Hij reed in 2015 op het Circuit van Zolder al eens onafgebroken 856 km en verbeterde die prestatie een jaar later met nog eens 60 km. Op de Mediofondo in Picardië pakte hij in 2017 de 1e plaats in zijn categorie en werd 5e in het algemeen klassement. Vorig jaar reed hij in Drenthe een tijdrit van 500 km aan een gemiddelde van 36,6 km/h. Joris Rogiers uit Lochristi krijgt er echter geen genoeg van. Daarom fietste hij onlangs net geen 1.000 km aan 1 stuk, en dat in 24 uur.
In 2015 wilde Joris Rogiers graag de tot de verbeelding sprekende koers Bordeaux-Parijs rijden. “Dat was echt een doel, maar in laatste instantie heeft de organisatie die koers geschrapt”, zegt de Oost-Vlaming. “En dus ging ik op zoek naar een nieuwe uitdaging. Zo kwam ik bij de 24 uur van Zolder uit. In 2016 reed ik er 916 km aan een stuk, net te weinig om het record van 924 km van het jaar voordien van iemand anders te verbreken. Graag wilde ik dat dit jaar wél verbreken. Uit ervaring wist ik dat dat mogelijk zou zijn als ik de hele tijd voldoende zou blijven eten en drinken. Dan heb ik het gevoel dat ik gewoon kan blíjven fietsen.”
En het is hem gelukt! “Op de 24 uur heb ik maar 7 minuten en 30 seconden niet in het zadel gezeten. Dat was om een wiel te wisselen na spaakbreuk en eens om mijn behoefte te doen. Normaal heb ik het in de ochtend, wanneer de zon opkomt, mentaal altijd lastig, maar dat was nu dus niet het geval. Het kan ook wat vreemd klinken, maar mijn zitvlak en mijn benen hebben echt geen moment pijn gedaan. Het meeste last had ik aan mijn voeten en vooral mijn tenen. Op het eind voelde het aan alsof er een zware kassei op was gevallen.” (lacht)
Het is best straf hoe Joris Rogiers dit allemaal doet, en niet evident. “Want ik werk fulltime als mecanicien en ik heb ook een vrouw en 2 zonen”, verrast hij. “Dat is inderdaad niet altijd makkelijk. Mijn oudste zoon Lucas koerst zelf ook bij de nieuwelingen, hij werd onlangs nog provinciaal kampioen tijdrijden en 2e op het Belgisch kampioenschap tijdrijden. Ik probeer mijn koersen ook te selecteren in functie van zijn wedstrijden. Vaak vertrekken wij op vrijdagavond en keren we zondagavond terug naar huis na en weekendje fietsen.”
En dan moet hij natuurlijk nog trainen. “Meestal train ik tussen 10 en 14 uur per week”, zegt Rogiers. “Soms doe ik intervaltrainingen van meer dan 300 km aan een gemiddelde van boven de 35 km/h. Ik doe dat enorm graag. Het is zelfs een verslaving. Ik rijd ook heel vaak blokjes om wat meer kilometers te halen. Het gebeurt niet vaak dat ik minder dan 100 km gefietst heb. En als het goed gaat komen de km’s vanzelf.”