Opmerkelijk resultaat in Binche-Chimay-Binche deze week was nog meer dan de overwinning van Sara Van de Vel de terugkeer van Loes Adegeest met een 2e plaats. De 25-jarige renster van Jan van Arckel reed in 2019 voor Parkhotel, maar dat seizoen was zo slecht dat ze er de brui aan gaf en een stap terugzette. Het plezier is nu helemaal terug, voor volgend seizoen heeft ze ook al een UCI-team. En haar beste jaren moeten natuurlijk nog komen!
Hoe blij ben je met je resultaat in Binche?
Loes Adegeest: “Erg blij, zeker na hoe mijn koers verliep, omdat ik lang heb gedacht dat ik de kop van de koers nooit meer ging zien. Maar ik ging erheen met de ambitie om te rijden voor de winst en ik had er vertrouwen in dat dat mogelijk zou zijn, dus ergens zit er dan natuurlijk nog wel wat teleurstelling over dat we niet meer sprintten voor de winst.”
Had je hier vooraf naartoe gewerkt?
Loes Adegeest: “Ik had het parcours van tevoren goed bekeken en ingeschat waar de belangrijke punten zouden zitten. En me wat kleding betreft zo goed mogelijk voorbereid op het weer. Ik begon dan ook goed, zat op de 1e rij aan de voet van de 1e klim. Maar helaas ging er daar mijn ketting af. Ik kon snel weer aansluiten, maar zat achterin toen het een paar kilometer later op de kant ging en in stukken brak. Hierdoor miste ik de eerste 2 groepen en volgde een eenzame achtervolging van 30 km. Toen ik weer aansloot bij het peloton was ik al eens diep gegaan, maar door goed te eten en drinken en me een beetje te sparen in de groep, kon ik genoeg herstellen en het kasseienklimmetje in de laatste kilometers lag me goed. Dat merkte ik bij de passages aan de finish al, wat vertrouwen gaf voor de aankomst.”
Biedt dit perspectief voor jou?
Loes Adegeest: “Ik had al 2 jaar geen UCI-wedstrijd meer gereden, dus het is heel fijn om nu in zo’n koers bevestigd te zien dat ik stappen heb gemaakt. Dit biedt zeker perspectief met oog op de klassiekers volgend jaar. Ik hoop dat ik er alvast een aantal kan rijden over soortgelijke parcoursen.”
Je werd dit jaar 8e op het NK tijdrijden. Heb je een stap gezet in het tijdrijden?
Loes Adegeest: “Niet in het tijdrijden specifiek, maar fysiek ben ik wel beter en ben ik de laatste 2 jaar hogere wattages gaan trappen. Dat is natuurlijk wel van belang voor de tijdrit. Verder heb ik niet op de positie getraind, dus daarin en ook in materiaal valt nog wel wat te winnen. Ik vind koersen op heuvelachtige parcoursen het leukst, dus het tijdrijden zal niet meteen mijn hoofddoel worden. Maar ik zal het waar mogelijk zeker meepakken, ook omdat het natuurlijk vaak in meerdaagse koersen zit.”
Je reed in 2019 nog voor Parkhotel, een UCI-team. Heb je bewust een stapje teruggezet?
Loes Adegeest: “Dat jaar had ik geen goed seizoen, het liep op meerdere vlakken niet. Uiteindelijk zorgde een valpartij er ook nog voor dat mijn seizoen in augustus al klaar was, waarna ik het even helemaal had gehad met fietsen en koersen. Na een aantal weken heb ik toch mijn huidige ploegleider bij Jan van Arckel, Wim Kruis, maar gebeld omdat ik bij deze club wel weer wilde gaan koersen. Puur voor het plezier, alleen de koersen die ik leuk vind, om dan maar te zien hoe het zou gaan, was toen mijn idee. Dat liep natuurlijk anders toen de meeste koersen werden afgelast, maar in de koersen die ik wel kon rijden, was het plezier weer helemaal terug. Dat ik meteen de 1e koers in 2020 won, hielp natuurlijk ook wel.”
Leeft de ambitie om opnieuw hogerop te gaan?
Loes Adegeest: “Die is er inderdaad. Ik begon dit jaar de uitdaging wel te missen in de koersen met enkel clubrensters en ik ben er wel van overtuigd dat ik in mijn huidige vorm thuishoor op een niveau hoger, wat Binche-Chimay-Binche ook bevestigde. Ik heb in Rupelcleaning een team gevonden voor volgend jaar waar ik in mooie UCI-koersen kan starten. Het zou natuurlijk mooi zijn als dit een opstap kan zijn naar de World Tour.”