Niet Julie De Wilde, maar wel Anna Vanderaerden was de beste Belgische in de eindsprint van de EK-wegrit voor beloften. De Limburgse strandde op de 11e plaats. Een resultaat waar ze mee kan leven. Toch is ze niet echt tevreden met het Belgische resultaat. “We zaten goed in de wedstrijd, maar in de slotfase lieten we ons insluiten”, klinkt het.
Buiten categorie
Als lid van misschien wel de bekendste Limburgse wielerfamilie kreeg Anna Vanderaerden langs het EK-parcours zoals verwacht heel wat handen op elkaar. Schoolkinderen die in de buurt van haar woonplaats Lummen haar naam schreeuwden. En familieleden die in de aankomstzone nagelbijtend de finale bekeken. Voelde ze de steunbetuigingen aan haar adres? “Absoluut, en niet zo’n klein beetje. Voelen en horen”, lacht ze. “Ik heb al wel vaker in eigen streek gereden, maar dit was toch buiten categorie. Ik heb niet bewust geteld, maar ik heb mijn naam heel vaak gehoord.”
Was ze voor een grote afspraak in eigen streek zenuwachtiger dan voor een andere koers? “Misschien wel een beetje. Vooral dan omdat ik wist dat er veel supporters zouden zijn. Ik wilde hen vooral niet teleurstellen.”
Dat lijkt gelukt met een 11e plaats, beste Limburgse en beste Belgische. Geslaagd kampioenschap dus? “Voor mezelf wel. Ik kan moeilijk niet tevreden zijn met mijn resultaat. Het is pas mijn 1e kampioenschap bij de beloften, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat ik een groentje was in dit peloton. Dat is voor mij misschien wel de belangrijkste conclusie. Ik verdiende echt wel een plaats in deze selectie. Dat is een mooi vooruitzicht voor de toekomst.”
Veel energie
De vrouwen-beloften reden in en rond Hasselt. Geen Limburg-lus dus richting de heuvelzone of kasseistroken. Daarom ging iedereen er ook vanuit dat het tot een massaspurt zou komen. Was dat ook het plan van de Belgen? Mag België als team tevreden zijn met de 11e plaats van Vanderaerden? “We zijn gestart met de bedoeling om de koers hard te maken. In het 1e wedstrijdgedeelte was dat niet nodig. We moesten er gewoon voor zorgen dat de ontsnapping onder controle bleef. We kregen de opdracht om in de finale het tempo op te voeren. En zo de sprinterstreinen te ontregelen. Ja, vooral om de Nederlanders de wind uit de zeilen te halen.”
Dat is niet gelukt, want Oranje pakte 1 en 2. En vooral, het waren de Nederlanders die de laatste 10 km voor hun rekening namen. Aan een bij momenten moordend tempo. “Klopt, maar we hebben wel geprobeerd. Toen het tempo de hoogte inging, zat het al snel op een lint. Op dat moment was een goed resultaat zeker nog mogelijk.”
De Nederlanders bleven echter gaan zodat de Belgen zich opnieuw moesten organiseren. Febe Jooris probeerde spurtkopvrouw Julie De Wilde nog naar voor te loodsen. Maar die zat te ver. Was dat het moment dat Vanderaerden haar kans schoon zag? “De bedoeling was inderdaad om Julie naar voor te loodsen. De finale was heel hectisch. Niet dat ik aan de rekker hing, maar ik moest van heel ver komen. Het kostte me veel energie om rensters in te halen. Energie die ik niet meer in mijn sprint kon steken. Het zou hoe dan ook heel moeilijk geweest zijn om de Nederlanders nog te remonteren”, vertelt Vanderaerden.
Gemis
Waren de Belgen dan te braaf? Of was er gewoon niks te beginnen tegen de Nederlandse armada? “We hadden ook een sterke ploeg”, vindt Vanderaerden. “Ik denk ook niet dat we echt fouten gemaakt hebben. Behalve dan in de slotfase toen we net iets te ver zaten. En er niemand meer was die de sprong kon maken.”
Met welk gevoel blikt Anna Vanderaerden terug op het EK in haar eigen achtertuin? “Met een dubbel gevoel. Ik moest al snel van fiets wisselen omdat een andere renster in mijn versnellingsapparaat gereden was. Maar dat was eerder een fait divers. Verder heb ik het beste uit mijn sprint gehaald. En eigenlijk ook wel uit het EK. Maar er blijft ook het gemis aan een echt goed resultaat van de Belgische ploeg.”