Anderhalf jaar geleden, einde zomer 2019, maakte Quinten Hermans kenbaar het graag op de weg te gaan proberen. In dienst van Telenet Baloise Lions had hij nog geen nieuwe ploeg, maar die kwam met Intermarché-Wanty-Gobert Matériaux snel. Na zijn 20e plaats in de Amstel Gold Race rijdt Hermans zondag met Luik-Bastenaken-Luik zijn 1e Monument.
Hermans stond woensdag aan de start in de Waalse Pijl en komt net uit de Ronde van het Baskenland. Daar werd hij 30e in het algemeen klassement. “Om die goeie uitslag uit de brand te slepen, ben ik wel erg diep moeten gaan”, bekent hij. “In die mate zelfs dat ik er een verkoudheid aan heb overgehouden, wat op dit moment in het seizoen wel jammer is. Maar ik ben zeker ook sterker geworden als renner. Ik heb er verder vooral geleerd dat klimmers als Roglic en Pogacar op hun best steengoed zijn, ook in hun wiel is het berehard afzien. Daar ben ik wel onder de indruk van.”
In de 4e rit naar Hondarribia werd Hermans 9e, in het algemeen klassement dus 30e. Wat heeft het meeste belang voor hem? “Die top 10 was mooi omdat ik in de sprint voor de 8e plaats toch heel wat grote namen kon afhouden. De jongens die daar nog zaten waar toch geen pannenkoeken. In alle eerlijkheid moet ik wel toegeven dat ik gelost werd op de klim. In de afdaling kon ik weer aansluiten en dat is toch wel 1 van mijn kwaliteiten, denk ik. Het zijn dit soort ritten waar ik het in moet doen. Op een keer zit er wel eens een podium in.”
Bakelants
Na de Amstel bouwde Hermans wat meer recuperatie in om topfit te zijn voor Luik-Bastenaken-Luik, komende zondag. “Ik voelde in de Amstel dat ik nog niet volledig lucht kon happen en dat wat extra rust nodig was. Maar de slijmen zijn weg, ik ben terug in orde. Ik ben klaar voor mijn 1e Monument, al is het afwachten hoe ik die 260 km in Luik ga verteren. Ik kijk er enorm naar uit, al wil ik ook Jan Bakelants, die ook veel ambitie heeft voor zondag en die die afstand op zijn leeftijd wellicht iets beter verteert, wel bijstaan. Ik ben tot hiertoe een beschermd renner geweest en misschien moet ik zondag eens iets terugdoen.”
Halfweg 2019 wilde Hermans meer op de weg gaan rijden. “Ik wist toen wel al dat ik 1 en ander kon, want ik had al sterk gereden in de Ronde van Wallonië. Ik had dus een basis om van te vertrekken, alleen moest ik nog ervaring opdoen op het hoogste niveau. Vroeger koerste ik van in het begin mee, maar de ervaring leert me dat ik me moet sparen tot in de finale. In de Ronde van Wallonië of de Baloise Belgium Tour kan je nog koersen op je instinct, maar voor de echt grote wedstrijden, ligt dat toch wat anders. Anders zak je er in de finale door.”
Terug naar het veld
Als je van Baskenland beter wordt, dan van een grote ronde zeker. Binnen 2 weken staat Hermans aan de start van de Giro d’Italia, zijn 1e grote ronde. “Ik heb nu na Luik nog 2 weken om te rusten en kijk er enorm naar uit. Er zijn verschillende ritten waar ik mijn kans moet kunnen gaan en ik denk dat de ploeg mij die ook wel gunt. Ik ben vooral benieuwd hoe mijn lichaam gaat reageren op 3 weken koers.”
Ondanks de veelbelovende resultaten denkt Hermans niet aan een afscheid van het veld. “Ik keer zeker terug in de cross”, beklemtoont hij. “Na de Giro ga ik weer meer focussen op het veld, met een paar wegkoersen als voorbereiding – al zal ik daar ook wel ambitie hebben. In oktober duik ik weer het veld in en normaal werk ik een mooie kalender af. Met de Wereldbekers ziet het er nu allemaal wat anders uit. Daar ga ik zeker starten en dan bekijk ik nog welk klassement nog interesse heeft om me erbij te hebben.” (lacht)
De noteringen voor La Doyenne van onze partner Bingoal, die het grootste aanbod in wielrennen heeft, vind je hier.