Mooie plannen hadden we voor rit 16 in deze Giro. We zouden ‘s ochtends tijdig vertrekken in Bormio richting de start in Lovere, maar volgens onze vrienden van het Funivia Bike Hotel zouden we nadien nooit nog een goeie plaats vinden op de Mortirolo. Dus trokken we maar gewoon die col op. 6 uur lang van bocht naar bocht, wachtend op een peloton -uitgemergelde – coureurs. Het werd een dag voor de legende.
Omdat alle Italianen ‘s ochtends naar de start zouden gaan, konden we die maar beter skippen, had Daniele Schena van het Funivia Bike Hotel ons gewaarschuwd. As het regent, kruipen de Italianen ‘s middags voor hun tv, klonk het. Buiten dan die massa die naar de Gavia zou treken, die zouden nu dus ook naar de Mortirolo komen. Er zou na de middag geen doorkomen meer aan zijn. We wisten dus wat ons te doen stond.
Ons plan was om vanuit Lovere richting Monno te rijden en daar ergens naar boven te gaan. Maar omdat de renners daar de afdaling nemen langs de bekende smalle wegen, zou de politie er weinig verkeer dulden. Gewoon wegens te gevaarlijk. En omdat we toch niet naar Lovere gingen, was die omweg ook al niet erg logisch. Dus zouden wij via Grosio naar boven trekken, ergens tussen Bormio en Tirano.
Om 6 uur uit bed – wegens een overload aan adrenaline, uitgebreid ontbijt en om 10 uur de wagen in. De renners rijden vandaag na 186 km de Mortirolo op vanuit Mazzo, de populaire kant van de mythische col. Een hele dag regen was voorspeld, maar niets van aan ter plaatse. Via Grosio nemen we de smalle wegen omhoog tot bocht 8 van de Mortirolo. Daar komt de route vanuit Mazzo samen met die vanuit Gosio. Het krioelt er al van de wielertoeristen die eveneens vanuit Mazzo de beklimming deden en weer afdaalden – of omgekeerd. Onze 1e taak: het aandenken aan Marco Pantani even gaan bewonderen in bocht 11.
Daarna terug naar boven en meteen doorsteken naar bocht 7, waar we een stevige supportersclan van Jumbo-Visma aantreffen. Op weg naar die bocht 7 worden we al even gekneld door een horde zatte fans die er een sport van hadden gemaakt om over een afstand van pakweg 50 meter lege bierflesjes op een rij te zetten. De snoeiharde muziek krijgen we er gratis bij.
Eens in bocht 7 lijkt bocht 6 – die in het gezichtsveld ligt – een stuk beter met de komst van de renners in het achterhoofd. Wij naar bocht 6, met een fantastisch uitzicht op bocht 7. En plots – even na 4… is bocht 7 weg. Er trekt een bewegende mistlaag over en tussen de bomen die het hele zicht belemmeren. De epische omstandigheden die we zo graag wilden, krijgen we opeens toch. Het begint te druppelen en een paar minuten later krijgen we een zondvloed over ons heen die niet meer zou stoppen.
Wat we daarna beleven, is episch. De passage van de 1e rennersgroepjes zie je in de filmpjes. Daarna gaan we stilaan naar beneden en komen we de ene renner na de andere tegen die je zo kan uitwringen. Onder meer Tosh Van der Sande en Jenthe Biermans roepen we nog een bemoedigende kreet na. Die laatste antwoordt met een gebalde vuist. Terwijl we verder afdalen naar bocht 8 stroomt het water letterlijk langs de weg naast en tussen onze benen.
Eens aan de wagen zijn we doorweekt tot op ons vel. Maar we hebben wel gekregen waar we om gevraagd hadden: epische koersomstandigheden. De mooiste ervaring in ondergetekende zijn persoonlijke wielerleven. Benieuwd wat de komende Giro-dagen brengen! Stay tuned!