Dat er bij Enertherm-BKCP heel wat crosstalent rondfietst, mag geen wonder heten. Het team boekte dit seizoen al meer dan 50 overwinningen in de verschillende jeugdcategorieën. Hoog tijd dus dat we ploegleider Marc Dierickx zijn poulains wat laten toelichten. En beginnen kunnen we niet anders dan bij Sanne Cant, numero uno van de wereld bij de dames elite.
Sanne Cant – °1990, rijdt bij dames elite
Marc Dierickx: “Sanne is een echte topper, dat hoef ik niemand te vertellen. Ze heeft zich de voorbije jaren uitstekend ontwikkeld. Vooral in het zand is ze onklopbaar, dat zag ik 3 jaar geleden al in Koksijde toen ze daar op het WK 3e werd achter Marianne Vos en Daphny van den Brand. Ze was toen pas 22. Ik denk niet dat Sanne in die zandstroken nog beter kan worden dan ze nu al is. Je kan wel zeggen dat Vos en Ferrand-Prévot er nu niet bij zijn, maar dat is natuurlijk haar zaak niet. Dit seizoen hebben blessures haar in een paar wedstrijden parten gespeeld, maar ze heeft toch vaak gewonnen en is toch maar Europees kampioene geworden. Elke trui is belangrijk, dus ook die. In de aanloop naar het BK en WK kunnen de blessures misschien zelfs nog een pluspunt worden. Het meeste progressie kan Sanne nog boeken in het bergop fietsen, wedstrijden als Namen, Francorchamps en Valkenburg. De komende jaren zal ze ook nog slimmer worden en haar ervaring beter kunnen gebruiken. Ik verwacht dat ze nog wel een aantal jaren zal meedraaien aan de wereldtop.”
Stefano Museeuw – °1997, rijdt bij beloften
Marc Dierickx: “Naar mijn mening wordt Stefano nog een beetje te veel ingetoomd door zijn vader. Johan heeft ook in het veld gereden en is ook pas later doorgebroken. Hij wil dat zijn zoon ook die weg volgt en zijn carrière langzaam opbouwt. Stefano is daardoor ook nog wel een beetje speelvogel. Hij zou best wat harder mogen trainen. Als hij dat doet, zie ik hem nog grote stappen zetten. Maar hoe dan ook, de raad die hij van zijn vader krijgt, is onbetaalbaar. Hij rijdt nu zijn 1e jaar bij de belofte en dat is natuurlijk een grote stap, want hij rijdt wekelijks tegen gasten van 23. Als 18-jarige valt dat soms zwaar. Maar talent heeft hij zeker. Stefano is technisch goed onderlegd en leest de cross uitstekend. Hij is een slimme renner, dat heeft hij trouwens ook al laten zien op de weg. Soms zie je hem niet en dan is hij even later toch mee in een ontsnapping. Dat is een grote kwaliteit. Voor hem is het nu zaak de koers en cross professioneler te gaan aanpakken. Zo kan hij nog een stuk doorgroeien in zijn ontwikkeling. Zonder vergelijkingen te maken, denk ik wel dat Stefano een topper kan worden in het veldrijden. Wekelijks top 10 in de grote crossen, dat moet op termijn zeker kunnen.”
Jarno Liessens – °1998, rijdt bij junioren
Marc Dierickx: “Jarno is in mijn ogen een geweldig talent, vrij compleet ook als crosser. Ik moet opletten wat ik zeg, maar ik denk dat Jarno tot hiertoe iets te braaf is voor zichzelf. Er wordt wel eens gezegd dat hij het van de lastige crossen moet hebben, maar daar ben ik het niet volledig mee eens. Hij heeft veel meer in zich. Ook op de weg. want Jarno kan ook op de weg een goede renner worden. Maar hij moet harder durven trainen, dieper leren gaan. Als dat lukt, kan hij het ver schoppen. Met het karakter van Jarne De Meyer (zie onder, red) zou hij nu al een stuk verder gestaan hebben.”
Jappe Jaspers – °1998, rijdt bij junioren
Marc Dierickx: “Jappe kan alles, een héél groot talent. Een heel grote kwaliteit waar Jappe over beschikt, is zijn rust. Je maakt hem niet snel gek. Hij weet waar hij mee bezig is en laat zich niet opjutten. Hij doet gewoon zijn ding en dat doet hij meer dan prima. Voor de rest is hij technisch goed, hij kan bergop aardig zijn plan trekken en hij is ook snel aan de meet. Op deze leeftijd moet je de ontwikkeling van iemand altijd afwachten, maar ik durf te stellen dat hij in het veld een absolute topper wordt.”
Jarne De Meyer – °1999, rijdt bij junioren
Marc Dierickx: “Als 1e jaars junior doet Jarne het heel goed, moet ik zeggen. Hij heeft mij aangenaam verrast met zijn prestaties. Ik denk dat hij wel iets opsteekt van zijn vader Eddy, die in zijn tijd ook gekoerst heeft. Jarne weet zijn wedstrijden goed te kiezen, rijdt af en toe een podium en pakte hier en daar al een zege. Ook in de Scheldecross vond ik hem bijvoorbeeld heel sterk. Jarne is iemand met enorm veel karakter. Hij heeft een groot gestalte en zit goed op zijn fiets, een mooie coureur. Ik heb hem op training al een paar keer serieus bergop zien trainen op een stage in Limburg en dat heeft mij wel verbaasd. Dat is zeker een sterk punt van hem. Zijn grootste werkpunt is zijn techniek en ook het lopen kan nog beter.”
Jens Dekker – °1998, rijdt bij junioren
Marc Dierickx: “Jens is absolute wereldtop. Enorm sterk ook, letterlijk. Op het mentale vlak kan hij wel nog wat progressie boeken. Hij twijfelt soms wat snel aan zichzelf. Zoals in Namen, waar hij op een superieure Jappe Jaspers stuitte. Dan denkt hij meteen dat de anderen beter zijn dan hem, en dan is er wel wat paniek. Daar is natuurlijk geen enkele reden toe. Zijn toekomst oogt briljant, hij haalt de absolute top. Hij zal in toekomst ooit wereldkampioen worden bij de profs, daar ben ik nagenoeg zeker van. Of hij altijd veldrijder zal blijven, kan ik nog moeilijk voorspellen. Hij is nog jong en zijn carrière kan alle kanten op. Als er op een gegeven moment een wegteam komt aankloppen, kan hij zomaar een andere richting inslaan.”
Jonas Smet – °1999, rijdt bij junioren
Marc Dierickx: “Jonas is iemand met een grote motor die een hele cross aan hetzelfde tempo kan rijden. Zijn lopen is voorlopig nog heel zwak, maar dat komt ook door tijdsgebrek. Jonas is een heel goeie student en geeft dan ook voorrang aan de school. Eerlijk gezegd kan ik hem daar geen ongelijk in geven. Dat zorgt er wel voor dat hij naar mijn gevoel maar voor 60 procent voor zijn sport leeft. Voor de prestaties die hij neerzet met de beperkte geleverde trainingsarbeid kan ik alleen maar ‘chapeau’ zeggen. Als hij voluit voor het veldrijden zou kiezen, dan acht ik hem in staat nog serieus wat progressie te boeken. Daar ben ik eigenlijk heel zeker van. Ik zeg niet dat hij zo goed is als een Jappe Jaspers, maar topniveau zit zeker in Jonas’ benen.”
Victor Vandebosch – °1998, rijdt bij junioren
Marc Dierickx: “Zijn 1e jaar bij de junioren is heel goed verlopen. Dit seizoen lukt het wat minder omdat hij met gezondheidsproblemen worstelt. De bloedwaarden van Victor zijn niet zo goed en dat speelt hem parten. Dat neemt niet weg dat hij een goeie crosser is, iemand met een schitterende inzet. Dat bewonder ik heel erg. Victor kan zich heel goed focussen op zijn eigen wedstrijd en zijn eigen tempo aanhouden, een hele cross lang. Af en toe spelen mindere prestaties wat in zijn hoofd. Dan jammert hij dat het niet vlot en dat hij niet goed heeft gereden, maar eigenlijk is het dan vaak nog niet eens zo slecht. Hij mag best wat meer vertrouwen hebben in zichzelf. Maar ik begrijp hem wel. Hij had een goed 1e seizoen en nu gaat het wat minder, terwijl de verwachtingen alleen maar waren gestegen. Hij hoeft niet te twijfelen, want we weten nu waarom het wat minder gaat. Victor kan sowieso nog veel evolutie maken. Een vaste waarde in de top 10 bij de profs kan hij zeker worden.”
Lees hier de mening van bondscoach Rudy De Bie over Victor Vandebosch
Toon Vandebosch – °1999, rijdt bij junioren
Marc Dierickx: “Toon is volgens mij de revelatie van het jaar. Iedereen heeft het wel over het 1e jaar van Florian Vermeersch, maar als ik dan Toon zie, trek ik grote ogen. Ik vind hem als 1e jaars soms zelfs beter dan Vermeersch. Eigenlijk is dat frappant, want vorig jaar was er nog een duidelijk verschil tussen die twee. Toon heeft dit jaar geen stap gezet, maar een serieuze sprong gemaakt. Hij heeft fysiek veel aan body gewonnen en daardoor gaat zijn ontwikkeling in stijgende lijn. En er zit nog veel rek op. Op zijn 15e zag hij eruit als een ventje van 9, maar nu wordt hij stilaan man. Ik vind hem technisch heel goed en hij kan zich ook hard focussen. Daarnaast vind ik Toon een slimme coureur. Hij leest de cross heel goed. Hij kan uitgroeien tot een degelijke crosser.”
Lees hier de mening van bondscoach Rudy De Bie over Toon Vandebosch
Ryan Cortjens – °2001, rijdt bij nieuwelingen
Marc Dierickx: “Ryan is geweldig sterk, fysiek zit hij zeker voor op zijn leeftijdsgenoten en dat speelt nu wel in zijn voordeel. Langs de andere kant heeft hij hinder ondervonden van ontstoken wijsheidstanden, maar dat is gelukkig opgelost. Als 1e jaars nieuweling heeft hij toch al 2 wedstrijden gewonnen, wat zeker niet slecht is. Naast die kracht vind ik Ryan ook een goeie loper. Zijn techniek daarentegen, daar is nog wat werk aan. Maar hij is nog jong, het is niet meer dan normaal dat hij nog hard moet werken om beter te worden. ”
Perry Frijters – °2000, rijdt bij nieuwelingen
Marc Dierickx: “Perry is echt een talent, een heel groot talent zelfs. Ik ken die Nederlandse jongens niet allemaal, maar tot de drie beste Nederlandse nieuwelingen behoort hij zeker. Hij kan straks zomaar Nederlands kampioen worden, ik reken hem tot de grootste favorieten. Perry is enorm gedreven, zijn fiets is heilig. Als hij maar kan trainen en wedstrijden rijden, dan is het goed voor hem. Langs de andere kant is hij soms iets té gretig, dan rijdt hij en rijdt hij, maar vergeet hij zijn verstand te gebruiken. Hij wil altijd ten aanval, maar soms moet je de koers eerst eens bekijken. Dat is zeker een werkpunt voor 2016. Perry is trouwens ook een hele goede wegrenner, dat wil ik zeker niet vergeten vermelden. We zullen zien of hij in het veld blijft. Zijn vader is destijds ook veldrijder geweest, dus dat kan wel een voordeel zijn voor ons. Maar sowieso is er een mooie toekomst voor hem weggelegd.”
Niels Vandeputte – °2000, rijdt bij nieuwelingen
Marc Dierickx: “Een supercoureur. Ik wil mijn woorden wikken en wegen, maar Niels doet mij vaak denken aan Mathieu van der Poel op die leeftijd. De klasse druipt eraf, puur talent. Niels is nog behoorlijk klein en frêle, wat betekent dat hij nog veel groeimarge heeft. Als hij groter en sterker wordt, gaan we daar nog veel plezier aan beleven. Op termijn is hij het grootste goudhaantje van heel deze ploeg. Hij is technisch geweldig goed en koerst heel slim. Ik vind hel nu al behoorlijk compleet. Het lopen kan nog ene stukje beter, maar dat wijt ik vooral aan zijn lichaam dat nog niet voldoende gegroeid is. Dat komt dus wel goed. Hij moet gewoon voortdoen zoals hij bezig is.”
Fotomateriaal: Davy De Blieck. (Foto Museeuw: Franky Schoonvliet)