden. In het najaar was dat mijn sterkste uitslag. De weken voordien was ik ook goed, alleen kon ik dat niet vertalen in resultaten.”
Door dit sterke seizoen kreeg Debruyne uiteraard de kans z’n laatste jaar bij de U23 het shirt van het continentale team van Lotto Dstny te dragen. Bewust gaat hij een andere richting uit. “Ik mocht blijven bij Lotto Dstny, maar ik heb het gevoel dat ik bij Alpecin-Deceuninck meer kans heb om de beste versie van mezelf te worden”, beweert hij. “Het is in de 1e plaats een gevoel. Ik ben ook gecharmeerd door de manier waarop Alpecin-Deceuninck in de WorldTour evolueert. De stappen die enkele jonge renners binnen deze structuur zetten, trekt me aan. Ik denk bijvoorbeeld aan Timo Kielich. Heel straf wat hij het voorbije seizoen deed.”
Alles duidelijk
Intussen maakte Debruyne tijdens een ploegstage in Benicàssim kennis met de manier van werken. Tijdens dat oefenkamp tekenden zowel de renners van het WorldTour-team als die van de opleidingsploeg plus de veldrijders van de broers Roodhooft present. “Daar hanteren ze een manier van werken die bij mij past”, aldus Debruyne. “Ze hebben een duidelijke structuur. Alles inzake voeding en training is heel duidelijk. Dat heb ik echt nodig.”
Voortaan werkt hij met Tom Verhaegen als trainer. Voordien vertrouwde hij op het Energy Lab en Dietmar Ledegen. Straks trekt hij een 2e keer naar Spanje om te trainen. “Dat wordt een familie-uitstap”, verduidelijkt Debruyne. “Mijn ouders en m’n zus fietsen ook graag. Ze willen tijdens de kerstvakantie een weekje in beter weer fietsen. In januari werk ik enkele examens af. Eind januari staat een stage met het devo-team op het programma. Daar zal mijn kalender worden bepaald.”
Debruyne stapt met een paar wensen naar de ploegleiding. “Ik wil uiteraard weer Luik-Bastenaken-Luik voor beloften rijden”, besluit hij. “Maar ik wil ook de beloftenversie van Parijs-Roubaix proberen. En in mijn laatste seizoen bij de beloften hoop ik een WK-selectie af te dwingen. Het parcours in en rond Zürich moet me liggen. Lang geleden dat ik door de federatie werd geselecteerd. Van 2020, het EK voor junioren in Plouay. Ik ga met een andere mindset richting 2024: niet om ereplaatsen te rijden, maar om overwinningen te boeken.”