Het is volgende week weer feest ten huize Debboudt in Leeuwergem, deelgemeente van het Oost-Vlaamse Zottegem. Wielrenster Lensy Debboudt, de oudste van 3 koersende zussen, viert dan haar 41e (!) verjaardag. Tijd om met pensioen te gaan, vindt ze het nog niet. Behoudens fysieke problemen bevolkt de renster van Keukens Redant ook in 2019 nog het vrouwenpeloton.
“Als ik de winter goed doorkom, doe ik er inderdaad nog een jaartje bij”, lacht Debboudt. “Dat is deels een eigen keuze, maar langs de andere kant wil het team – met name de rensters, de ploegleider en sponsor Keukens Redant – mij er nog graag bijhouden. Op die manier kan ik de vele jonge rensters in ons team veel beter bijsturen tijdens de koers. Met mijn ervaring kan ik ze toch veel leren. Als ik als ploegleidster achter het stuur van de volgwagen zou zitten, zou dat toch veel moeizamer lukken. En bovendien moet mijn echtgenoot (de huidige ploegleider, red) dan uit de wagen en ik denk dat hij dat zelf niet goed ziet zitten. Vandaar dat hij me een beetje onder druk zet, denk ik.” (lacht)
Bijna 41 dus, en blijven vechten. Want Debboudt liep in Gooik-Geraardsbergen-Gooik eind mei nog een ribbreuk op. “Het herstel verliep moeizaam, zelfs in die mate dat ik nu eindelijk weer op mijn beste niveau kom. Het duurde dus lang eer mijn lichaam genas en ik weer de goeie vorm te pakken had. Wellicht ook een beetje de leeftijd die begint te spelen. Maar ik blijf gemotiveerd, want ik train heel graag en ik ben graag bij de meisjes in het peloton. Zo blijf ik ook jong, al zou ik zelf ook graag nog 20 zijn.” (knipoogt)
Om 3 uur opstaan
Het luxeleventje van een profrenner heeft Debboudt ook al niet. “Ik moet elke ochtend om 3 uur uit bed, want om 4 uur begin ik aan mijn voltijdse job van postbode. Eerst deel ik de kranten uit en na die ronde begin ik mijn dienst voor te bereiden. Dan moet ik nog van huis tot huis post leveren met de fiets of te voet. Meestal ben ik dan rond half 1 à 1 uur op de middag thuis, om vervolgens snel een boterham te eten en aan mijn training te beginnen. Als er dan een lange training gepland staat, ben ik pas om half 6 thuis. Dan neem ik een douche en maak ik eten klaar. Dan probeer ik het tv-journaal van 7 uur te halen en wakker te blijven tot het weerbericht, want daar ben ik toch graag van op de hoogte. Eens dat gepasseerd is, dommel ik al snel in slaap. Sowieso kruip ik om 8 uur in bed.”
Haar wedstrijdprogramma oogt bovendien ook vrij druk. “Op de BeNe Ladies Tour na heb ik dit jaar alle grote koersen gereden”, zegt ze. “Het zou wel wat minder mogen, maar zoals gezegd hebben de meisjes mij er graag bij en daar de ik het dus ook wel een beetje voor. Het niveau gaat me ook nog altijd behoorlijk af, alleen in de sprint voel ik dat de explosiviteit met de jaren toch wat minder wordt. Maar ik doe het nog altijd heel graag, en zonder fysieke pech doe ik er nog een jaartje bij, ja.”
Fotomateriaal: Paul Hinninck.