Quizvraag: hoe heet de enige Nederlander die 4 van de 5 Monumenten won? Antwoord: Hendrikus Andreas Kuiper. Hennie voor de vrienden. De intussen 75-jarige ex-prof uit Overijssel was tussen 1973 en 1985 de beste in Milaan-Sanremo, de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en de Ronde van Lombardije. Intussen geniet hij al vele jaren van zijn wielerpensioen. “Ik ga nog graag naar de koers. Vooral in België. Hier is het allemaal veel beter georganiseerd”, vertelt de winnaar van Parijs-Roubaix van 1983.
Het gaat nog steeds om hetzelfde
Nodig Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck of Johan Museeuw uit als VIP-gast op een wielerwedstrijd en gegarandeerd heeft de helft van de andere gasten hen opgemerkt. In het geval van Hennie Kuiper is dat doorgaans niet het geval. Eerder toevallig spotten we hem in een hoekje in het VIP-dorp bij de ritaankomst in het Limburgse Bilzen. Of hij tijd heeft voor enkele vragen? “Natuurlijk, vuur ze maar af”, reageert de Nederlander. Ondanks zijn 75 lentes oogt Kuiper nog fit. Veel meer dan zijn competitiegewicht zal hij niet halen.
Kan Hennie Kuiper na 60 jaar in het wielrennen nog genieten van de koers? Of heeft hij het allemaal wel gezien? “Neen. Het wielrennen is voortdurend in beweging. Dat maakt het net zo mooi. Als ik uitgenodigd word, dan kom ik graag. Ik ben vele generaties ouder dan de renners die vandaag rijden. Maar de koers blijft de koers. Elke keer dat ik er ben, is het weer ouderwets gezellig. En voel ik me weer, of beter, nog altijd deel van de wielerfamilies”, lacht de Nederlander. “Laat ons eerlijk zijn, het gaat nog altijd over hetzelfde. Proberen de beste te zijn. Of de snelste. Zoals vandaag in de massaspurt. Leuke ontknoping trouwens.”
Gelijkenissen met Evenepoel
Hennie Kuiper maakte van 1973 tot en met 1988 deel uit van het profpeloton. Bij zijn 1e ploeg, het Duitse Rokado, werd hij binnengehaald als Olympisch kampioen. Kuiper pakte goud op de Olympische Spelen van 1972 in München. 3 jaar later, in 1975, pakte hij in Yvoir de wereldtitel. Door onder meer Roger De Vlaeminck op bijna een halve minuut te rijden. Net als De Vlaeminck was Kuiper ook als veldrijder aan de slag. Hij werd Nederlands kampioen in 1974 en 1975. Toen moest het op de weg nog echt beginnen. De 4 Monumenten won hij in de najaren van zijn loopbaan. De Ronde van Vlaanderen en de Ronde van Lombardije in 1981, Parijs-Roubaix in 1983 en Milaan-Sanremo in 1985.
Het misschien wel bekendste beeld van Kuiper is dat van de finale in Parijs-Roubaix in 1983. Hij moest er uitwijken voor een fotograaf. Met een kapotte band als gevolg. Omdat de fietswissel op zich liet wachten, klapte Kuiper stevig in de handen. “Laat het vooruit gaan”, wilde hij zeggen. Hetzelfde beeld was begin augustus 2024 te zien toen Remco Evenepoel op weg was naar de Olympische titel en lek reed. Heeft Kuiper de beelden gezien? “Niet live, maar ik heb er achteraf wel naar gekeken. Leuk om te zien. En er zijn meer gelijkenissen. Ook Evenepoel staat nu in het lijstje van de renners die zowel goud pakten op de Olympische Spelen en op een wereldkampioenschap bij de profs.”
Telekom en Motorola
Na zijn carrière als renner was Kuiper ook even sportdirecteur. Eerst bij het Duitse Telekom, daarna bij het Amerikaanse Motorola. De ploeg van onder meer Lance Amstrong. Een actieve betrokkenheid in het wielrennen heeft hij vandaag niet meer. Hij kan zich echter nog perfect inleven in hoe een coureur zich voelt. “Maar ik geef wel toe dat ik al eens met de ogen knipper als ik langs het parcours sta. Het gaat ontzettend hard. Wij reden ook snel. Maar dat kan je niet vergelijken met hoe het er vandaag aan toe gaat. Ja, dan sta ik met dichtgeknepen billen aan een rotonde. Vroeger niet. En de renners van vandaag gelukkig ook niet. Het zal wel met mijn leeftijd te maken hebben. Al durfde ik in mijn tijd ook tegen 80 km/u van een berg te rijden.”
Komt Kuiper in de Renewi Tour voor de Nederlanders supporteren? Of heeft hij het in de grotendeels Belgische rittenkoers toch eerder voor de Belgen? “Ik kom voor het wielrennen. Of dat nu hier is of in de Tour de France. Ik geniet van goede prestaties. En van goede organisaties. Wat dat laatste betreft, kunnen we in Nederland nog heel veel leren van de Belgen. Ik vrees voor de toekomst van heel wat Nederlandse wielerwedstrijden. Er is steeds minder begrip bij de bevolking en ook de steun van politie is veel minder vanzelfsprekend dan in België. Dus kom ik maar wat vaker de grens over.”