“Ho ho ho, de Cibellekes doen het goed”, vat de zeer warme en zware Ardennenetappe samen in de Baloise Belgium Tour voor Team Cibel-Cebon. Het zijn de gevleugelde woorden van ploegleider Gaspard Van Peteghem in volle finale van een mooie koers. Wij zaten 5 uur lang in de volgwagen.
De 4e rit van de Baloise Belgium Tour editie 2017 belooft een zomerse bedoening geworden, maar ploegleider Gaspard – van het zweterige type – heeft zich voorzien. Niet alleen wielen, bidons en ander wielermateriaal, maar ook 3 persoonlijke frigoboxen. Het 1e flesje Perrier gaat er al door in de zone van de officieuze start. Dat we ons gaan amuseren, blijkt ook uit de korte dialoog nog voor het echte startschot is gegeven. Gaspard: “Nog geen enkele aanval, amai, da’s hier rustig.” Mecanicien Kris vanop de achterbank: “Gaspard, we zijn nog niet aan de officiële start.” De sfeer zit goed, alors. Minder gezellig vergaat het Simon Spilak van Katusha en Stijn Steels van Sport Vlaanderen-Baloise af, zo kort na de middag. Ze moeten al meteen een wiel laten wisselen en solo de achtervolging inzetten.
Gierende banden
De Ardennen, dat is altijd natuur. Uiteraard. Daar hoefde de plaatselijke boer niet per se zijn beerkar vol voor open te draaien op het moment dat het peloton passeerde. We worden bijna uit de wagen geblazen van de stank, maar Gaspard kan er hartelijk om lachen. Even later is hij minder vrolijk, wanneer de meute slalommend in een afdaling een reeks bloembakken moet omzeilen. “Levensgevaarlijk, en ze staan daar niks te doen, want ze vlammen hier toch gewoon door”, sakkert Van Peteghem. Bovendien zijn die obstakels ook voor de renners niet verantwoord. Je ziet, het organiseren van een koers is geen evidentie. Ik vind dat die mannen knap werk doen.”
Op het moment dat zich een kopgroep van 12 vormt – de vlucht van de dag, scheuren we met gierende banden richting de voet van de Aux Houx, de 1e helling. Alexander Geuens en Marcel Meisen moeten de rol al meteen lossen en ook Tom Van Asbroeck en een handvol anderen zien sterretjes. Christophe Noppe bijvoorbeeld, en ook sprinter Timothy Stevens. Wanneer Stan Godrie van Veranda’s Willems-Crelan tegen de vlakte gaat, ontlokt dat een stevige quote bij Van Peteghem. “Van Aert zal een superdag moeten hebben om hier overeind te blijven, want een ploeg om de finale te rijden heeft hij niet.” Geen holle woorden, zullen we een paar uur later moeten vaststellen.
Koers op zijn best
Terwijl hij in allerijl een renner die van achter een andere volgwagen in een afdaling duikt, maar net kan ontwijken – “Een ploegleider moeten ogen op zijn gat hebben”, aldus Gaspard – wordt de ploegtactiek bovengehaald. Die ziet er op het 1e zicht simpel uit. “Jimmy Janssens en Gianni Marchand moeten we proberen naar de finale te loodsen. En Kevin De Jonghe krijgt een vrije rol.” Makkelijker gezegd dan gedaan, maar ook halfweg – terwijl de kopgroep meer dan een halve minuut heeft gepakt – gaat het nog steeds behoorlijk goed met de Cibel-troepen. “Jammer dat we de ontsnapping gemist hebben, want dat had ons toch wat beter in beeld gebracht op tv, maar je weet natuurlijk niet hoe de jongens zich voelen. We zullen proberen de finale te rijden, en als dat lukt zal het dik in orde zijn voor ons.”
Eerst de Côte de Fraîture en vervolgens de Chambralles zijn echt wel pittige maar fantastisch mooie klimmetjes. Het is draaien en keren en langs de wegen staat er behoorlijk wat volk, eigenlijk de hele dag lang. Koers op zijn Vlaams, op zijn best ook. De wedstrijdradio waarschuwt de ploegleiding wel voor een gevaarlijke afdaling na de Côte de Fraîture, maar Van Peteghem trekt er zich niets van aan en stort zich aan 80 km/h naar beneden. Dat is toch even schrikken. In aanloop naar de Côte de la Vecquée zien we Timothy Dupont en Michael Goolaerts lossen en valt ook het 1e Cibel-slachtoffer: Jimmy De Paepe moet er af. Al zal hij ietwat later toch weer aansluiten bij een groepje gelosten met onder meer Joeri Stallaert, die we nog snel een bidon meegeven (zie filmpje).
Op de de Vecquée is ook Adrie van der Poel een aandachtige toeschouwer. “De ‘Cibellekes’ zitten goed”, is Gaspard boven een tevreden man. De wedstrijdradio meldt dat vluchters Ista en Petit intussen worden opgeraapt door het peloton, wat Van Peteghem al stilletjes doet dromen. “Met wat geluk kunnen we hier podium rijden!”, herhaalt hij een paar keer. We hebben dan al een renner of 60 opgerakeld maar de beste 5 Cibel-renners zijn nog lang niet in zicht. “Niet slecht voor een klein ploegske, hé”, geeft Gaspard mij al gekscherend een por in de ribben. Met de laatste 15 km in het vizier haken ook Jim Aernouts, Lawrence Naesen, Benjamin Declercq en Maarten Wynants af op de Saint-Nicolas. Intussen hebben we live beelden van Sporza en zien we Jimmy Janssens mee het mooie weer maken in de voorlinies met Philippe Gilbert en Oliver Naesen. Knap werk!
Uiteindelijk stranden de Cibel-troepen op plaats 12 (Jimmy Janssens), plaats 27 (Mathias De Witte), plaats 31 (Gianni Marchand), plaats 45 (Kevin De Jonghe), plaats 91 (Brecht Ruyters), plaats 99 (Michiel Dieleman), plaats 129 (Joeri Stallaert) en plaats 135 (Johannes De Paepe). “Ik ben zéker content”, besluit Gaspard. “We reden lang met 4 man vooraan, waren in beeld op tv en pakken toch de 12e plaats.”