2020 was een annus horribilis voor veel renners maar nog veel meer voor Bryan Boussaer. De intussen 25-jarige Oost-Vlaming van Indulek-Doltcini-Derito Cycling kwam ook in 2021 nauwelijks op niveau, onder meer door het verlies van zijn grootvader. Omdat zijn ploeg de handdoek in de ring gooit, moet Boussaer elders een nieuwe kans krijgen. “Ik besef ook wel dat ze niet zitten te wachten op een renner die 2 jaar niet gepresteerd heeft, maar ik wil bewijzen dat ik mijn plaats nog waard ben.”
2020 was dramatisch voor Boussaer, die in 2018 en 2019 voor Tarteletto-Isorex nog op continentaal niveau uitkwam. Eerst werd hij weggerukt als ploegmaat van Kenny De Ketele, daarna viel zijn Zesdaagse aan de zijde van Moreno De Pauw in het water en dan ging ook de Zesdaagse in Manchester met De Ketele niet door. De zomer gooide roet in het eten door corona en in de winter waren er geen pistewedstrijden. “Ik ben dan ook op halve kracht aan het seizoen 2021 begonnen”, vertelt Boussaer. “Ik ben fulltime beginnen werken in het restaurant van mijn ouders in Ertvelde en klop er vaak dagen van 12 uur. In het begin was dat wat zoeken om mijn trainingsuren ingepland te krijgen.”
Toen hij op niveau begon te komen, verloor Boussaer in mei zijn grootvader. “Ik ben de helft van de tijd thuis en de helft van de tijd bij hem opgegroeid, dus zijn verlies heeft er stevig ingehakt. 2 weken heb ik geen fiets aangeraakt, zo erg ik heb er van geweten. Toen ik hervatte in de koers in Ursel, geraakte ik geen meter vooruit, zo dramatisch was het. Gelukkig volgde de kentering snel. Het ging vervolgens van koers tot koers beter, enfin, toch qua niveau. Te vaak werd ik gedwarsboomd door pech, was het niet door een lekke band dan wel door mijn stuur dat wegzakte. Het was altijd wel iets.”
Je zou voor minder de moed in de schoenen laten zakken, maar Boussaer toont meer vechtlust dan ooit. “Het is niet zozeer met meer plezier dat ik fiets, maar ik ben wel gemotiveerder dan ooit om te tonen wat ik nog in mijn mars heb, ondanks 2 seizoenen om snel te vergeten. Dat mijn ploeg Indulek-Doltcini-Derito Cycling stopt, is natuurlijk geen cadeau. Het is deels door corona en deels door de andere activiteiten als ploegleider dat Pascal De Weerd er de stekker heeft uitgetrokken, heb ik me laten vertellen. Dat is jammer en maakt het voor mij niet makkelijker. Zonder zorgen een seizoen voorbereiden zit er andermaal niet in.”
Aan stoppen denkt Bryan Boussaer in de verste verte niet, hoewel hij het mentaal lastig heeft gehad en de dingen vaak tegenzaten. “Ik weet wel dat ze op continentaal niveau niet op mij zitten te wachten. De renners worden steeds jonger en dat speelt in mijn nadeel. Ik zou nog durven hopen, maar je moet realistisch blijven: een profbestaan nastreven wordt voor mij een bijna hopeloze missie. Dat ga ik dan ook niet doen. Ik wil voort als ezc-renner en hoop dat er een ploeg is die rekening houdt met mijn situatie en mij een kans wil geven voor 2022.”
Top op BK Piste
En als het stil blijft, dan wil Boussaer gewoon doordoen als individueel renner. “Die kans is eigenlijk nu al 50%”, beseft hij. “Dan begin ik met enkel ‘Brasserie Bavo’, ons restaurant, op de broek. Door met een zwarte trui te rijden, bespaar ik dan al de kosten van een vergunning en een vzw die dient opgestart te worden. En dan kijken we wel rustig verder. Sowieso zijn ze in het peloton nog niet af van die Boussaer.”
Tot slot, moeten we Boussaer nu vooral zien als pistier of vooral als wegrenner? “Allebei evenveel”, vindt hij. “Ik ben nu hard aan het werken om meer kracht bij te winnen zodoende een groter verzet te kunnen rondkrijgen. Dat wil ik in december al eens laten zien op het BK achter de derny. In februari wil ik dan op topniveau zijn voor enkele nummers op het BK piste, zoals de Individuele Achtervolging. En dan is het op naar de weg. Die veelzijdigheid kan een troef zijn om alsnog een ploeg te vinden voor 2022. Dus ze mogen mij bellen: 0491/527.009.”